Drama als middel
Het vak drama als middel blijkt volgens dit onderzoek een goede manier om sociale vaardigheid van leerlingen te vergroten.
Inleiding
In het voorjaar van 2009 kreeg ik een baan aangeboden als docent drama op een VMBO G/T. Men wilde het vak drama als middel aan gaan bieden omdat sociaal minder vaardige en faal-angstige leerlingen maar ook de leerlingen met minder etiketjes door het meedoen aan de schoolmusical, sociaal-emotioneel een sprong bleken te maken.
Men wilde drama maar dan ànders. Ik heb “Ja” gezegd omdat juist dat aspect me aansprak. Wanneer ik reguliere dramalessen had moeten geven had ik de baan niet geaccepteerd.
Ik was nieuw op school en nieuw in het onderwijs en het vak was nieuw. Men gaf mij ook een signalerende functie naar leerlingen toe: verwacht werd dat leerlingen bij drama ander gedrag zouden laten zien dan bij reguliere vakken.
Er was geen lesmateriaal, geen geschikte ruimte en middelen of zelfs maar budget. Er was geen doelstelling geformuleerd, geen lesplan; alleen de vage notie van ‘Drama maar dan als middel’. Er was wel grote bereidheid tot meedenken en de school heeft een uitgebreid systeem om nieuwe collega’s op te vangen en te begeleiden. Ik kreeg een warm welkom van een gedreven team met veel passie voor leerlingen en leerlingenzorg.
Al in de allereerste gesprekken die ik voerde met de locatiedirecteur en mijn direct leidinggevende (teamleider onderbouw) ging het vooral over de inhoud en de doelstellingen van het te ontwikkelen vak. Dit was belangrijk vanaf het begin. Naast de inhoud en de doelstellingen was het ook van belang direct afspraken te maken over de groepsgrootte en de duur van de lessen. We kwamen overeen om de lessen te geven aan halve klassen in 9 blokuren (2x 45 minuten).
Het vak moest niet een van de kunstvakken zijn maar drama moest het middel zijn om andere doelen te bereiken. Ik maakte een selectie uit de kerndoelen zoals die in artikel 1 van het Besluit kerndoelen onderbouw VO1 geformuleerd worden. Ik heb daarbij gekeken welke kerndoelen zowel vakoverstijgend waren als een raakvlak hadden met doelen van het leergebied Kunst en Cultuur.
In een allereerste voorstel heb ik de volgende doelen geopperd:
- veiligheid binnen de groep
- vergroten assertiviteit
- werken aan sociale vaardigheid
- vergroten zelfvertrouwen
- werken aan spreekvaardigheid, zelfpresentatie
- werken aan verbeeldingskracht, inlevingsvermogen
Deze doelen vormden, en vormen nog steeds, het uitgangspunt voor de uit te werken lessen. Het vak mocht en moest gaande weg ontwikkeld worden. Ik koos thema’s die aan de doelen gekoppeld waren en begon met het maken van een eerste opzet van de lessen.
Voortdurende reflectie, feedback en evaluatie bleek nodig en nuttig bij het ontwikkelen van dit innovatieve product. Regelmatig heb ik geëvalueerd met mijn direct leidinggevende, met een mij aangeboden coach en met collega’s. Deze evaluaties betroffen zowel de inhoud (doel, werkwijze en middelen) van het lesprogramma als mijn functioneren als docent.
Ik vond, en vind, het evalueren met leerlingen erg belangrijk. Ik besloot daarom vanaf het begin te toetsen of het vak Drama als middel zoals dat ik het aan leerlingen aanbood ook daadwerkelijk door leerlingen ervaren werd als een vak waarin aan bovengenoemde doelen gewerkt wordt. In ieder blok Drama als middel zit een theoretische toets en de laatste vraag is steeds evaluatief van aard. De antwoorden bieden mij een schat aan informatie. Mede op basis hiervan zijn lessen bijgesteld, dan wel verbeteracties uitgevoerd en dit gaf mij handvatten bij het kijken naar en reflecteren op mijn functioneren als docent.
Na afloop van het eerste jaar, na evaluatie, besloot men in samenspraak met mij ook de tweede klas dramalessen te geven. Nu krijgen alle leerlingen in de onderbouw gedurende 9 blokuren Drama als middel. De lessen worden gegeven aan kleine groepen (halve klassen) van tussen de 12 en de 15 leerlingen.
Inmiddels is de door mij ontwikkelde module regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Vier keer per jaar starten nieuwe groepen. Na iedere periode kijk ik wat goed ging en wat beter kan, waar accenten liggen en of dat zo moet blijven. Soms zijn er ook bijstellingen in de module omdat er een behoefte ontstaan is binnen de school. Zo ben ik bijvoorbeeld op dit moment een aantal lessen in klas twee een ander accent aan het geven. Nu zijn er twee lessen die gaan over conflicthantering en een les die gaat over onderhandelen. Dit worden drie lessen die gaan over impulsbeheersing.
Ik heb het vak ook een andere kant uit ontwikkeld. Het vak is omgeschreven naar een module ‘train de trainer’ voor HBO studenten. Drama als middel waarborgt een integrale aanpak van vaardigheden van studenten. De eigen vaardigheid van studenten wordt getraind en tegelijk wordt hen geleerd werkvormen toe te passen in de eigen stagepraktijk naar leerlingen in het VO en MBO. Daarnaast krijgt de student (en de docent) zicht op de eigen competentieontwikkeling.
Ook met deze studenten is geëvalueerd en heb ik gevraagd wat studenten over zichzelf geleerd hebben tijdens het leerarrangement.
Het vak zou ook breder geïmplementeerd kunnen worden. De module kan gemakkelijk aangepast worden aan de betreffende studie. Ik denk dan aan Sociale Studies, Toegepaste psychologie, Pedagogiek, Creatieve therapie enz.
In dit verslag beschrijf ik de achtergronden van de doelen vanuit de literatuur en koppel die aan werkwijze en thema’s.
Klik HIER voor het volledige onderzoek