Blind vertrouwen

blinddoek
blinddoek

Durven leerlingen/studenten op elkaar te vertrouwen? Deze werkvorm gaat over vertrouwen, over durven loslaten, over samenwerken en zorgvuldig communiceren. Maar ook over verantwoordelijkheid nemen en betrouwbaar zijn. De ene leerling/student neemt de ander (geblinddoekt) mee door de ‘jungle’ waarin allerlei obstakels zijn: blind vertrouwen…
Na het uitvoeren van deze werkvorm kunnen leerlingen/studenten het werkblad invullen. Het werkblad kan van pas komen tijdens een begeleidings/mentorgesprek.

Doel

  • Versterken samenwerking
  • Verbeteren communicatie
  • Elkaar vertrouwen
  • Zorgvuldig formuleren
  • Plezier
  • Versterken onderlinge band
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten het werkblad uit: KLIK HIER
  • Maak tweetallen en geef de volgende instructie:
    • De ruimte wordt zodadelijk een ‘jungle’ waar de een de ander veilig doorheen moet loodsen.
    • Een van het tweetal is de begeleider, de ander is de volger.
    • De volger krijgt een blinddoek voor of sluit de ogen.
    • In de ruimte worden meerdere obstakels gelegd: een tas, omgekeerde stoelen, de prullenbak, een etui of misschien zelfs een medeleerling/medestudent (die zich niet mag verroeren als het tweetal nadert)
    • De begeleider leidt de geblinddoekte naar de overkant van de ruimte door zo precies mogelijk (alleen mondelinge) instructies te geven. Bijvoorbeeld: “Voor je ligt een tas daar moet je omheen, zet een klein stapje naar links…”
    • De volger maakt heel kleine stapjes.
    • Raakt de volger een obstakel dan zijn ze alle twee af en mag het volgende tweetal
  • Bespreek de oefening goed na met elk tweetal vraag daarbij wat de ander goed deed, welke instructies fijn zijn en welke minder duidelijk. Het volgende tweetal kan dit meenemen in hun poging.
  • Variatie 1: laat de begeleider meelopen met de volger
  • Variatie 2: laat meerdere tweetallen tegelijk oversteken (hilarisch maar chaotisch)
  • Let op: leerlingen/studenten kunnen moeite hebben met het verschil tussen links en rechts…

Verder lezen:

  • Vertrouwen als vierde basisbehoefte: ‘Goed onderwijs is onderwijs dat deugt’ artikel van Dolf van der Berg KLIK HIER
  • Vertrouwen en zelfvertrouwen als kwaliteiten van ontwikkeling en leren artikel van Luc Stevens KLIK HIER

Bron

Voor deze werkvorm heb ik het spel ‘Jungle’ als basis genomen en aangepast zodat het paste bij de mijn praktijksituatie. Ik heb naar de oorspronkelijke bron van ‘Jungle’ gezocht maar niet gevonden.

Meer werkvormen om de sociale veiligheid een boost te geven

Er is de keus uit drie spellen met elk een heleboel werkvormen om de groepsdynamiek in je klas op een positieve manier te versterken:

Pakket werkvormen om te komen tot een sociaal veilig klimaat

Pakket werkvormen om de groepscohesie te versterken:

Spel om pestegedrag te voorkomen

Assertief zijn

foto scenes assertiviteit

Voor jezelf opkomen op een goede manier is voor veel mensen moeilijk. De mening van een ander wordt soms heel belangrijk gevonden. Het aangeven van grenzen is moeilijk, zeker voor leerlingen/studenten. Ze kunnen de neiging hebben om ‘Ja ‘ te zeggen terwijl ze eigenlijk veel liever ‘Nee’ zouden zeggen.
Niet assertief zijn kan leiden tot ongewenste of heel onveilige situaties. Denk aan ondermijning waarbij leerlingen/studenten zelfs in de criminaliteit terecht kunnen komen.
Deze actieve werkvorm maakt leerlingen/studenten bewust van hun eigen handelen en geeft ze de kans om te oefenen om op een andere manier te reageren. Ze ervaren daarbij hoe het op een andere manier te reageren op een situaties een ander ook op een andere manier zal reageren. Twee verschillende werkwijzen aan de hand van herkenbare situaties.

