Bastiaansen moppert. Samen met Mrs. Whitehead die hem de afgelopen periode heeft vervangen moet hij les gaan geven. Vandaag is zijn eerste dag weer terug op school. Vorige week was hij al even op school om door te spreken hoe ze het de komende tijd gaan aanpakken want hij mag nog niet hele dagen aan het werk. Hij moet het langzaam opbouwen. Mrs. Whitehead zegt dat ze het moeten verdelen. Zij wil in de lessen doen waar zij goed in is en dan kan Bastiaansen doen waar hij goed in is. Belachelijk idee natuurlijk. Bastiaansen vindt zelf dat hij overal goed in is. Niks verdelen gewoon het boek en de methode volgen en geen fratsen. Mrs. Whitehead had geprotesteerd. Ze wil ook creatieve opdrachten geven aan de leerlingen. Creatief! Bastiaansen snuift minachtend. Creatieve opdrachten moeten ze maar bij tekenen, handvaardigheid doen en niet bij Engels. Sowieso tijdverspilling creatieve opdrachten. Gewoon het boek volgen dan weet je zeker dat ze alles krijgen wat ze moeten krijgen. In het boek staat soms ook wel iets creatiefs. Bastiaansen vindt dat wel fijn want dat kan hij dan mooi overslaan. Met die corona loopt hij toch al achter met het programma. Het ergste is dat mevrouw van Son de coördinator van de brugklas het met mrs. Whitehead eens is. Maar ze kunnen hem niet dwingen om leerlingen van die rare opdrachten te laten doen.
Mrs. Whitehead leest iedere les een stukje voor uit zo’n boek van Roald Dahl. Het gaat over heksen en hij vindt het absoluut geen geschikt boek. Hij gaat echt niet voorlezen. Het is hier geen kleuterschool. Die leerlingen vinden het prachtig natuurlijk maar ze leren er niks van. “Plezier in lezen” had mrs. Whitehead gezegd. “heel belangrijk”.
Ja hoor. Lekker belangrijk. Hij doet het niet. Die tuttebel moet het zelf weten maar hij doet niet mee met die onzin. Grammatica! Woordenschat! Oefenen met ‘the present perfect’ met ‘plurals’ met ‘adjectives’! Kijk als ze dat allemaal foutloos kunnen dan is er misschien, heel misschien tijd voor iets anders. Die jeugd van tegenwoordig die wil maar dat alles ‘leuk’ moet zijn. News flash! Niet alles is leuk in het leven! Wen er maar aan!
Bastiaansen loopt door de gang. “Mondkapje!” snauwt hij tegen een derde klasser die hem tegemoet komt. Verschrikt schuift die leerling zijn mondkapje dat is afgezakt omhoog zodat het ook op zijn neus zit. Ook zoiets: ze houden zich absoluut niet aan de regels. Je spreekt af dat er als je rondloopt een mondkapje gedragen moet worden maar doen ze dat? Nee. En overal hebben ze smoesjes voor. ‘Vergeten’ zeggen ze dan. Gewoon respectloos. Hijzelf hoort bij de kwetsbare groep. Hij heeft echt geen zin om corona te krijgen omdat leerlingen zo dom zijn om mondkapjes te ‘vergeten’. Toen hij in het ziekenhuis lag had hij heus wel gemerkt hoe druk ze het daar hadden. Hij had gezegd dat hij weer naar huis wilde maar hij moest een nachtje blijven ter observatie. Er was niets aan de hand, gewoon te snel opgestaan, flauwgevallen en dan ga je de molen in. Gezeur. Beginnen ze daar in het ziekenhuis ook weer over zijn overgewicht. Ook al zo’n onzin. Hij is gewoon zijn hele leven al stevig geweest. Zijn moeder was dik, zijn vader ook dus dan is het toch niet gek dat hijzelf niet broodmager is. “Doet u aan sport?” had de dokter gevraagd. Nee, hij doet niet aan sport. Nooit gedaan ook. “U loopt ernstig risico, u moet uw leefwijze veranderen” had de dokter gezegd. Ja, nee, hij gaat echt niet naar de sportschool of in zo’n veel te strakke broek met een helm op met een racefiets zichzelf voor schut zetten. Toch heeft hij wel iets gedaan: hij laat de auto vaker staan en eet wat gezonder.
