Eigendunk

foto leerlingen in de kring

Een actieve en activerende werkvorm waarbij leerlingen/studenten elkaar beter leren kennen en er een enthousiaste prettige sfeer in de groep ontstaat. Leerlingen/studenten vinden het vaak moeilijk om te benoemen waar ze goed in zijn. Zeggen dat je ergens goed in bent getuigt in hun ogen van eigendunk en als je iets niet mag hebben is het ‘eigendunk’. Meteen een mooie gelegenheid om het te hebben over eigendunk en het verschil met zelfwaardering en terecht trots mogen zijn op iets waarin je goed bent. Het spel lijkt op een stoelendans.

Doel:

  • Op een andere manier kennismaken met docent en met elkaar
  • Aandacht richten op elkaar en op de groep
  • Leren delen van kwaliteiten met de groep
  • Leren ontvangen en geven van complimenten
  • Anderen helpen kwaliteiten te (h)erkennen
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer

Voor wie:

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze:

Hiervoor is ruimte nodig in het lokaal. Alle deelnemers zitten op stoelen in een kring. Het spel begint als ‘Fruitmandje’, een soort stoelendans die een aantal leerlingen al zullen kennen.
Elke sdeelnemer krijgt één van de drie fruitsoorten appel, peer of banaan toegewezen.
De docent staat in het midden van de kring en roept een fruitsoort, bijvoorbeeld banaan. Alle bananen moeten op dat moment opstaan en een andere plaats zoeken. Je kunt ook ‘fruitmandje’ roepen ten teken dat iedereen een andere plek moet zoeken.

Dit oefen je even met alle fruitsoorten om vervolgens (als docent) zelf mee te gaan spelen; je gaat ook op zoek naar een lege stoel.
Vanaf dat moment is er dus altijd een stoel te weinig en degene die geen stoel kan vinden moet in het midden gaan staan en een fruitsoort roepen.

Als dit een tijdje op deze manier gespeeld is verandert het spel in het ‘Eigendunk’-spel.

Er wordt door degene die in het midden staat geen fruit meer geroepen maar er wordt gezegd: “Ik ben goed in….”.Deze leerling noemt dan iets op waar ze goed in zijn en iedereen die daar ook goed in is (al is het maar een heel klein beetje) rent naar een andere stoel.

Het leuke van deze oefening is dat leerlingen/studenten elkaar gaan helpen. Wanneer iemand in het midden staat die maar niet kan bedenken waar hij of zij goed in, is zullen groepsgenoten snel zeggen; “Oh, maar jij bent heel goed in….”. Dit is heel ondersteunend en een meerwaarde voor de positieve sfeer in de groep.

Complimenten

Niet voor iedereen is het gemakkelijk om complimenten te ontvangen. Iets positiefs zeggen over jezelf is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Een ander positieve feedback geven is vaak makkelijker. Een enkeling vindt het moeilijk om een compliment in ontvangst te nemen. Iemand die een compliment krijgt staat even in het middelpunt van de belangstelling. Niet iedereen vindt dat fijn. Mensen kunnen het moeilijk vinden om zich een houding te geven wanneer ze een compliment krijgen. Zo wordt een compliment wel eens weggelachen of voelt iemand zich verplicht om een complimentje terug te geven. Dat vormt dan een mooie aanleiding om een (deel van de) les te besteden aan complimenten geven en ontvangen.
Daarin kunnen de volgende onderstaande aandachtspunten meegenomen worden.

Tips om een compliment op een goede manier te geven:

  • Doe het persoonlijk
  • Gebruik de ik-vorm
  • Maak het specifiek
  • Maak het zo concreet mogelijk
  • Licht eventueel je compliment toe met een voorbeeld

Tips om een compliment op een goede manier te ontvangen:

  • Maak oogcontact
  • Bedank de ander
  • Twijfel niet aan de goede bedoeling
  • Geniet van het moment

KLIK HIER voor meer info

Bron

Voor deze werkvorm heb ik het spel ‘Fruitmandje’ vorm gegeven zodat het paste bij de mijn praktijksituatie. Ik heb naar de oorspronkelijke bron van ‘Fruitmandje’ gezocht maar niet gevonden.

Met GroepsGedoe 2.0 zet je jongeren aan het denken. Jongeren krijgen meer zicht op  de impact die ieders doen en laten heeft op de groep en hoe dat soms schadelijk kan zijn. Door het werken met dit spel worden jongeren bewust gemaakt van wat ze samen kunnen doen om voor een veilig sociaal klimaat in de groep te zorgen.
Het is geschikt voor gebruik in de klas maar ook buiten het onderwijs in te zetten. Meer info:  KLIK HIER.


 Kaartje raden

doosje met kaartjes om te raden

Na een toetsweek, een week waarin veel gevraagd is van leerlingen/studenten is het goed om weer even iets actiefs te doen. Een werkvorm die positieve energie oplevert. Tijd voor een vrolijke, laagdrempelige werkvorm ‘Kaartje raden’, die de sfeer positief beïnvloedt, die leerlingen/studenten in beweging brengt en die leerlingen/studenten leert associëren en de woordenschat spelenderwijs vergroot. Het spel lijkt een beetje op ‘Thirty seconds’.
Er zijn ‘gewone kaartjes’ die aansluiten bij school, er zijn ‘Zomerkaartjes’ en ‘Winterkaartjes’.

