Het is dood en doodstil en dan ineens begint iedereen te klappen, te juichen, te stampen en te fluiten. Bij juf Tikken stromen de tranen over haar wangen. Meneer de Groot zet de camera uit. Peter-Jan gaat staan en wijst naar Vivian en ook Jos en Klaartje wijzen naar haar. Vivian lacht, maakt een soort van halve buiging, slaat haar handen verlegen voor haar gezicht. Jos en Klaartje gaan naar haar toe en omhelzen haar en huilen ook een beetje. Zo. Nou. Was me dat even wat. Juf Tikken gebaart naar de Groot. Meneer de Groot loopt naar voor in de klas. Hij kucht en terwijl hij zijn bril langzaam oppoetst met een punt van zijn bloes die onder zijn foute kersttrui uit piept wordt het langzaam stil.
“Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen” begint hij, “Eerst dat gekke dansje van Gijs en Tommie..”
“Gek?” roept Tommie zogenaamd verontwaardigd “Wij kunnen zo naar ‘So you think you can’t dance”. Iedereen lacht.
“En we hadden maar liefst twéé hapjes tafels, goed gedaan, je ziet het: bijna alles op” knikt hij naar Karlijn en Meltem en naar Tommie en Gijs. “En dat gedicht van Soufiane, prachtig.” Meneer de Groot zet zijn bril weer op, “Maar dit lied. Het heeft iedereen geraakt. Prachtig! Ik weet echt niet wat ik moet zeggen.”
“Ik wel,” zegt juf Tikken, “jongens wat hebben jullie ons verrast. In zo’n korte tijd hebben jullie dit allemaal voor elkaar gekregen. Ik ben zo trots op jullie. Ik bedoel vorige week dachten we nog dat er helemaal geen kerstviering zou zijn. En nu dit allemaal. Ik ben sprakeloos. Bart: jij gaat dit toch wel op de schoolsite en Instagram en facebook zetten?” vraagt ze aan meneer de Groot. De leerlingen kijken elkaar aan ‘Bart’ heet hij, dat wisten ze nog niet.
“Ik ga jullie ouders straks meteen bellen want daarvoor hebben we toestemming nodig in verband met AVG.”
“We hebben nog iets” zegt Francien verlegen. Samen met een paar andere kinderen halen ze een mand achter uit de klas. Er zitten drie cadeautjes in. Een voor de juf, een voor de Groot en een voor Basje. De juf krijgt een doos bonbons, de Groot een fles wijn en Basje krijgt een ballenwerper.
Daarna gaan ze allemaal kerstwensen schrijven voor elkaar. Juf Tikken heeft gekleurd papier, glitters en kaarten meegebracht die ze kunnen versieren. Er staat zachtjes kerstmuziek op. Als ze zitten te knutselen vraagt Tommie hoe het is afgelopen met die jongen van het vuurwerk.
Soufiane en Wout kijken elkaar aan. Zij weten het al maar mochten niets vertellen. Vorige week hadden zij vuurwerk gevonden in een verlaten fietstunneltje en ze hadden gezien dat het van een jongen van hun school was. Ze hadden niet geweten wat ze met de zakken vuurwerk moesten doen en het toen maar mee naar school genomen en in het postvak van meneer de Groot gelegd. Het was een hele rel geworden.
Juf Tikken en meneer de Groot kijken elkaar aan. “We willen…”zegt juf Tikken tegelijk met de Groot die zegt: “Ik vind…” Ze stoppen alle twee en dan beginnen ze weer tegelijkertijd te praten. Ze schieten in de lach. De Groot gebaart naar de juf.
“Dames gaan voor” zegt hij.
“We willen er niet teveel over zeggen. Het is allemaal verdrietig genoeg.” Ze kijkt vragend naar de Groot.
“Nee en we mogen er eigenlijk ook niets over zeggen” vult hij aan.
“Die is geschorst” weet Meltem, “en zijn vrienden ook. De politie is bij hem thuis geweest en daar hebben ze ook drugs gevonden en zijn moeder is een alcoholist.”
Juf Tikken wil reageren maar voor ze iets kan zeggen gaat Meltem verder: “Hij wordt waarschijnlijk wel uit huis geplaatst want hij kan niet naar zijn vader want die zit in de gevangenis.”
“Ho” zegt juf Tikken streng, “de helft van wat je zegt is niet waar. Je moet niet zomaar alles geloven wat er gezegd wordt. En zeker niet doorvertellen wat je niet zeker weet.”
“Ik weet het wel zeker” zegt Meltem en haalt haar schouders op. “Als ik jou was zou ik mijn mond houden nu” zegt meneer de Groot. Meltem rolt met haar ogen. “Whatever” zegt ze onverschillig.
Karlijn en Meltem zitten op de picknicktafel in het speeltuintje vlakbij het huis van Karlijn. Ze zijn vrij. Onverwacht is de kerstvakantie veel eerder begonnen. Hun klas is eigenlijk de enige klas van de hele school die nog een soort van kerstviering heeft kunnen houden. Meltem ziet op haar telefoon dat het filmpje dat meneer de Groot gemaakt heeft online staat. Ze liked het ook maar.
“Klaartje is echt dik” vindt Karlijn, “die kersttrui die ze aan heeft is niet alleen heel stom maar ook veel te klein.”
“Zo goed zijn ze helemaal niet” snuift Meltem, “Jos kan al helemaal niet zingen, ze knort als een varken.”
“Echt, he” zegt Karlijn, “ze denken dat ze heel wat zijn. Ze zijn meteen naar Jos haar huis gegaan om koekjes te bakken.”
“Kinderachtig” antwoordt Meltem, “Kan ze nog dikker worden. Vet varken.”
Ze schommelen met hun voeten heen en weer en zien dat het filmpje in korte tijd al meer dan tweehonderd likes heeft.
“Kijk wat ik kan” zegt Karlijn, “Ik heb die app ‘Quik’ op mijn telefoon. Geinig” Meltem kijkt op Karlijns telefoon.
“Kijk, je kan daar van alles mee doen. Je kan zo alles bewerken. Let op wat ik met dat filmpje kan” Karlijn klikt wat op haar telefoon en laat het Meltem zien. Meltem lacht zo hard dat ze bijna van de tafel valt.
“Of zo” zegt Karlijn. “wacht deze wil ik bewaren” en ze klikt op ‘exporteren’. Meltem lacht nog harder.
“Geef es” zegt ze dan. Meltem pakt Karlijns telefoon en klikt op ‘share’.
“Zo” zegt ze tevreden, “dat mag de wereld best over.”
Karlijn lacht maar niet van harte, dit wilde ze eigenlijk niet. Maar ja. Het is nu te laat. Ach, ze weten toch niet waar het vandaan komt want er waren meer dan tweehonderd likes, o nee, al bijna driehonderd ziet ze. Nou ja. Het is toch maar een geintje. Moet kunnen. Drie zingende, schattige varkenskopjes in een klas. Dat is toch lachen.
“Kijk” zegt Meltem, “iedereen deelt het. Lachen.”