“Mondkapje!” weer zo’n meisje dat zich niet aan de regels houdt. Eigenlijk zou hij zich niet druk moeten maken. Maar ja. Als je niet streng bent dan luisteren ze niet meer naar je, zeker de jeugd van tegenwoordig niet. Het wordt ieder jaar erger. Vroeger hadden ze nog ontzag voor je. Nou moet het niet gekker worden. Weer een zonder mondkapje. “Mondkapje!” roept hij naar de slungel die op het leerplein loopt. De jongen haalt zijn schouders op. Zo die durft. Het groepje leerlingen dat op het leerplein zit lacht stiekem. “Mondkapje!” herhaalt hij woedend. De leerlingen lachen nu hardop. Hij kijkt ze woest aan. “Nou?” zegt hij met scherpe stem. De leerlingen rollen haast van hun stoel van het lachen. “4a” zegt hij, “Oke, stop met dat achterlijk gelach en anders mogen jullie allemaal nakomen.” De leerlingen zijn meteen stil. “Mondkapje nu opzetten anders heb je een ernstig probleem” zegt hij dreigend. “Hij heeft een mondkapje meneer” zegt een van de leerlingen uit het groepje. Hij draait zich weer naar de leerling. Die schuift zijn vinger onder zijn kin en schuift inderdaad een mondkapje omhoog. Een mondkapje waarop een neus en een mond afgedrukt is zodat je niet kunt zien dat het een mondkapje is. De jongens aan tafel lachen weer. “Sorry meneer” zegt de slungel “ik wilde met meneer de Groot een geintje uithalen en niet met u.” De zoemer gaat en de jongens aan de tafel staan op, lopen weg en slaan de slungel op zijn schouder.
Kijk. Dat bedoelt hij dus. Ze hebben geen respect. Een geintje. Puh. Daardoor is hij nu wat later bij zijn lokaal. De leerlingen zijn er al zo te horen. Brugklassers. Dit is de eerste keer dat hij ze weer heeft na zijn ziekteverlof. Mrs. Whitehead heeft ze verpest dat hoort hij zo al. Het is maar de helft van de klas maar het klinkt alsof er drie klassen in het lokaal zijn.
Tommie steekt zijn hoofd om de deur. “Stil! Stil! Daar issie!” roept hij en het wordt stil in de klas. Nou hij zal ze stevig moeten aanpakken.
Bastiaansen stapt het Engels lokaal in. “Surprice!!!” roepen de leerlingen. Ze hebben de klas versierd. Voor het raam hangt een laken met ‘Welcome back mr Bastiaansen’ en op zijn bureau staat een hele grote taart. Het smartboard staat aan en de andere helft van de klas is erop te zien, iedereen zwaait enthousiast. Bastiaansen weet niet wat hij moet zeggen. Dan ziet hij mevrouw van Son en Mrs. Whitehead achter in het lokaal staan.
“Partytime!” roept Tommie. Dekselse kinderen. “We hebben je gemist, William” zegt mevrouw van Son. “Welkom terug”. De leerlingen trommelen met hun handen op tafel. Bastiaansen slikt. Dat gebeurt niet zo vaak maar hij krijgt een brok in zijn keel. Hij steekt zijn hand op. Meteen is het stil.
“Ik hou eigenlijk niet zo van dit gedoe” zegt hij, “Maar ja. Dit is overmacht” Hij valt stil. Dit heeft nog niemand ooit meegemaakt hier op school. Bastiaansen die niet weet wat hij moet zeggen.
“Ga zitten William” zegt mevrouw van Son. Mrs. Whitehead loopt naar het bureau en begint de taart in stukken te snijden. Mevrouw van Son buigt zich naar de camera van de laptop. “Jullie krijgen vanmiddag taart tijdens het mentoruur” zegt ze. “Als er dan nog iets over is” zegt Tommie. Iedereen lacht.