Voor wie

  • Bovenbouw PO (basisschool)
  • VO (voortgezet onderwijs)
  • Mbo

Doel:

  • Leerlingen/studenten durven voor de klas te staan om iets uit te beelden dan wel te omschrijven
  • Vergroten actieve woordenschat
  • Leerlingen/studenten leren associëren
  • Plezierig met elkaar in competitie gaan
  • Creëren van een gezellige fijne sfeer

Werkwijze:

  • Kies welke soort kaartjes je wil gaan gebruiken
  • Print de pagina met de kaartjes
  • Knip de kaartjes uit en kies welke je wil gebruiken in de klas.
  • De leerlingen/studenten zetten de tafels aan de kant en zetten de stoelen in een grote V-vorm.
  • Verdeel de groep in twee teams en zet deze schuin tegenover elkaar.
    Daarna kan het spel gespeeld worden.
  • Je hebt ook een stopwatch nodig. Dat kan via een smartphone waarbij je een van de leerlingen de rol van tijdbewaker geeft. Of digitaal via het digibord bijvoorbeeld :
    https://www.online-stopwatch.com/dynamite-timer/full-screen/
    dan komt er een geluidssignaal wanneer de tijd om is.

Spelregels:

  • Een leerling/student uit een van de twee teams gaat voor de klas staan en krijgt een minuut de tijd om zoveel mogelijk kaartjes te raden en ‘weg’ te spelen.
  • Laat de leerling/student die aan de beurt is een kaartje zien en deze gaat wat erop staat uitbeelden en/of omschrijven.
  • Het uitbeelden doet de leerling/student voor het eigen team dat moet raden wat er op het kaartje staat.
  • Zodra het woord geraden is krijgt de leerling/student het volgende kaartje te zien. Voor ieder weggespeeld kaartje krijgt men een punt.
  • Zegt een leerling/student per ongeluk een woord of een gedeelte daarvan dat op het kaartje staat dan telt het kaartje niet mee en volgt een time-out van tien strafseconden waarin niet geraden kan worden. Ik doe dat door hardop van tien terug te tellen naar nul.
  • Het team dat niet aan de beurt moet stil zijn.
  • De score wordt bijgehouden op een blaadje.
    Leerlingen/studenten kunnen erg fanatiek worden van ‘kaartje raden’ en hard gaan roepen. Maak hierover afspraken. Ook door elkaar roepen helpt niet echt bij
    Om de kaartjes te downloaden
kaartjes raden

Variatie

Je kunt dit spel ook spelen met complimentenkaarten. Dan moeten leerlingen/studenten een vaardigheid of eigenschap omschrijven die op een kaartje staat. Ze mogen dan de geraden kaart geven aan iemand waarvan ze vinden dat het omschreven compliment het beste past. Zie voor meer uitleg: KLIK HIER

Bron:

Deze werkvorm heb ik vorm gegeven zodat het paste bij de mijn praktijksituatie. De oorspronkelijke bron is het spel ‘Thirthy seconds’ .

Werkvormen om aan de sociale veiligheid in groepen werken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:


 Grapje! Moet toch kunnen?!

Grapje! Moet toch kunnen?! Dat was het Thema van de Week tegen pesten van de stichting School en Veiligheid een paar jaar geleden. Een belangrijk thema want een plezierige sfeer en samen lachen gaan vaak hand in hand.
In de eerste periode van het schooljaar worden de normen bepaald in de groep en humor kan daarbij helpen.

Toch is het ook glad ijs: wanneer gaat een grapje te ver. Wanneer wordt lachen uitlachen. De grenzen zijn vaak diffuus. ‘Wanneer is een grapje grappig?’ is een vraag die haast niet te beantwoorden is. Wanneer is iets grappig en wanneer grensoverschrijdend? Een grapje in de ene context kan prima zijn terwijl in een andere context dezelfde grap echt niet kan.

Humor en grappen stellen een toehoorder vaak ook voor een dilemma. Als je niet lacht zul je de grap wel niet snappen of een ‘zeikerd’ zijn of iemand zonder gevoel voor humor.
Door te lachen om een grap help je om de norm in een groep te bepalen. Door te lachen accepteer je een grens.
Een grap kan ook bedoeld zijn om een spiegel voor te houden en daardoor kunnen mensen aan het denken gezet worden over de (uitvergrote) werkelijkheid.

Soms is het heel duidelijk: er wordt een grap gemaakt ten koste van een ander. Wanneer dat herhaaldelijk gebeurt en de ‘grappenmaker’ niet wordt terug gefloten kan dit ontaarden is pestgedrag wat schadelijk is niet alleen voor het slachtoffer maar voor de hele groep.