Doel

  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Leerlingen/studenten bewust maken van de eigen manier van handelen
  • Leerlingen/studenten bewust maken van de mate waarin ze voor zichzelf op kunnen komen
  • Voorkomen/studenten van ondermijning
  • Leerlingen/studenten laten ervaren hoe eigen reactie invloed heeft op het gedrag van de ander
  • Leerlingen/studenten handvatten geven om op de-escalerende wijze te reageren
  • Leerlingen/studenten durven zichzelf te laten zien
  • Leerlingen/studenten leren de begrippen assertiviteit en sub-assertiviteit

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Geef kort een uitleg over wat assertiviteit is en de verschillen met agressiviteit en sub-assertiviteit. Voor info KLIK HIER . Of maak gebruik van de PowerPoint: KLIK HIER
  • Wanneer je wil checken of leerlingen/studenten een goed beeld hebben bij de begrippen: laat ze het werkblad invullen om te oefenen met de begrippen assertiviteit, sub-assertiviteit en agressiviteit KLIK HIER
  • Verdeel de klas in groepjes van twee of drie personen
  • Print de situaties/casussen uit en geef alle groepjes een van de situaties KLIK HIER

Werkwijze 1 in groepjes bespreken:

  • Ieder groepje krijgt een casus die ze moeten bespreken.
  • Instructie groepjes:
    • Lees de casus goed door en beantwoordt de volgende vragen op het werkblad:
    • Is de situatie herkenbaar?
    • Wat zouden jullie doen in zo’n soort situatie?
    • Wat kunnen daarvan de gevolgen zijn?
    • Wat zijn andere manieren om hiermee om te gaan?
    • Welke manier is volgens jullie het beste?
    • Welke manier maakt de problemen groter?
  • Bespreek de opbrengsten van ieder groepje klassikaal.

Werkwijze 2 Rollenspel

  • Maak ruimte in het lokaal
  • Vertel leerlingen/studenten dat in een theatervoorstelling eindeloos geoefend wordt. Dus als het resultaat minder geslaagd is dan leerlingen vooraf hoopten, ligt het vooral daaraan.
  • Geef leerlingen/studenten niet te lang de tijd om te bedenken en te repeteren: tussen de vijf of tien minuten is voldoende. Dit maakt de presentatie achteraf ‘veiliger’.
  • Instructie groepjes:
    • Lees de casus goed door
    • Bedenk een scene op een manier waarop er niet assertief (dus óf subassertief óf agressief) gereageerd wordt. Bedenk ook met elkaar hoe de scene verloopt als er op een goede manier gereageerd wordt.
    • Verdeel de rollen
    • Zorg ervoor dat jullie scene duidelijk begin, midden en een einde heeft.
  • Aan elkaar presenteren en nabespreken.
  • Vragen voor de nabespreking :
    • Wat heeft dit groepje goed gedaan?
    • Was er assertief, sub-assertief en agressief gedrag te herkennen?
    • Hoe deze situatie anders/beter kunnen verlopen?
    • Wie had daarbij de belangrijkste rol?
  • Evalueer met de groep de les

Meer info:

https://wijzijnmind.nl/psychische-klachten/psychipedia/stress/zelf-iets-doen-bij-stress/assertiviteit
https://www.rotsenwater.nl/algemeen/wat-is-het-rots-en-water-programma/
https://www.kieresoe.nl/assertiviteit/

Werkvormen om aan de sociale veiligheid in groepen werken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Complimenten master

Yes super held

Wie is de held?

Yes super held

Iedereen een held?

Nee, niet iedereen is een held. Wel kan iedereen heldhaftig zijn. Niemand is een superman of supervrouw. Maar iedereen kan wel iets doen dat voor anderen ‘super’ is. Dat is waar deze werkvorm om draait. Een groep wordt een supergroep wanneer iedereen zich prettig voelt, waarin iedereen durft te zeggen wat ie wil zeggen. Waarin groepsleden naar elkaar luisteren. Waarin iedereen zich op zijn gemak kan voelen, lekker kan (samen)werken en er een goede sfeer hangt. Een groep waarin iedereen zich verantwoordelijk voelt voor de groep. In een supergroep helpen leerlingen/studenten elkaar, kunnen ze voor zichzelf en voor anderen opkomen en geven ze elkaar complimenten. In zo’n groep accepteren leerlingen/studenten elkaar en hebben er begrip voor dat iedereen anders is.

