Kan en mag iedereen zichzelf zijn in de groep? Worden verschillen geaccepteerd? Paarse vrijdag is de dag waarop scholieren en studenten door het dragen van de kleur paars op school hun solidariteit kunnen tonen met LHBTI+’ers. Hier een aantal werkvormen om paarse vrijdag aan te grijpen om meer begrip te krijgen voor diversiteit. Bekijk de stellingen vooraf kritisch en kies kaarten die passen bij deze groep of die passend zijn bij het groepsproces op dit moment.
De PowerPoint bevat stellingen om seksuele- en genderdiversiteit bespreekbaar te maken.
Met stellingen zijn veel werkwijzen mogelijk.
Doel:
- Bespreekbaar maken gender- en seksuele diversiteit
- Solidair leren zijn met anderen
- Bewust worden van diversiteit in de groep
- Bewust worden van eigen en andermans (voor)oordelen
- Respectvol om leren gaan met elkaar
- Positieve groepsvorming
Voor wie
- Bovenbouw PO
- VO
- MBO
Werkwijze 1:
- Print voor ieder groepje de stellingen uit: KLIK HIER
- Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen.
- Elk groepje krijgt de stellingen en een rood, groen en wit vel papier.
- Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
- Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen. De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
- Leerlingen/studenten bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.
Nabespreking
Bespreek met de groep de opbrengsten. Leg (of hang) daarvoor eerst alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar. Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan. Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.
Mogelijke vragen:
– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?
– Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
– Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?
Werkwijze 2:
- Alle leerlingen/studenten krijgen een rood en een groen kaartje.
- Voor het downloaden van de PowerPoint: KLIK HIER
- De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen/studenten geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
- Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
- De begeleider leidt de discussie.