Doel

  • Bewust-worden van gevolgen van schijnbaar onschuldige grapjes
  • Bespreekbaar maken uitschelden
  • Leerlingen/studenten laten nadenken welke rol je kunt pakken in deze situatie
  • Leren van elkaars inzichten
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • Onderbouw VO

Werkwijze

  • Download het verhaal HIER
  • Download eventueel de PowerPointPresentatie HIER. De stellingen gaan niet over het verhaal maar over grapjes maken in het algemeen. Lees vooraf de stellingen goed door en kies die stellingen die passen bij jouw groep.
  • Lees het verhaal voor en bespreek het met de klas.
  • Kies vervolgens een van de twee volgende werkwijzen:

Post-its met Flap

  • Verdeel de groep in twee- of drietallen.
  • De stellingen worden voorgelezen en/of getoond via de PowerPoint op het Digibord.
  • Leerlingen/studenten gaan in hun groepje overleggen en vervolgens naar aanleiding van de stelling een argument voor of tegen bedenken. Dit wordt op een Post-it genoteerd.
  • De Post-its worden op een gezamenlijke flap geplakt.
  • Bespreek na afloop opvallende uitspraken in de groep:
    • Zijn er overeenkomsten, verschillen?
    • Welke thema’s keren steeds weer terug in het groepsgesprek?
    • Aanvullende opdracht: maak eigen stellingen en wissel deze uit.

Scenes maken

  • Laat leerlingen/studenten in tweetallen of kleine groepjes twee of drie stellingen uitkiezen.
  • Ze moeten nu met behulp van de stelling een klein verhaaltje bedenken en dat ook uitspelen.
  • Iedere scene heeft een begin, een midden en een duidelijk einde.
  • Vertel vooraf dat de scenes worden nabesproken en welke vragen er dan gesteld worden.
  • Geef ze niet te lang de tijd om te bedenken en te repeteren: vijf  tot tien minuten is voldoende. Dit maakt de presentatie achteraf ‘veiliger’.
  • Vertel leerlingen/studenten dat in een theatervoorstelling eindeloos geoefend wordt. Dus als het resultaat minder geslaagd is dan kinderen vooraf hoopten, ligt het vooral daaraan.
  • Aan elkaar presenteren en nabespreken. Mogelijke vragen:
    • Wat heeft deze scene ons willen zeggen?
    • Was wat er gebeurde herkenbaar?
    • Wat heeft het groepje leerlingen/studenten goed gedaan?

Verder lezen

Werken aan pestpreventie?

Met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Ongeschreven regels

Wat is dat nu eigenlijk ‘normaal’? Welk gedrag verwachten we van leerlingen/studenten? Wat vinden wij als docenten normaal en waarin ontstaan verschillen? Zijn deze verschillen te overbruggen? Welke ongeschreven regels zijn er in een groep?
Met een klas in gesprek gaan aan de hand van onderstaande werkvorm kan een hulpmiddel zijn om duidelijkheid te krijgen en een aanleiding om over normen en waarden van gedachten te wisselen.

Doel

  • Helder krijgen wat gewenst gedrag eigenlijk is
  • (H)erkennen ongeschreven regels
  • Verschillen herkennen in elkaars visie
  • Gesprek aangaan over verschillen in normen en waarden
  • positieve groepsvorming

Voor wie

  • Groep 8 PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

Ongeschreven regels zijn omgangsvormen, een soort afspraken waar iedereen zich aan houdt zonder dat het échte regels zijn.
Start de werkvorm met uitleg en laat leerlingen/studenten komen met voorbeelden of gebruik onderstaande voorbeelden:

  • Je kijkt niet ongevraagd op iemands telefoon mee
  • Je draagt geen sokken als je sandalen aanhebt
  • Je maakt niet ongevraagd een foto van iemand
  • Je bent niet té eerlijk
  • Je moet iemand niet de hele tijd aanstaren
  • Je gaat niet ongevraagd spieken
  • snitchen

In sommige groepen gelden ongeschreven regels die soms vervelend zijn

  • Het is stom om goede cijfers te halen
  • Als je iets heel op tijd inlevert ben je een nerd
  • Als je met die en die omgaat hoor je er niet meer bij

Welke ongeschreven regels zijn er in deze groep?
Leerlingen/studenten bespreken dit in kleine groepjes en noteren deze regels. Wat zijn de consequenties wanneer je die overschrijdt?
Klassikaal bespreken en op het bord de meest voorkomende ongeschreven regels noteren.

Bespreken wat de verschillen zijn tussen ‘netjes’ en ‘normaal’. Netjes is beschaafd, beleefd. Het is fijn als leerlingen/studenten dit doen. Normaal is vanzelfsprekend. Er mag van alle leerlingen/studenten verwacht worden dat dit gebeurt.

.

Leerlingen/studenten krijgen allemaal een werkblad ‘Netjes of Normaal’ en vullen dit individueel in. Om het formulier te downloaden KLIK HIER
Het werkblad bevat een extra kolommen waar ze eigen gedragsvoorbeelden kunnen invullen.
In een groepsgesprek worden alle gedragingen besproken en vervolgens op het bord ingedeeld in kolommen.
Leerlingen/studenten in kleine groepjes (of tweetallen) gedragingen laten verzinnen die hier nog aan toegevoegd kunnen worden.

Bespreek tot slot of er verschil is in wat volwassenen (docenten) normaal vinden en wat leerlingen/studenten vinden

Bron

Deze laatste werkvorm en ook het formulier is gebaseerd op een lesidee van Paul Pelle. Paul verzamelt veel lessen voor met name mentoren in het VO en publiceert deze op zijn website. Zie: www.mentortijd.nl

Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Vertrouwen

formulier vertrouwen

We hebben het vaak over vertrouwen. We moeten op elkaar vertrouwen, we moeten op onszelf vertrouwen. We moeten ergens vertrouwen in hebben. Onze hele samenleving is gebaseerd op basis van vertrouwen.