Doel

  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Bewust worden van de invloed die je kunt uitoefenen
  • Focus van leerkracht en leerlingen/studenten leggen op dat wat goed gaat
  • De groepsdynamiek positief beïnvloeden
  • Versterken van onderlinge betrokkenheid
  • Aandacht richten op positieve eigenschappen van klasgenoten
  • Inzicht krijgen in het beeld dat leerlingen/studenten hebben over klasgenoten

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Onderbouw voortgezet onderwijs (VO)
  • Onderbouw MBO

Werkwijze

  • Vouw voor iedere leerling een briefje twee keer dubbel. Op één briefje staat ‘held’. Geef alle leerlingen een opgevouwen briefje. Een willekeurige leerling krijgt het briefje waarop ‘held’ staat.
  • Benadruk dat niemand mag weten wie het is want aan het eind van de dag is pas de onthulling. Indien de werkvorm uitgevoerd wordt in het voortgezet onderwijs: de volgende les.
  • Hij of zij is de held van de dag en daarmee degene die de hele dag aardige dingen doet. Dat kan bijvoorbeeld het geven van eerlijke, goede complimenten zijn, het helpen van iemand, het ongevraagd iets opruimen, enz. De held van de dag doet zijn werk zo onopvallend mogelijk.
  • De klas moet aan het eind van de dag raden wie de held is. Om dat zo moeilijk mogelijk te maken gaan andere leerlingen ook ‘heldendaden’ verrichten en complimenten uitdelen.
  • Om leerlingen te helpen kun je kaarten met complimenten in de klas leggen. Die kun je zelf maken of gebruik de kant en klare kaarten uit ‘Complimentenmemory’.
  • Zet aan het eind van de dag (of de volgende mentorles) op het bord de namen van de leerlingen die genoemd worden als mogelijke helden. Aan degene die een leerling noemt wordt gevraagd waarom en wanneer deze leerling ook een held was. Ook deze leerlingen krijgen dan een positieve boost. Ten slotte mag de echte ‘held’ opstaan.
Vragen vooraf aan de groep:
  • Wat maakt een held in de eerste plaats een held?
  • Hoe gaat een held onder andere gewoonlijk te werk?
  • Wat kan de held bijvoorbeeld op school en in de klas doen?
Vragen achteraf aan de groep:
  • Wat gebeurde er in de groep doordat er een held van de dag was?
  • Waardoor hebben “heldendaden” bijvoorbeeld effect?
  • Hoe kon je weten of de held de echte held was?
  • Wat is de leukste of mooiste heldendaad die je zag?
Vragen achteraf aan de ‘held’:
  • Waardoor was het moeilijk om een held te zijn?
  • Wanneer was het juist gemakkelijk?
  • Wat of wie maakte het moeilijk ofwel makkelijk?
  • Wie of wat was daarnaast helpend?
  • Wat zou je een volgende keer anders doen?
Variaties:

Dit kan een herhaald worden met (terwijl leerlingen dat niet weten) kleine variaties.

  • Geef  meerdere leerlingen een briefje met ‘held’ te geven
  • Geef niemand een briefje met ‘held’
  • Geef iedereen een briefje met ‘held’

Literatuur
Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER
Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021

Bron:

Voor deze werkvorm kwam de inspiratie uit het het E-Book ’20 werkvormen voor in de klas’ van Jelly Bijlsma. Daarin staat een werkvorm de ‘Complimentensleutel’ waarbij een van de kinderen een sleutel in zijn of haar laatje vindt en daarmee degene is die de hele dag complimentjes gaat geven. Inzien? KLIK HIER

Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Absurde dialoog

Absurde dialoog

Een werkvorm waarbij leerlingen/studenten op een creatieve manier omgaan met taal en stukjes tekst, ze schrijven in tweetallen een absurde dialoog. Er worden dialogen geschreven die niet alleen absurd maar ook hilarisch kunnen zijn. Dit komt omdat ze van elkaar niet weten wat de ander heeft opgeschreven. Ook leerlingen/studenten die niet graag schrijven gaan hiermee enthousiast aan de slag. Een werkvorm om op een speelse manier bezig te zijn met taal en die tevens de sfeer in de groep positief beïnvloedt.
Natuurlijk kan deze werkvorm ook ingezet worden bij de vreemde talen.

Doel

  • Bevorderen creativiteit.
  • Spelen met taal
  • Positieve groepsvorming
  • Plezier

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)
  • MBO

Werkwijze 

  • Leerlingen/studenten krijgen allemaal een ‘dialoog’ a-4tje. Voor een uitprintbare versie KLIK HIER
  • Verdeel de leerlingen/studenten in tweetallen.
  • Ze gaan samen een dialoog schrijven op de volgende (absurde) manier.
  • Ze schrijven als eerste zin een begroeting en een compliment op. Dit is gericht aan een personage, niet aan de medeleerling/medestudent, aan zo maar iemand. Als ze de zin hebben opgeschreven vouwen ze de tekst weg zodat de ander dit niet ziet. Vervolgens wisselen ze van papier.
  • De volgende regel bestaat uit een bedankje met een reactie. Ze hebben het compliment niet gezien maar verzinnen gewoon iets. Opnieuw wegvouwen en opnieuw wisselen. De volgende zin bestaat uit een vraag, de volgende een antwoord. Zie onderstaand instructievoorbeeld. Om het voorbeeld uit te printen KLIK HIER
  • Voor sommige klassen is het slim ze er van te voren op te wijzen dat de dialogen voorgelezen gaan worden en dat de taal die ze gebruiken niet ongepast mag zijn.
  • Als de laatste zin is opgeschreven vouwen ze de briefjes open en lezen ze het geheel aan elkaar voor.
  • Samen kiezen ze de leukste dialoog uit en lezen die voor aan de klas.
  • Wanneer er tijd over is kunnen de dialogen ook uitgespeeld worden.
  • Opdracht is dan: Hoe kun je met een absurde tekst door middel van ‘stil’ spel en handelingen toch een logische scene maken.

Andere werkvormen die de sociale cohesie in de groep versterken:

Zorgen voor een positief pedagogisch klimaat in een groep? Aan de slag met complimenten en positieve feedback?
KLIK HIER voor meer info over de kracht van complimenten.
‘Complimentenmemory’ is een kaarten-set met veel verschillende stellingen en werkvormen waarmee je de sociale cohesie in een groep kunt verbeteren.
‘Complimentenmemory’ is uitgebracht in een beperkte oplage. Het bestaat uit 100 kaarten met 50 verschillende eigenschappen en vaardigheden die als een compliment gegeven kunnen worden. De stevige kaarten zijn goed leesbaar (formaat-A6) en zitten in een mooi blik.
KLIK HIER voor bestellen.

Lichaamstaal

Leerlingen/studenten zijn zich niet altijd bewust van hun non-verbale communicatie. Met deze werkvorm leren leerlingen/studenten dat ze zonder woorden te gebruiken heel veel kunnen zeggen.
Verbale communicatie is dat wat je zegt met woorden.
Non-verbale communicatie is dat wat je zegt zonder woorden.
Lichaamstaal is veel krachtiger dan wat je met woorden kunt zeggen. Wanneer iemand iets met woorden zegt maar met zijn lijf iets anders laat zien worden niet de woorden maar de lichaamstaal geloofd.
Een werkvorm die op actieve en vaak hilarische wijze duidelijk maakt hoe veelzeggend lichaamstaal kan zijn.

Doel

  • Bewust worden van verschil tussen verbale en non-verbale communicatie
  • Bewust worden hoe veelzeggend non-verbale communicatie kan zijn
  • ‘Lezen’ van emoties uit lichaamstaal
  • Uitbeelden van emoties met alleen lichaamstaal
  • Bewust worden van belang van lichaamstaal
  • Positieve groepsvorming
  • Plezier