Om te peilen wat leerlingen/studenten vinden wat vertrouwen is en om een beeld te krijgen van de sociale veiligheid in een groep kun je leerlingen/studenten een vragenlijst laten invullen en deze klassikaal te bespreken. De formulieren in laten leveren: het bevat voor de docent interessante informatie over hoe een leerling/student denkt over vertrouwen, controle en ‘snitchen’. Wellicht zullen soms antwoorden aanleiding geven om individueel na te praten met een leerling/student.
De vierde aflevering van de podcast GroepsGedoe gaat over vertrouwen. Ik bevraag daarin experts, docenten en leerlingen/studenten over dit onderwerp.

Doel

  • Inzicht krijgen in de sociale veiligheid binnen de groep
  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Leren van elkaars inzichten
  • Nadenken over wat maakt dat het goed gaat in de groep

Voor wie

  • Groep 8 PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Laat leerlingen/studenten het formulier invullen
  • Laat leerlingen/studenten in tweetallen of kleine groepjes elkaars antwoorden bespreken
  • Bespreek vervolgens klassikaal vraag voor vraag
  • Laat leerlingen/studenten het formulier inleveren : het geeft wellicht aanleiding tot een individueel gesprek.

Om het formulier te downloaden KLIK HIER

Verder lezen:

  • Vertrouwen als vierde basisbehoefte: ‘Goed onderwijs is onderwijs dat deugt’ artikel van Dolf van der Berg KLIK HIER
  • Vertrouwen en zelfvertrouwen als kwaliteiten van ontwikkeling en leren artikel van Luc Stevens KLIK HIER

Meer werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Conciërges: cement van de schoolorganisatie

conciërgehok

 

Paden schoolterrein sneeuwvrijgemaakt door conciërge

Conciërges vormen het cement van menige schoolorganisatie. Voorbeeldje: tijdens de vorige lockdown was de voltallige schoolleiding van een school in Breda afwezig door Corona. De school draaide gewoon door. Toen twee weken later van dezelfde school de conciërges ziek waren ging de school dicht. De dag van de conciërge wordt op 8 februari voor de eerste keer gevierd.

Vorig jaar op 8 februari postte Adriënne de Kock, schoolleider bij Curio, het volgende op Twitter onder bovenstaande afbeelding:

Dat conciërges het helemaal verdienen om eens in het zonnetje gezet te worden blijkt wel wanneer je bedenkt wat er allemaal van hen gevraagd wordt.

Klaarstaan met een pleister, een mondkapje, de fietspomp.
Kerstversiering, panelen voor de open avond, geluidsinstallatie.
Gevonden voorwerpen, gereedschap, strooizout.

Wanneer het kopieerapparaat vastloopt, de tl-buis kapot is, het te koud/warm is.
Het raam niet opengaat, de jongenstoilet overstroomt, het printpapier op is.
De trapleuning los zit, de filter van de afwasmachine schoongemaakt moet worden.

Wanneer de EHBO-kist moet worden aangevuld, de telefoon gaat.
Ouders opgevangen moeten worden, de gootsteen verstopt zit,
Om de BHV bijscholing te volgen, een leerling te troosten, het buitenterrein te beheren.

Om planten water te geven, leerlingen te corrigeren, stoelen aan te schuiven
Nablijvers aan het werk te zetten, een leerling gerust te stellen, bezoekers te ontvangen
Om de school te openen en sluiten,  verlichting te controleren, de verwarming te ontluchten.

Om beveiligingsbeelden te monitoren, kopieën klaar te leggen, wegbewijzering verzorgen
Om te bemiddelen tussen leerlingen, energydrankjes af te pakken, batterijen vervangen,
Om afvalbakjes te legen, brandmeldinstallaties te beheren, een deurklink vast te schroeven.

Het ouderwetse beeld van de conciërge: die man in zijn stofjas die geleund op zijn zwabber een sigaar rookt klopt al jarenlang niet meer met de huidige medewerker facilitaire dienst die zo langzamerhand onmisbaar is geworden in de schoolorganisatie.
Toen ik in een grijs verleden op de middelbare school zat hadden we Lien. Lien zat in gebloemde jasschort in het conciërge-hok met een breiwerkje. Lien zette koffie en thee. Nam de telefoon op, deed de deur open wanneer er gebeld werd en ging ’s morgens en ’s middags met een koffie-karretje langs de klassen om koffie en thee rond te brengen. Als je de les uitgestuurd werd moest je je melden bij Lien die je troostte en die dan een klusje voor je had tijdens de middag dat je dan moest nakomen. Ik heb goede herinneringen aan Lien.

Conciërges Curio Breda

Er zijn nog steeds conciërges die zorgen voor koffie en thee maar meestal besteedt de school dit uit aan de catering of halen docenten zelf hun drankje uit de automaat. De taak van de conciërge is uitgebreid en divers. Niet op iedere school is het takenpakket hetzelfde. Gelukkig staat er in haast iedere omschrijving ‘overige werkzaamheden’ zodat het altijd klopt.
Wanneer je aan conciërges vraagt wat hun belangrijkste taak is en wat hun het meeste voldoening geeft noemen ze allemaal het contact met leerlingen als eerste. Dat is waarom ze conciërge zijn geworden: de leerlingen.
Een andere belangrijke taak vind je vaak niet terug in functieomschrijvingen: conciërges zijn cruciaal wanneer het gaat om sociale veiligheid. Want op de gang, bij de kluisjes en op het schoolplein is het juist de conciërge die kan signaleren of het wel goed gaat.