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)
  • Onderbouw MBO

Werkwijze 

  • Print het blad met situaties uit: KLIK HIER
  • Knip de verschillende situaties uit
  • Zet acht stoelen voor de klas en nodig leerlingen/studenten uit om iets te komen uitbeelden.
  • Leerlingen/studenten mogen tijdens het uitbeelden niet praten maar moeten zich inleven in de situatie die ze te zien krijgen
  • Laat het strookje zien aan alleen de acht leerlingen/studenten
  • Tel af en pas na het aftellen beginnen ze met uitbeelden
  • Laat dit even duren tot de ‘scene’ duidelijk is
  • De rest van de klas gaat pas raden wat de situatie is wanneer de ‘scene’ is stilgelegd
  • Nodig vervolgens acht andere leerlingen/studenten uit.
  • Na iedere situatie kort nabespreken. Mogelijke vragen:
    • Wat hebben deze leerlingen/studenten goed gedaan tijdens het uitbeelden?
    • Wat maakte dat je wist wat er aan de hand was?
    • Wat maakt het grappig?
    • Waren hier woorden nodig geweest om te weten wat er aan de hand was?
  • Tijd over? Dan zijn de volgende filmpjes leuk om te laten zien:

Verder lezen:

Artikel: “Breng je boodschap overtuigender over” Leraar 24 KLIK HIER
Blog: “Wat zegt lichaamstaal over jou en hoe herken je signalen?” Marc Wessels KLIK HIER

Werkvormen om de sociale veiligheid een boost te geven

Om te zorgen voor een positieve groep, om pestgedrag te voorkomen en om een veilig pedagogisch klimaat te bestendigen heeft Kieresoe (spel)materiaal ontwikkeld.
Er is de keus uit drie spellen met elk een heleboel werkvormen om de groepsdynamiek in je klas op een positieve manier te versterken:

Pakket werkvormen om te komen tot een sociaal veilig klimaat

Pakket werkvormen om de groepscohesie te versterken:

Spel om pestegedrag te voorkomen

Luisteren

Het gerucht

Een oefening waarbij duidelijk wordt dat wanneer je iets doorvertelt het nooit een exacte weergave is van het oorspronkelijke verhaal. Leerlingen/studenten gaan nadenken over wat dat betekent wanneer ze luisteren naar roddels en wat het effect kan zijn van het doorvertellen van geruchten.

Doel

  • Leren gericht en objectief luisteren
  • Trainen van het geheugen
  • Bewustwording van de effecten van doorvertellen
  • Ervaren dat bij doorvertellen het nooit een exacte weergave kan zijn van het oorspronkelijke verhaal
  • Herkenning van het mechanisme bij doorvertellen
  • Bewustwording van de gevolgen van verhalen doorvertellen
  • Leerlingen/studenten de koppeling laten maken naar roddelen en de effecten daarvan
  • Bewust worden dat goed luisteren alleen niet genoeg is om de ‘waarheid’ te weten

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)
  • Onderbouw MBO

Werkwijze 

  • Print de verhalen uit. KLIK HIER
  • Zet voor de klas een ‘luister’-stoel.
  • Vier of vijf leerlingen/studenten wachten op de gang.
  • Een leerling/student zit op de luisterstoel en hoort het verhaal uit eerste hand van de docent die het voorleest.
  • De eerste leerling/student wordt van de gang gehaald en gaat op de luisterstoel zitten. De leerling/student die op de stoel zat wordt nu de verteller. Deze moet proberen het verhaal zo goed mogelijk door te vertellen.
  • Vervolgens gaat de leerling/student die geluisterd heeft de volgende halen en vertelt het verhaal zoals deze het onthouden heeft door. En zo gaat het door.
  • De laatste leerling/student vertelt uiteindelijk de laatste versie aan de groep.
  • Het ‘publiek’ moet zo stil mogelijk zijn en moet proberen niet te reageren wanneer er fouten insluipen. Dat kan soms erg moeilijk zijn.
  • Probeer ervoor te zorgen dat alle leerlingen/studenten een keer op de ‘luisterstoel’ gezeten hebben.
  • Vaak blijft er maar weinig over van het oorspronkelijke verhaal. Het is goed om aan het eind het originele verhaal nogmaals voor te lezen.
  • Bespreek klassikaal na aan de hand van onderstaande vragen en/of laat leerlingen/studenten een werkblad invullen. Voor een printbare versie van het werkblad: KLIK HIER

Vragen voor de nabespreking:

  • Hoe komt het dat het verhaal verandert?
  • Wat valt vooral op?
  • Wat gebeurt er met de nonverbale communicatie en de lichaamstaal. Hoe komt dit?
  • Wat betekent dit voor wanneer je zelf een verhaal over iemand hoort?
  • Wat kunnen de gevolgen zijn van zo’n doorverteld verhaal?