Ken je een conciërge: op 8 februari is het een goed moment om eens een compliment te geven of om deze stille kracht op een andere manier in het zonnetje te zetten.

Er is ook een filmpje gemaakt dat de taak en de rol van de conciërge wanneer het gaat om sociale veiligheid duidelijk maakt. Verschillende conciërges, docenten, schoolleiders en leerlingen komen aan het woord:

Lucy Reijnen (MEd en M SEN) is docent op 2college Jozefmavo en deelnemer aan de leerlabs ‘sociale veiligheid’ en  ‘studentenwelzijn’ van Curio, een vmbo-mbo organisatie in West-Brabant.

Grensoverschrijdend gedrag

Voorleesverhaal

Het is niet altijd gemakkelijk om (seksueel)grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar te maken op school. Niet elke leerkracht voelt zich capabel om dit met leerlingen/studenten te bespreken of voelt zich ongemakkelijk bij dit toch precaire onderwerp. Bovendien weet je niet altijd of dergelijke problematiek speelt bij leerlingen/studenten in je klas.
Toch is het belangrijk om met leerlingen/studenten te bespreken wat wel of niet grensoverschrijdend is. En wat ze dan kunnen doen. Hier is geen duidelijk eenduidig recept voor te geven: iedere situatie is weer anders.
Een van de manieren is het aan de hand van een verhaal te bespreken.

Doel

  • Leerlingen/studenten betrekken bij een maatschappelijk thema
  • Leerlingen/studenten bewustmaken van seksueel grensoverschrijdend gedrag
  • Leerlingen/studentenlaten nadenken over hoe zij hier mee zelf omgaan
  • Leerlingen/studenten laten nadenken over hoe moeilijk het is om ‘nee’ te zeggen in sommige situaties
  • Leerlingen/studenten bewust maken van hulpbronnen

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

Lees het verhaal voor en bespreek het met de klas. Dit kan op verschillende manieren:

  • Bespreek het klassikaal aan de hand van vragen
  • Laat leerlingen/studenten vragen in groepjes bespreken
  • Laat leerlingen/studenten vragen schriftelijk beantwoorden en ga in de les erop in gesprek over de antwoorden

Mogelijke vragen

Kijk welke vragen passen bij de leeftijd (en belevingswereld) van je leerlingen/studenten. De vragen zijn gemaakt voor alle leeftijden. Vul ook aan met eigen vragen

  • Wat kan Francien doen?
  • Wie kan haar helpen?
  • Wat maakt het moeilijk om er iets van te zeggen tegen haar moeder?
  • Waarom is hier sprake van ‘grensoverschrijdend gedrag’?
  • Wat maakt dat ‘grensoverschrijdend gedrag’ vaak verborgen blijft?
  • Nee-zeggen is soms moeilijk. Hoe komt dat?
  • Wat maakt dat slachtoffers bang zijn dat ze niet geloofd worden?
  • Soms kijken mensen weg, doen alsof ze het niet gezien of gemerkt hebben. Hoe komt dat?
  • Bij wie kun je terecht wanneer je grensoverschrijdend gedrag meemaakt?
  • Bij wie zou je zoiets op school kunnen melden? Zou je dat durven?
  • Welke tips zou je Francien geven?
  • Heeft de buurman ook hulp nodig denk je?

Download het verhaal HIER

Extra werkvormen om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Handig reflecteren

handje met tekst in de vingers

Even een pas op de plaats maken, even nadenken over wat je wilt, opnieuw bedenken wat je doelen zijn en bewustworden van je eigen waarden en je wensen. Reflecteren is vaak niet makkelijk maar zo belangrijk. Met deze werkvorm kijken leerlingen/studenten naar binnen, reflecteren en bespreken dit met anderen. Ze bedenken waarin ze goed zijn, wat hun doelen/wensen zijn, waar ze een hekel aan hebben, waar ze trouw in zijn en wat ze willen leren. Een mooi aanknopingspunt voor een begeleidingsgesprek.

Doel

  • (H)erkennen van eigenschappen
  • Leren reflecteren
  • Leren geven en ontvangen van feedback

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten het werkblad uit. Download dit werkblad: KLIK HIER
  • Leg ter inspiratie kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden zichtbaar in de ruimte. Je kunt hiervoor zelf kaarten maken of de kaarten uit ‘Complimentenmemory’ gebruiken. Meer info daarover: KLIK HIER.
  • Leerlingen/studenten beantwoorden de vragen in stilte voor zichzelf.
  • Daarna bespreken ze wat ze hebben ingevuld in tweetallen of een klein groepje.
  • Bij het maken van de vragen de leerlingen/studenten laten beginnen bij het positieve: de duim. Bij het nabespreken beginnen bij de pink zodat ze het positieve (van de duim) vasthouden.
  • Plenair kunnen vervolgens leerlingen/studenten die dat willen hun antwoorden delen.
  • Pas op: deze oefening is moeilijker dat het lijkt. Het is goed om zelf het eerst in te vullen om de oefening te ervaren zodat je beter voorbereid bent op vragen.
  • Laat de leerlingen/studenten het werkblad inleveren zodat er later eventueel op teruggekomen kan worden in een mentorgesprek bv.