Werkblad
Om het geleerde op persoonlijke, reflectieve manier te verwerken kunnen leerlingen het werkblad invullen. Het kan ook een mooie huiswerkopdracht zijn.

Verder lezen

  • Artikel School en Veiligheid “Tik-Tok roddelkanalen” KLIK HIER
  • Artikel Kuiper G. “Roddel en geruchten als vormen van communicatie” KLIK HIER

Bron

Deze werkvorm heb ik geschreven en vorm gegeven zodat het paste bij mijn praktijksituatie. Ik heb naar de oorspronkelijke bron gezocht maar niet gevonden.

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Het is, na een vakantie bij voorbeeld, belangrijk om opnieuw te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.



Valentijnsdag Verkering

Verkering? Fix? Relatie? Leerlingen/studenten zijn (net als volwassenen trouwens) onzeker wanneer het om liefde en relaties gaat. Hoe doe je dat, laten merken dat je verliefd bent? Wat moet je zeggen of vragen? Moet je een vriend of vriendin inschakelen? Doe je het ‘live’ of via de telefoon? Valentijnsdag komt eraan dus een goed moment om het over de liefde te hebben.

Doel

  • Onzekerheden over verliefdheid en relatie bespreekbaar maken
  • Nadenken over eigen ideeën en vragen over verliefdheid en relaties
  • Delen van eigen vragen en onzekerheden in de groep
  • Ervaren dat iedereen onzeker kan zijn

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)

Werkwijze

  • Verdeel de klas in groepjes van drie of vier leerlingen/studenten.
  • Print voor elk groepje stellingen uit, liefst op roze papier. KLIK HIER
  • Ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en een rood, een groen en een wit vel papier
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen.
  • De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
  • Leerlingen/studenten bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.
  • Bespreek de gemaakte keuzes klassikaal
  • Deel daarna de lege stellingenkaartjes uit
  • Leerlingen/studenten vullen daarop hun eigen ideeën voor vragen en opmerkingen in
  • Vervolgens vullen ze in wat je zeker niet moet zeggen of doen.

Nabespreking:

– Bespreek met de groep de opbrengsten.
– Leg/hang daarvoor alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar.
– Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
– Selecteer de vijf vragen en opmerkingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan.
– Kies vervolgens de vijf vragen en opmerkingen waarvoor het minst draagvlak is.

Mogelijke vragen:

– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?

Meer info

Leerlingen/studenten en docenten kunnen meer vragen hebben rondom dit onderwerp Hier vind je meer informatie:

Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? 
Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

De groepsdynamiek positief beïnvloeden?
Dat kan met ‘Complimentenmemory’

Preventief aan de slag om pestgedrag in de groep vóór te zijn?
Dat kan met het ‘Kwartetspel GroepsGedoe’

Seksuele intimidatie

foto stellingen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar maken in de klas is niet altijd gemakkelijk. Niet elke leerkracht voelt zich capabel om dit met leerlingen/studenten te bespreken en voelt zich ongemakkelijk bij dit toch precaire onderwerp. Bovendien weet je niet altijd of dergelijke problematiek speelt bij leerlingen in je klas.
Toch is het belangrijk om met leerlingen/studenten te bespreken wat wel of niet grensoverschrijdend is. En wat ze dan kunnen doen. Hier is geen duidelijk eenduidig recept voor te geven: iedere situatie is weer anders.
Hierbij werkvormen met stellingen om het praten over grensoverschrijdend gedrag gemakkelijker te maken.
In de eerste werkvorm gaan leerlingen/studenten eerst in groepjes aan de slag met stellingen op papier gevolgd door een plenaire bespreking van de opbrengsten.
De tweede werkvorm is een klassikaal gesprek met behulp van een PowerPointpresentatie

Doel:

  • Bespreekbaar maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag
  • Respecteren van eigen en andermans grenzen
  • Respectvol om leren gaan met elkaar
  • Bewust worden van eigen en andermans (voor)oordelen
  • Bewust worden van diversiteit in de groep
  • Positieve groepsvorming

Voor wie

  • VO
  • MBO

Werkwijze 1:

  • Print voor elk groepje stellingen uit. KLIK HIER
  • ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en een rood, een groen en een wit vel papier (A3).
  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen/studenten
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen.
  • De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
  • Leerlingen/studenten bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.