BRON
Deze werkvorm heb ik vorm gegeven zodat het paste bij mijn praktijksituatie. Ik heb naar de oorspronkelijke bron gezocht maar niet gevonden.
NB: deze werkvorm is op verschillende manieren uit te werken zie bv: https://www.klascement.net/.

Meer werkvormen rond reflectie met ‘Complimentenmemory’

Dit spel bestaat uit 100 kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden die in te zetten zijn als compliment maar waarmee ook eigen competenties en mogelijkheden onder de loep genomen worden. Er hoort een boekje bij met uitgebreid beschreven werkvormen. Voor meer info: KLIK HIER

Omgaan met verschillen

Wanneer de verschillen groot zijn is het vaak niet gemakkelijk om goed te communiceren. Hoe overbrug je verschillen? Hoe kun je toch goed samenwerken? Werkvorm die leerlingen/studenten bewustmaakt van de eigen en andermans communicatie en wat voor effect groepsgedrag heeft.

Doel

  • Respectvol omgaan met verschillen
  • Vergroten samenwerkingsvaardigheden
  • Bewustwording van eigen en andermans communicatie
  • Effecten zien van groepsgedrag
  • Positieve groepsvorming

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO
HBO

Werkwijze

  • Voor deze oefening is wat voorbereiding nodig:  Kopieer de cultuur-omschrijvingen en opdrachten doe voor elke groep deze in een envelop. Voor een printversie van de culturen KLIK HIER
  • Verdeel de klas in vijf groepen van 4 à 5 leerlingen/studenten. Vier groepen spelen een ‘volk’ uit een heel ander niet bestaand land. Ieder volk heeft een eigen cultuur met hun eigen eigen-aardigheden. Iedere groep krijgt een envelop met daarin een beschrijving van de cultuur en een opdracht die ze moeten uitvoeren. Een groep bestaat uit observanten. De leerlingen/studenten krijgen de instructie niet met elkaar te praten. Voor het uitvoeren van de opdracht krijgen ze ongeveer 5 minuten de tijd.
  • De ‘volken’ zijn erg verschillend in hun manier van doen en hun manier van zijn. De opdrachten lijken tegenstrijdig maar zijn uitvoerbaar.

Informatie per groep

Groep 1

Cultuur: In jullie cultuur is sociaal contact erg belangrijk. Je zult vreemden altijd heel hartelijk welkom heten en er alles aan doen dat anderen zich op hun gemak voelen. Jullie houden van gezelligheid, dat vinden jullie veel belangrijker dan werken. Leve de lol.

Opdracht:  zet alle stoelen in het lokaal in een grote kring

Groep 2

Cultuur: In jullie cultuur is hard werken belangrijk, daar zijn jullie ook goed in. Als jullie iets moeten doen dan gaan jullie direct aan het werk. Jullie houden niet van luieren en hebben een hekel aan mensen die er de kantjes vanaf lopen. Als er een wedstrijd is dan willen jullie koste wat kost winnen.

Opdracht:  zet alle stoelen in het lokaal op de tafels

Groep 3

Cultuur: In jullie cultuur is het belangrijk dat alles zo netjes en precies mogelijk gebeurt. Jullie zijn erg secuur. Jullie zijn ook erg verlegen en kijken iemand anders niet makkelijk aan. Iedereen laat iedereen zoveel mogelijk met rust en dat vinden jullie prettig.

Opdracht:  zet alle stoelen in het lokaal naast elkaar

Groep 4

Cultuur: In jullie cultuur is respect heel belangrijk. Als je een vreemde tegenkomt maak je dan ook altijd meteen drie keer een buiging. Je lacht altijd vriendelijk ook al doet iemand iets wat je niet begrijpt. Je bent super geduldig. Wanneer iets de eerste keer niet gaat zoals je wil vertrouw je er op dat het de tweede of de tiende keer wel lukt.

Opdracht:  zet alle stoelen in het lokaal ondersteboven.

Groep 5

Dit is de groep observanten. Hun opdracht is om aan de kant te gaan zitten en goed te kijken.

  • Instructie leerlingen/studenten:
    • Ga aan de kant zitten zonder te praten.
    • Let goed op en kijk naar wat er gebeurt met de volgende vragen in je achterhoofd:
      – Hoe wordt er gecommuniceerd nu niemand mag praten?
      – Wat denk je dat de opdracht is van de verschillende groepen?
      – Kunnen de groepen samenwerken?
  • Meestal lukt het niet de opdracht uit te voeren. Leerlingen/studenten vinden het fijn om het toch op te lossen. Dan is het goed om de oefening te herhalen wel met dezelfde ‘rol’ maar dat er dan wel gepraat mag worden. Verraad dus niet de opdracht. Zeg dat ook tegen leerlingen.

Bij deze oefening is het belangrijk goed na te bespreken. Mogelijke vragen:

  • Vraag wat de observanten is opgevallen.
  • Wat maakt deze oefening moeilijk?
  • Wat helpt?
  • Wat merk je aan je eigen reacties?
  • Wat valt je op aan de groep?

Verder lezen

https://www.docentenbijscholing.nl/diversiteit-in-de-klas

Meer werkvormen die hierbij aansluiten:

Op naar het ‘nieuwe normaal’

Na de zomervakantie en na de kerstvakantie kennen we allemaal de periode waarin groepen onrustig zijn en de dynamiek in de groep in beweging komt. Leerlingen hebben elkaar een tijdje niet gezien en er moet weer even bepaald worden hoe de verhoudingen liggen. Nu, na de lockdown en de lange periode waarin op de meeste scholen met halve klassen gewerkt werd, kan er opnieuw reuring ontstaan in de klas. Het is belangrijk en nodig om aandacht te hebben voor het groepsproces wanneer de hele groep weer bij elkaar komt en het ‘nieuwe normaal’ begint.

Wat een vreemd jaar

We hebben met zijn allen een heel vreemd jaar achter de rug. Een jaar waarin we digitaal gezien grote stappen gezet hebben. Docenten én leerlingen hebben veel geleerd. Een aantal leerlingen floreerden tijdens de lockdown. “Mevrouw, ik vind het fijn: ik kan lekker doorwerken en heb niet al dat gedoe van de klas.”

Een aantal leerlingen waren erg verbaasd dat ze school zo misten “Ik had nooit gedacht dat ik blij zou zijn om weer naar school te mogen gaan.” Hoewel hier en daar wel een kanttekening gemaakt werd: “Ik mis school zelf niet maar mijn klasgenoten wel.”

Ook waren er leerlingen die het moeilijk vonden om zich op online lessen te concentreren. Over de lessen die de helft van de klas online moest volgen terwijl de andere helft fysiek op school was zei een leerling treffend: “Het is net of de tv aanstaat op een zender die je niet goed kan horen, die stoort en die je niks boeit.” Of: “Het is zo saai mevrouw. Je gaat uit bed naar je laptop en dan is het les, les, les. En dan ga ik eten en dan weer terug naar de laptop voor huiswerk. ’s Avonds is het lockdown. Het is zo saai!”
En dan hebben leerlingen soms nog broertjes of zusjes en ouders die ook thuis werken en niet op hun gezelligst zijn. En hebben ze hun telefoon voor het grijpen die voor afleiding zorgt of een playstation of een tablet standby met net dat level dat ze zouden willen halen.
En dan zijn er nog de leerlingen die die uit beeld raakten. Leerlingen met achterstanden omdat ze niet meededen met de online lessen, niet in de noodopvang geplaatst wilden worden of met een weinig ondersteunende thuissituatie.
Bovendien zijn er veel leerlingen die de effecten van corona hebben meegemaakt. Die zelf ziek waren, in quarantaine moesten. Die mensen in hun omgeving aan de ziekte zijn verloren of die mensen in hun directe omgeving erg ziek hebben zien worden. Een moeilijke, angstige tijd.

En we mogen weer

Vanaf 7 juni gaan de scholen weer helemaal open. Leerlingen mogen weer met de hele klas in één lokaal. De schoolcatering gaat weer open. Leerlingen hoeven geen anderhalve meter afstand te houden van elkaar. De mondkapjes bij rondlopen in de school blijven voorlopig nog en de anderhalve-meter-afstand-regel geldt nog wel voor docenten. Niet alle ouders zijn blij met de heropening. Ze zijn bang dat hun kind alsnog ziek wordt. Veel leerlingen vinden het prima zo.
Ook veel leraren hadden liever tot aan de zomervakantie met halve klassen willen werken. “Zoveel risico nemen terwijl het nog maar zo’n korte periode is.” hoor ik om me heen. En: “Geef eerst leraren voorrang bij vaccineren.” En: “Die achterstanden krijgen we toch niet opgelost in een paar weken.” En: “We krijgen alleen maar gedoe in die klassen.”
Leraren hebben hier wel een punt. In de groepsdynamiek gaat energie zitten, de klas moet zich weer ‘zetten’. Er is gewerkt met halve klassen en soms is er met ‘maatjes’ gewerkt. de groepjes binnen de groep zijn veranderd. Er zijn bv nieuwe vriendschappen ontstaan en vriendschappen verbroken of verschuivingen in wie populair is.

Het groepsproces is wel doorgegaan tijdens de lockdown maar anders en vaak online, via sociale media en ook niet altijd erg positief.
Tegelijkertijd zijn er ook veel leraren die niet kunnen wachten om weer in hun ‘normale’ ritme te komen en op een ‘normale’ manier les te gaan geven. “Ik kijk er zo naar uit, ik ben die online lessen zo beu” of “Ik mis mijn eigen klas, er gaat niets boven direct fysiek contact met leerlingen.”

Laatste stukje schooljaar

Ook in ‘normale’ tijden, de tijden vóór corona is het laatste stukje schooljaar juist een periode waarin er aandacht nodig is voor ‘gedoe’ in de groep. Zelfs in positieve, gezellige groepen ligt in de laatste periode van het schooljaar normvervaging op de loer (Overveld, 2014). Het is toch haast vakantie en de groep zal uit elkaar vallen. Doelen zijn al gehaald of toch niet meer te halen. Leerlingen die al zeker denken te weten dat ze toch niet overgaan of zelfs naar een andere school moeten hebben de neiging er helemaal maar de brui aan te geven. Dan kan er zomaar een negatieve spiraal ontstaan met effect op de hele groep.
Dit jaar wordt dat nog versterkt doordat er veel te doen is over de wel of niet vermeende leerachterstanden die leerlingen zouden hebben. Zeker leerlingen die het moeilijk vonden hun werk in orde te hebben in de online lessen kunnen zich zorgen maken en de moed opgeven.

Onbewust zal de groep hierop geneigd zijn mee te gaan in de negativiteit: het is immers gemakkelijker om afscheid te nemen van een groep wanneer die groep toch al niet meer zo leuk was. Dat alles kan ervoor zorgen dat de sfeer verslechtert, dat er conflicten ontstaan en onrust. Een vervelende sfeer waarop je als leerkracht echter wel invloed op kunt uitoefenen. Je hebt het voordeel dat je de leerlingen in tegenstelling tot het begin van het jaar, al heel goed kent en weet wat je kunt verwachten. Dat geldt trouwens ook voor leerlingen.

Groepsgevoel versterken

Groepsleden ontwikkelen een structuur en een cultuur die de groep kenmerkt. Groepen hebben de neiging stabiel te blijven, daardoor voelen de groepsleden zich veilig. Er zit daardoor een bepaalde mate van voorspelbaarheid in groepen. Vaste gewoonten, rituelen versterken het groepsgevoel. Mensen willen erbij horen en willen deel uitmaken van een groter geheel.
Door als leerkracht voorspelbaar te zijn versterk je de veiligheid. Dat kan zitten in vaste gewoonten en routines in de lessen die je geeft maar ook in hoe je reageert op situaties.
Het laatste stukje schooljaar kan ook een heel mooie periode worden. Veruit de meeste leerlingen hebben nu ervaren hoe niet naar school kunnen gaan grote nadelen heeft en kijken er naar uit weer lekker met  z’n allen te zijn. Dat geldt ook voor de meeste leraren.
Bouw voorspelbaarheid in, zorg ervoor dat de afspraken die je lang geleden met de klas gemaakt hebt over hoe je met elkaar omgaat weer in beeld komen.
Laat merken hoe blij je bent met deze groep. Geef de groep een positieve boost door vooral te kijken naar wat goed gaat. Heb vertrouwen in de groep en de veerkracht van leerlingen.

In gesprek

Ga regelmatig met de groep in gesprek. Dat hoeven geen lange sessies te zijn. Leerlingen zullen met onzekerheden kampen, hoe zal het verder gaan. Komt er een vierde golf. Is het waar wat ‘ze’ zeggen? Er zijn leerlingen die zijn gaan denken in complottheorieën of harde polariserende standpunten zijn gaan innemen. Denken in tegenstellingen heeft een negatief effect op het groepsgevoel.
Door op een open manier in gesprek te gaan kun je leerlingen leren dat er meer dan één manier van kijken is. Dat er meer perspectieven zijn en dat het de moeite waard is om naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor een mening die niet de jouwe is.
Ook de focus op leerachterstanden zorgt voor onzekerheid. Verleg die focus door op een positieve manier terug te kijken op het jaar. Wat is er ondanks alles bereikt, wat was verrassend, wat was bijzonder, wat waren hoogtepunten, waar is de groep het meest trots op. Leg in die evaluatie het accent op de successen en alles wat goed is gegaan. Hieruit kunnen leerlingen vertrouwen putten dat het allemaal wel goed zal komen.
Ook al kun je als begeleider van de groep veel vragen niet beantwoorden: het helpt om erover te praten. Het is al fijn dat leerlingen merken dat ze niet de enigen zijn met vragen en onzekerheden.

Tot slot

Niet alleen leerlingen maar vooral ook leraren hebben een uitputtend jaar achter de rug. De werkdruk in het onderwijs is altijd al hoog maar dit afgelopen jaar spant wel de kroon. En er moet nog zoveel gebeuren. Het is een hele opgave om ook deze laatste periode aandacht te houden voor ieder kind. Iedereen wil gehoord en gezien worden. Zorg ook goed voor jezelf als leerkracht. Zoek steun bij collega’s, zorg voor voldoende ontspanning en leg de lat voor jezelf niet te hoog.

Bronnen

Alblas, G. V. (2018). Inleiding groepsdynamica. Groningen: Noordhoff .

Bannink, F. (2009). Oplossingsgerichte vragen (Rev ed.). Amsterdam: Pearson Assesment.

Overveld, K. v. (2014). Groepsplan gedrag. Huizen: Pica.

Regouin, W. S. (2007). Supervisie in opleiding en beroep. Houten: Uitgever: Bohn Stafleu van Loghum.

Over de auteur

Lucy Reijnen werkt als docent op een kleine VMBO-G/T school in Tilburg. Ze studeerde Omgangskunde, volgde daarna de Master SEN- opleiding en heeft de Masteropleiding Pedagogiek afgerond. De afgelopen jaren heeft zij zich verdiept en gespecialiseerd in sociale veiligheid en positieve groepsvorming. Ze schrijft hierover en geeft workshops en gastlessen. Daarnaast ontwikkelt ze spel- en werkvormen. Via www.kieresoe.nl deelt ze kennis en publicaties.