Nabespreking
– Bespreek met de groep de opbrengsten. 
– Leg/hang daarvoor alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar.
– Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
– Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan.
– Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.

Mogelijke vragen:
– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?
– Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
– Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?

Werkwijze 2:

  • Download de PowerPointpresentatie met de stellingen KLIK HIER
  • Geef alle leerlingen/studenten een rood en een groen kaartje.
  • De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen/studenten geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
  • Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
  • De begeleider leidt de discussie.

Meer informatie en tips:

Meer werkvormen om de onderlinge verbondenheid in een groep te versterken:

Goed in….

klas speelt complkimentenmemory

Na een vakantie is het goed om weer even met de groepsvorming bezig te zijn. Laat leerlingen/studenten reflecteren en (opnieuw) met elkaar kennismaken op weer een heel andere manier zodat ze elkaar nog beter leren kennen. De werkvorm ‘Goed in…’ is hier erg geschikt voor en werkt oa met oplossingsgerichte vragen.

Voor deze werkvorm zijn veel (ongeveer 50) verschillende kaartjes nodig met daarop eigenschappen en vaardigheden die leerlingen/studenten mogelijkerwijs bezitten of willen verwerven. Het is fijn wanneer er heel veel kaartjes zijn, er mogen ook dubbele kaartjes tussen zitten: Leerlingen/studenten hebben dan wat te kiezen en soms zal een kaartje geschikt zijn voor meer dan één leerling/student. Je kunt deze kaartjes zelf maken, je kunt Kwaliteitenkaartjes gebruiken maar je zou ook ‘Complimentenmemory’ kunnen aanschaffen waarin zo’n 100 stevige kaarten zitten op A5-formaat die voor deze werkvorm heel geschikt zijn. Voor bestellen KLIK HIER

Doel:

  • (opnieuw) kennismaken
  • Leren reflecteren
  • (H)erkennen van eigenschappen
  • Inzicht krijgen in eigen en andermans kwaliteiten
  • Leren delen van kwaliteiten met de groep
  • Anderen helpen kwaliteiten te (h)erkennen
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Print voor iedere leerling/student het werkblad: KLIK HIER
  • Maak kaarten of gebruik Complimentenmemory kaarten. Leg de kaarten open op een paar aan elkaar geschoven tafels en zet leerlingen er in een grote kring omheen.
  • Leerlingen/studenten kiezen allemaal 2 kaarten. Een kaart waarop een vaardigheid of eigenschap staat die ze bezitten en een met een vaardigheid of eigenschap waaraan ze willen werken.
  • In de nabespreking vertelt elke leerling/student om de beurt waarom juist voor deze kaarten is gekozen.
  • Is dit voor jou klas nog te moeilijk dan kun je ervoor kiezen om eerst in tweetallen leerlingen/studenten laten bespreken welke kaart ze hebben gekozen en waarom.
  • Ook het uitkiezen van de kaarten kun je leerlingen/studenten individueel in stilte laten doen of juist in overleg in een tweetal of in een klein groepje. Dit kan als voordeel hebben dat leerlingen/studenten elkaar helpen positieve vaardigheden te vinden.
  • Tot slot kun je leerlingen/studenten op een werkblad laten opschrijven welke kaarten ze hebben gekozen en waarom. Je kunt ze daarbij laten nadenken hoe ze zich de vaardigheid die ze graag willen gaan beheersen eigen kunnen maken. Na een paar weken kun je de werkbladen weer uitdelen en leerlingen/studenten laten kijken hoever ze zijn met het halen van de doelen die ze zich gesteld hebben.

Verder lezen:

  • Oplossingsgericht werken in het onderwijs artikel door Dirk van der Wulp KLIK HIER
  • Bannink, F. (2021). Optimaal Onderwijs. Amsterdam: Boom.
  • Effectief leren complimenteren, Coert Visser KLIK HIER
  • Welk effect hebben complimenten van de leerkracht op het zelfvertrouwen van leerlingen in de bovenbouw van de basisschool? Wij-leren KLIK HIER
  • Feedback om leren zichtbaar te maken. John Hattie & Shirley Clarke KLIK HIER

Extra werkvormen om het groepsgevoel te versterken:

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

 Kaartje raden

doosje met kaartjes om te raden

Na een toetsweek, een week waarin veel gevraagd is van leerlingen/studenten is het goed om weer even iets actiefs te doen. Een werkvorm die positieve energie oplevert. Tijd voor een vrolijke, laagdrempelige werkvorm ‘Kaartje raden’, die de sfeer positief beïnvloedt, die leerlingen/studenten in beweging brengt en die leerlingen/studenten leert associëren en de woordenschat spelenderwijs vergroot. Het spel lijkt een beetje op ‘Thirty seconds’.
Er zijn ‘gewone kaartjes’ die aansluiten bij school, er zijn ‘Zomerkaartjes’ en ‘Winterkaartjes’.

Voor wie

  • Bovenbouw PO (basisschool)
  • VO (voortgezet onderwijs)
  • Mbo

Doel:

  • Leerlingen/studenten durven voor de klas te staan om iets uit te beelden dan wel te omschrijven
  • Vergroten actieve woordenschat
  • Leerlingen/studenten leren associëren
  • Plezierig met elkaar in competitie gaan
  • Creëren van een gezellige fijne sfeer

Werkwijze:

  • Kies welke soort kaartjes je wil gaan gebruiken
  • Print de pagina met de kaartjes
  • Knip de kaartjes uit en kies welke je wil gebruiken in de klas.
  • De leerlingen/studenten zetten de tafels aan de kant en zetten de stoelen in een grote V-vorm.
  • Verdeel de groep in twee teams en zet deze schuin tegenover elkaar.
    Daarna kan het spel gespeeld worden.
  • Je hebt ook een stopwatch nodig. Dat kan via een smartphone waarbij je een van de leerlingen de rol van tijdbewaker geeft. Of digitaal via het digibord bijvoorbeeld :
    https://www.online-stopwatch.com/dynamite-timer/full-screen/
    dan komt er een geluidssignaal wanneer de tijd om is.

Spelregels:

  • Een leerling/student uit een van de twee teams gaat voor de klas staan en krijgt een minuut de tijd om zoveel mogelijk kaartjes te raden en ‘weg’ te spelen.
  • Laat de leerling/student die aan de beurt is een kaartje zien en deze gaat wat erop staat uitbeelden en/of omschrijven.
  • Het uitbeelden doet de leerling/student voor het eigen team dat moet raden wat er op het kaartje staat.
  • Zodra het woord geraden is krijgt de leerling/student het volgende kaartje te zien. Voor ieder weggespeeld kaartje krijgt men een punt.
  • Zegt een leerling/student per ongeluk een woord of een gedeelte daarvan dat op het kaartje staat dan telt het kaartje niet mee en volgt een time-out van tien strafseconden waarin niet geraden kan worden. Ik doe dat door hardop van tien terug te tellen naar nul.
  • Het team dat niet aan de beurt moet stil zijn.
  • De score wordt bijgehouden op een blaadje.
    Leerlingen/studenten kunnen erg fanatiek worden van ‘kaartje raden’ en hard gaan roepen. Maak hierover afspraken. Ook door elkaar roepen helpt niet echt bij
    Om de kaartjes te downloaden
kaartjes raden

Variatie

Je kunt dit spel ook spelen met complimentenkaarten. Dan moeten leerlingen/studenten een vaardigheid of eigenschap omschrijven die op een kaartje staat. Ze mogen dan de geraden kaart geven aan iemand waarvan ze vinden dat het omschreven compliment het beste past. Zie voor meer uitleg: KLIK HIER

Bron:

Deze werkvorm heb ik vorm gegeven zodat het paste bij de mijn praktijksituatie. De oorspronkelijke bron is het spel ‘Thirthy seconds’ .

Werkvormen om aan de sociale veiligheid in groepen werken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld: