Complimenteren

Na elke vakantie is het goed om met de groep een positieve gezellige sfeer te creeëren. Na de zomervakantie zijn er de ‘Gouden weken’, na de kerstvakantie heb je de ‘Zilveren weken’. Het zijn periodes waarin positieve groepsvorming centraal staat. Na de meivakantie is het misschien wel extra belangrijk om de groepsdynamiek in de gaten te houden. De zogenaamde ‘Bronzen’ weken zijn aangebroken. Het laatste gedeelte van het schooljaar waarin de sfeer soms omslaat. Leerlingen/studenten kunnen extra hun best gaan doen om het schooljaar positief af te sluiten maar soms kunnen leerlingen/studenten ook de moed opgeven. Dit heeft effect op de groepsprocessen.
Elkaar bewust complimenteren kan helpen de groepsband te versterken. Een werkvorm die de nadruk legt op positiviteit en aandacht vraagt voor het zien en herkennen van goede eigenschappen en vaardigheden van klasgenoten. Complimenteren kun je leren.

Doel

  • (opnieuw) kennismaken
  • Leren complimenteren
  • (H)erkennen van eigenschappen
  • Inzicht krijgen in eigen en andermans kwaliteiten
  • Leren delen van kwaliteiten met de groep
  • Anderen helpen kwaliteiten te (h)erkennen
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

Voor deze werkvorm zijn veel (ongeveer 50) verschillende kaartjes nodig met daarop eigenschappen en vaardigheden die leerlingen mogelijkerwijs bezitten of willen verwerven. Het is fijn wanneer er veel kaartjes zijn, er mogen ook dubbele kaartjes tussen zitten: Leerlingen/studenten hebben dan wat te kiezen wanneer ze klasgenoten willen complimenteren en soms zal een kaartje geschikt zijn voor meer dan één leerling/student. Je kunt deze kaartjes zelf maken maar je zou ook ‘Complimentenmemory’ kunnen aanschaffen waarin zo’n 100 stevige kaarten zitten op A5-formaat die voor deze werkvorm heel geschikt zijn.
Voor meer informatie KLIK HIER.
Voor bestellen KLIK HIER.
Wil je de kaartjes zelf maken denk dan aan vaardigheden zoals ‘samenwerken’, ‘luisteren’, ‘geconcentreerd kunnen werken’ enzovoort.

  • Laat de leerlingen/studenten in een grote kring zitten.
  • Bespreek:
    • Hoe geef je een compliment op een goede manier?
    • Wat maakt of een compliment ook goed ‘aankomt’?
    • Hoe neem je een compliment in ontvangst?
  • Deel alle complimentenkaarten uit in de groep zodat iedereen nu minstens drie of meer kaarten heeft.
  • Leerlingen/studenten die een ‘dubbele’ kaart hebben mogen ruilen.
  • Om de beurt gaan leerlingen nu een kaart ‘cadeau’ geven aan een medeleerling/medestudenten waaraan ze meteen moesten denken toen ze de kaart kregen.
  • Als een leerling/student de kaart aan een medeleerling/medestudenten geeft wordt de volgende zin afgemaakt: “Ik geef je deze kaart omdat….”
  • Vertel in de instructie dat het de bedoeling is dat iedereen aan het eind van de les complimenten-kaarten heeft gekregen en niet dat een leerling/student tien kaarten heeft en een ander geen.

    Tip
  • Vraag na iedere uitgedeelde kaart verduidelijking waarom deze leerling/student juist deze kaart krijgt. Leerlingen/studenten zijn geneigd de motivatie erg kort of algemeen te houden.
  • Wanneer een leerling/student een van de kaarten zelf willen houden omdat ze vinden dat ze zelf deze eigenschap of vaardigheid hebben dan mag dat maar dan moeten ze wel uitleggen waarom.

Verder lezen

  • Effectief leren complimenteren, Coert Visser KLIK HIER
  • Welk effect hebben complimenten van de leerkracht op het zelfvertrouwen van leerlingen in de bovenbouw van de basisschool? Wij-leren KLIK HIER
  • Feedback om leren zichtbaar te maken. John Hattie & Shirley Clarke KLIK HIER

Werk aan de sociale veiligheid met:

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Hexagoon

foto ingevuld hexagoon

De eerste weken van het schooljaar zijn een belangrijke periode omdat hier de basis wordt gelegd voor hoe de groepsdynamische processen zullen verlopen. De nadruk leggen op dat wat goed gaat en fijn is in de groep, is een goede manier om de dynamiek in de groep positief te beïnvloeden.
Dit keer een werkvorm uit het ‘Hexagoon denken’. Een werkvorm waarbij op een laagdrempelige, ontspannen manier leerlingen/studenten gaan nadenken over wat ze kunnen doen om de sfeer in de groep goed te houden.
Vragen of stellingen worden uitgedeeld op een zeshoekig blaadje. Aan ieder van de zes kanten kan een associatie, een verbinding gelegd worden. Vanuit die verbindingen ontstaan weer nieuwe inzichten en aansluitingen. Een creatieve manier om gezamenlijk op nieuwe ideeën en denkwijzen te komen. Het thema van deze Hexagoon is “een fijne groep”.

Doel

  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Op een positieve vooruitkijken naar de komende periode
  • Bewust maken van wat goed gaat
  • Reflecteren op eigen proces
  • Doelen stellen voor komende periode

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze

  • Bekijk de verschillende hexagonen op het docentwerkblad en kies de zeshoeken die je in de klas wil gaan gebruiken. Het aantal zeshoeken dat je kiest bepaalt het aantal groepjes dat je gaat maken.
  • Verdeel de klas in groepjes.
  • Print voor alle groepjes het werkblad Hexagoon leerlingen uit KLIK HIER en voor jezelf het werkblad Hexagoon Docenten uit KLIK HIER.
  • Geef ieder groepje het werkblad Hexagoon.
  • Knip zelf de hexagonen uit het docenten werkblad uit en geef ieder groepje een zeshoekje met een tekst waarover ze moeten nadenken.
  • Laat leerlingen/studenten de zeshoekjes uitknippen.
  • Leerlingen/studenten gaan nu zelf op de lege zeshoekjes een tekst schrijven die bij de uitgedeelde tekst past. Als iedereen klaar is worden de zeshoekjes om de hexagon met de tekst gelegd.
  • Nu gaat iedereen opnieuw nadenken en op een leeg zeshoekje opschrijven wat bij de hexagon past maar ook bij de zeshoekjes die anderen uit het groepje hebben ingevuld.
  • Ze herhalen dit tot alle zeshoekjes gebruikt zijn.
  • Geef ieder groepje een leeg vel laat ze hierop de zeshoeken zo plakken dat alle teksten mooi bij elkaar passen. Laat ze hun namen erboven schrijven.
  • Hang de werkstukken op in de klas, laat iedereen dit bekijken en voer vervolgens een klassengesprek. Vragen die je hierbij zou kunnen stellen zijn:
    • Welk hexagoon spreekt je het meeste aan en waarom?
    • Welke waarden/normen vinden we blijkbaar als groep belangrijk?
    • Wat kunnen we vandaag al doen om te behouden wat we hebben opgeschreven?
    • Wie of wat kan daarbij helpen?

Tip

Geen zin of tijd om de driehoekjes uit te knippen via : https://voordeklas.com/product/hexagonal-thinking/ zijn er herbruikbare zeshoekjes te koop.

Verder lezen:

“De Hexagon als instrument voor formatief handelen” Albert van der Koop: KLIK HIER

Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat kun je met behulp van GroepsGedoe 2.0 het gesprek aangaan op een laagdrempelige manier. Het spel bevat een handleiding met meerdere actieve en activerende werkvormen.

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Ik ben uniek

topklas in de kring eigendunkspel

Een nieuwe groep, een nieuwe omgeving kan erg spannend zijn voor leerlingen/studenten. Aan het begin van het schooljaar zijn kennismakingsspellen cruciaal om van een klas een positieve groep te maken. Een groep waarin iedereen zich thuis voelt, zichzelf kan zijn en zich veilig voelt. Hoe beter klasgenoten elkaar kennen hoe makkelijker het wordt om een fijn pedagogisch en veilig klimaat te creëren. Met deze werkvorm ontdekken leerlingen/studenten dat ze welliswaar uniek zijn maar ook veel gemeen hebben met klasgenoten.

Doel

  • Kennismaken met elkaar en de docent
  • Aandacht richten op elkaar en op de groep
  • Versterken onderlinge band
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Persoonlijke zaken durven delen

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo
  • HBO

Werkwijze

  • Laat leerlingen/studenten in een grote kring zitten.
  • Stel de groep allerlei algemene vragen zoals:
    • Ben je thuis de jongste, oudste, middelste
    • Heb je een huisdieren
    • Doe je aan sport
    • Speel je een instrument
  • Wanneer het antwoord ja is moeten leerlingen/studenten gaan staan
  • Vervolgens vraag je of leerlingen/studenten iets willen vragen aan de groep.
  • Dan komt de stelling die iedere leerling moet aanvullen: “Ik ben uniek want…”
  • Wanneer een leerling/student ‘niets’ weet zullen klasgenoten helpen: “Jij bent uniek want jij bent heel goed in…”

Bron:

Met dank aan creatieve duizendpoot Bregje van Goethem: docent, expert ondermijning in het onderwijs en sociale veiligheid.





Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Over de streep ‘light’

meer voeten over de streep werkvorm

‘Over de streep’ is een werkvorm die is overgewaaid uit de Verenigde Staten. Een heftige werkvorm daar waarbij middelbare scholieren tijdens ‘Challenge Day’ een anti-pestprogramma volgden. Intussen is het een veel gebruikte kennismakingswerkvorm. Tijdens deze ‘light-variant’ leren studenten/leerlingen elkaar beter kennen. Met de vragen die gesteld worden kan eindeloos gevarieerd worden.

Bij deze oefening is het erg belangrijk goed voor te bereiden. Het is belangrijk te weten dat leerlingen (ongewild) bij deze oefening grenzen overschrijden. Soms kunnen zaken voor leerlingen/studenten te confronterend zijn of worden ze aan een persoonlijk dilemma of trauma herinnerd. Het is zaak zorgvuldig af te wegen welke vragen er gesteld worden. Wanneer de vragen erg persoonlijk worden kan het ‘zwaar’ worden. De oefening is luchtig te houden door erg afwisselend te zijn in de vraagstellingen, bouw makkelijke vragen in zodat er momenten zijn dat ze even niet hoeven nadenken. Vragen stellen over grappige of ongemakkelijke situaties kunnen ook voor ‘lucht’ zorgen. “Degenen die weleens een wind gelaten hebben op een ongepast moment gaan naar die kant de rest gaat naar de andere kant.”  “Wie weleens een trui achterstevoren of binnenstebuiten aan heeft gehad en dat pas op school gemerkt heeft gaat aan deze kant staan de rest gaat naar de andere kant.”

Zorg voor vaart in de oefening en laat weinig ruimte voor twijfel. Daardoor is het ook niet zo erg wanneer een leerling/student per ongeluk aan de verkeerde kant gaat staan. Kort nabespreken na een vraag kan maar maak het niet te lang.

Doel

  • Kennismaken met elkaar en de docent
  • Aandacht richten op elkaar en op de groep
  • Versterken onderlinge band
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Persoonlijke zaken durven delen

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo
  • HBO

Werkwijze

  • Kies van tevoren de stellingen of vragen waarmee je in deze klas wil werken.
  • Voor deze werkwijze is veel ruimte nodig want hierbij komen leerlingen/studenten letterlijk in beweging.
  • Er worden steeds stellingen voorgelezen. Groepsleden die het eens zijn met de stelling gaan naar rechts, degenen die het er niet eens zijn gaan links staan. In het midden mag (nog) niet.
  • Dan gaan groepsleden proberen met argumenten leerlingen/studenten laten wisselen van kant.
  • Wanneer iemand een nuance aanbrengt mag iedereen die dit goed vindt een stap naar het midden zetten.
  • Hou vaart in het ‘spel’ en zorg ervoor dat iedereen een inbreng heeft.
  • Leg uit aan studenten/leerlingen dat de keuze voor of tegen een stelling vaak moeilijk kan zijn. Zeg dat het niet erg is om van gedachten te veranderen. Nadenken is in essentie van gedachten veranderen…

TIP:
Soms hebben jongeren de neiging om aan één kant te blijven staan. Laat leerlingen/studenten bij de eerste stelling kiezen voor links of rechts gaan staan. Wanneer de volgende stelling aan de beurt is moeten ze niet rechts of links gaan staan maar aan voor- of achterzijde van de ruimte. Er zijn dan niet twee maar vier kanten waar leerlingen/studenten naar toe kunnen lopen. Ervaring leert dat wanneer leerlingen/studenten sowieso in beweging moeten komen ze ook eerder geneigd zijn écht te kiezen.

Variatie

  • Werk op dezelfde manier als bij werkwijze 1, alleen laat je nu leerlingen/studenten niet zelf voor of tegen een stelling kiezen maar je verdeelt ze in twee groepen. Een groep is vóór en de andere groep is tegen de stelling.
  • Laat leerlingen/studenten argumenten bedenken voor een stelling waar ze wellicht helemaal niet achter staan. Zo worden ze bewust van het feit dat je een stelling van twee kanten kunt bekijken.
  • Maak de groepen steeds anders van samenstelling en zorg voor inbreng van iedereen.

Vragen over de streep voorbeelden voor een brugklas

  • Ben je thuis de jongste, oudste, middelste
  • Kies tussen: pizza/shoarma
  • Heb je een huisdieren
  • Doe je aan sport
  • Ben je blij of niet blij van de basisschool af te zijn
  • Rekenen of taal wat is leuker
  • Wie vindt het spannend om een gesprekje met een vreemde te beginnen? En wie vindt dat makkelijk?
  • Wie is er weleens bang om uitgelachen te worden
  • Wie is er weleens onzeker over zijn uiterlijk
  • Wie is er weleens bang geweest dat je er niet bij hoort
  • Wie vindt het sowieso moeilijk om zijn vinger op te steken ook als je het antwoord weet.
  • Wie speelt een instrument
  • Friet of poffertjes
  • Wie is weleens bang geweest dat er over je geroddeld wordt
  • Wie heeft er ADD ADHD OCD Autisme of dyslectie
  • Wie heeft er een bril, lenzen, kunstgebit of een houten been.
  • Muziek of handvaardigheid wat is leuker
  • Wie heeft er wel eens heimwee wanneer je op kamp gaat of gaat logeren
  • Van wie hebben ánderen weleens gezegd dat ze goed kunnen zingen/dansen

Bron

Over de streep is een onderdeel van ‘Challenge Day’: een beproefde methode om respect en meeleven tussen de scholieren te stimuleren en vooroordelen tegen te gaan. Het stamt uit het Amerikaanse televisieprogramma ‘If You Really Knew Me‘.

Meer info:

  • Over de streep documentaire NPO KLIK HIER
  • Artikel/ervarings verhaal ‘Alleen zij gaat over de streep. Nu wordt het spannend, wat doet de klas?’ Nivoz KLIK HIER

Werkvormen om aan de sociale veiligheid in groepen werken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Meer weten over groepsdynamiek en de eerste weken van het schooljaar? Ga met je team aan de slag tijdens een actieve, praktijkgerichte workshop:

Assertiviteit: Nee-zeggen

invullen formulier
invullen formulier

Assertiviteit kan leerlingen/studenten helpen in sociaal onveilige situaties. We willen graag dat leerlingen/studenten op een goede manier voor zichzelf kunnen opkomen, dat ze weerbaar zijn. In de praktijk blijkt dat leerlingen/studenten het moeilijk vinden om ‘Nee’ te zeggen. Met deze werkvorm oefenen ze dit op een speelse. laagdrempelige manier.

Doel

  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Leerlingen/studenten bewust maken van de eigen manier van handelen
  • Leerlingen/studenten bewust maken van de mate waarin ze voor zichzelf op kunnen komen
  • Leerlingen/studenten laten ervaren hoe moeilijk het kan zijn om ‘nee’ te zeggen
  • Leerlingen/studenten zien dat ook klasgenoten het moelijk kunnen vinden om ‘Nee’ te zeggen
  • Leerlingen/studenten durven zichzelf te laten zien

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Print het werkblad uit en geef alle leerlingen/studenten een blad KLIK HIER
  • Leerlingen vullen dit in
  • Bespreek na met de hele groep. Begin met voorbeelden geven waarin jij het als volwassene ook moeilijk vindt om “Nee”te zeggen. Hou het luchtig door zaken te noemen als ‘Wanneer iemand in een winkel voordringt’, ‘Wanneer je gevraagd wordt om ergens mee naar toe te gaan maar je hebt eigenlijk geen zin’, ‘Iemand vraagt je te helpen maar je hebt al met iemand anders afgesproken’. ‘Iemand wil dat je iets doet wat je niet wil maar diegene is belangrijk voor jou’.
    Eventuele vragen:
    • Welke situaties zijn voor meer leerlingen/studenten herkenbaar?
    • Wat kun je doen/zeggen in zo’n situatie?
    • Stel: iemand zegt ‘Nee’ maar niet zo heel erg overtuigend. Bedoelt diegene dan ‘Ja’? Hoe ga je hiermee om?
  • Maak ruimte in het lokaal
  • Leerlingen/studenten gaan in twee rijen tegenover elkaar staan, waarbij ze zelf kiezen tegenover wie ze gaan staan
  • Om de beurt zeggen leerlingen/studenten uit een rij duidelijk en overtuigd ‘Nee’ tegen degene aan de overkant.
  • Ze moeten dat doen op verschillende manieren:
    • Fluisterend
    • Twijfelend
    • Vragend
    • Heel stellig
    • Kwaad
    • Woedend
    • Heel hard
    • Niet hard maar wel heel duidelijk
  • Bespreken de dingen die helpend is om overtuigend te klinken (stevig rechtop staan, oogcontact, rust en duidelijkheid)
  • Dan zetten leerlingen/studenten in tweetallen een stapje naar voren en zeggen om de beurt ‘nee’ op zo’n manier dat iedereen dit gelooft.
  • Wie van de twee is het meest overtuigend en waarom?
  • Nu gaan drie leerlingen/studenten die in de ene rij achteraan staan vooraan staan: nu heeft iedereen iemand tegenover zich waarvoor die níet zelf heeft gekozen. Het ‘nee-zeggen’ kan daardoor veel moeilijker zijn.
  • Oefening herhalen
  • Nabespreken
  • Laat leerlingen/studenten het werkblad inleveren: het bevat info die wellicht in een een-op-een gesprek besproken kan worden

Verder lezen:

Haeck, N. W. (2015). No prob, ik kom voor mezelf op! Amsterdam: Boom uitgevers.
https://mentaalbeter.nl/artikelen/9-tips-om-je-assertiviteit-te-vergroten/

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn en om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe GroepsGedoe 2.0 ontwikkeld:

Werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Roddelen

“Ik wil niet roddelen maar ik dacht dat je dit moest weten…” en: “Oh, ha,ha, nu zijn we wel aan het roddelen maar ik heb gehoord dat…” of “Je hebt het niet van mij maar wist je dat…”.
Overal wordt weleens geroddeld en de ene keer is het misschien onschuldiger dan een andere keer. Toch kunnen de gevolgen van roddelen heel schadelijk zijn. In een klas kan geroddel zorgen voor een onveilig sociaal klimaat. Soms is het ‘meidenvenijn’ maar ook jongens roddelen.
Leerlingen/studenten zijn zich niet altijd bewust van het effect dat het doorvertellen van roddels kan hebben. Met deze werkvorm kunnen leerlingen/studenten aan het denken gezet worden en wellicht voorzichtiger worden in het verspreiden van roddels.

Doel

  • Pestpreventie
  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Bewust worden van de invloed die je kunt uitoefenen
  • Bewustwording van de effecten van roddelen
  • Herkennen van eigen en andermans ‘meeloopgedrag’
  • Bewust worden van eigen rol in roddelsituaties

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)
  • MBO

Werkwijze 

  • Print de stellingen uit. KLIK HIER
  • Kies een aantal prikkelende stellingen uit waarmee je in deze klas wil werken.
  • Verder nodig: groot vel papier (flap).
  • Verdeel de groep in twee- of drietallen.
  • De uitgekozen stellingen worden een voor een voorgelezen.
  • Leerlingen/studenten gaan in hun groepje overleggen en vervolgens naar aanleiding van de stelling een argument voor of tegen bedenken.
  • Dit wordt in een hele zin op een Post-it genoteerd.
  • De Post-its worden op een gezamenlijke flap geplakt.
  • Bespreek na afloop opvallende uitspraken in de groep:
    • Welke thema’s keren steeds weer terug in het groepsgessprek?
    • Zijn er overeenkomsten? Verschillen? Nuances?
    • Wat zijn sterke argumenten? Wat maakt deze sterk?
    • Welke afspraken kunnen gemaakt worden naar aanleiding van deze discussie?
  • Aanvullende opdracht: maak eigen stellingen en wissel deze uit.

Verder lezen:

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Omgaan met complimenten

formulier omgaan met complimenten

Het geven van positieve feedback en complimenten door leerlingen/studenten aan elkaar versterkt relaties en kan zorgen voor een goede sfeer in de klas. Het bevordert de onderlinge betrokkenheid. Het beïnvloedt de groepsdynamiek op een positieve manier.
Maar hoe geef je nu precies complimenten en hoe ontvang je ze. Met behulp van het werkblad gaan leerlingen/studenten eerst individueel en daarna in een klein groepje nadenken over complimenten geven en ontvangen. Daarna volgt een klassikale nabespreking.

Doelen

  • Elkaar beter leren kennen
  • Het leren geven en ontvangen van complimenten
  • Bewust worden van eigen manier van omgaan met complimenten
  • Aandacht richten op positieve eigenschappen van klasgenoten
  • Anderen helpen kwaliteiten te (h)erkennen
  • Inzicht krijgen in eigen en andermans kwaliteiten
  • Inzicht krijgen in het beeld dat leerlingen/studenten hebben over klasgenoten
  • Samenwerkingsvaardigheden bevorderen
  • Versterken van onderlinge betrokkenheid
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten een werblad uit KLIK HIER
  • Verdeel de klas in drietallen.
  • Leerlingen/studenten vullen eerst in stilte het eerste gedeelte van de werkblad in.
  • In drietallen bespreken wat iedereen in het groepje heeft ingevuld
  • Individueel het tweede gedeelte invullen
  • Laat leerlingen/studenten het formulier inleveren: de informatie kan een aanleiding zijn om er in een individueel (begeleidings)gesprek op terug te komen.
  • Bespreek de bevindingen klassikaal na:

Niet voor iedereen is het gemakkelijk om complimenten te ontvangen. Een enkeling vindt het moeilijk om een compliment in ontvangst te nemen. Iemand die een compliment krijgt staat even in het middelpunt van de belangstelling. Niet iedereen vindt dat fijn. Mensen kunnen het moeilijk vinden om zich een houding te geven wanneer ze een compliment krijgen. Zo wordt een compliment wel eens weggelachen of voelt iemand zich verplicht om een complimentje terug te geven.
In de nabespreking kunnen verder de volgende aandachtspunten meegenomen worden.

Tips om een compliment op een goede manier te geven:

  • Doe het persoonlijk
  • Gebruik de ik-vorm
  • Maak het specifiek
  • Maak het zo concreet mogelijk
  • Licht eventueel je compliment toe met een voorbeeld

Tips om een compliment op een goede manier te ontvangen:

  • Maak oogcontact
  • Bedank de ander
  • Twijfel niet aan de goede bedoeling
  • Geniet van het moment

Verder lezen

  • Effectief leren complimenteren, Coert Visser KLIK HIER
  • Welk effect hebben complimenten van de leerkracht op het zelfvertrouwen van leerlingen in de bovenbouw van de basisschool? Wij-leren KLIK HIER
  • Feedback om leren zichtbaar te maken. John Hattie & Shirley Clarke KLIK HIER

De groepsdynamiek positief beïnvloeden?
Dat kan met ‘Complimentenmemory’





Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? 
Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

Preventief aan de slag om pestgedrag in de groep vóór te zijn?
Dat kan met het ‘Kwartetspel GroepsGedoe’

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Respect

rood en groen kaartje
rood en groen kaartje
rood en groen kaartje

Lessen die verstoord worden, leerlingen die door elkaar praten, de sfeer die verziekt wordt door ruzietjes: het komt regelmatig voor. Is dat een teken van gebrek aan respect? Tijd om hierover het gesprek aan te gaan in de groep.

Mensen respecteren betekent: Je aanvaardt en waardeert de ander volledig, ongeacht zijn culturele identiteit, gedachtegoed en overtuigingen, afkomst of religie. Je accepteert iemands normen en waarden, behoeften en gevoelens en overschrijdt niet de redelijke grenzen die hij of zij stelt.

Erg belangrijk is het besef dat je respect krijgt door het te geven, niet door het te eisen. Te vaak vloeit (schijn)respect voort uit plichtsgevoel, het proberen te voorkomen van straf, opzien tegen de plek in de hiërarchie, de status en macht die iemand heeft. In al deze gevallen komt het niet van binnenuit.

Respect betekent aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor (of ontvangt van) iemand of iets vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden. Het woord betekent oorspronkelijk omzien naar, en vandaar rekening houden met.

“Gebrek aan respect kan, hoewel niet zo agressief, net zo kwetsend zijn als een belediging. ” zegt de Amerikaanse arbeidssocioloog Richard Sennett in zijn boek ‘Respect in een tijd van sociale ongelijkheid’: De ander wordt weliswaar niet beledigd maar krijgt ook geen erkenning. Hij of zij wordt niet gezien als een volwaardig mens die ertoe doet.

“Respect!” roepen jongeren naar elkaar bij wijze van begroeting of als compliment. Respect is juist in de jongerencultuur erg belangrijk. Maar of ze dat ook vertalen naar gedrag in de klas is maar de vraag. Een werkvorm om het gesprek aan te gaan.

Doel

  • Bespreekbaar maken van het thema respect
  • Informatie overbrengen
  • Bewustwording van eigen aannames
  • Bewustwording (groeps)gedrag
  • Effecten zien van groepsgedrag
  • Leren van elkaars inzichten
  • Verschillen (h)erkennen in elkaars visie

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze 1:

  • Print voor elk groepje de stellingen uit. KLIK HIER
  • Print voor iedere leerling/student een werkblad uit KLIK HIER
  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen/studenten, ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en iedere leerling/student een werkblad
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en vullen het werkblad in
  • Leerlingen/studenten bespreken de antwoorden die ze gegeven hebben in hun groepje.
  • Bespreek klassikaal na
    • Wat valt op?
    • Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
    • Waar zijn de groepsleden het over eens?
    • Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan.
    • Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.
    • Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
    • Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?
  • Laat leerlingen/studenten het werkblad inleveren: het kan een thema vormen tijdens een individueel (mentor)gesprek. Ook kun je na bv een half jaar de leerlingen het werkblad terug geven en laten kijken of ze van gedachten zijn veranderd.

Werkwijze 2:

  • Download de PowerPointpresentatie met de stellingen KLIK HIER
  • Geef alle leerlingen/studenten een rood en een groen kaartje.
  • De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen/studenten geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
  • Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
  • De begeleider leidt de discussie.

Meer informatie en bronnen:

  • Jong, J. (2007). Kapot moeilijk. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • Sennett, R. (2003). Respect In Een Tijd Van Sociale Ongelijkheid. Amsterdam: Byblos.
  • Steenhuis, P. H. (2013, april 18). Wat is dat, respect? Trouw.

Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

De groepsdynamiek positief beïnvloeden? Dat kan met ‘Complimentenmemory’

Huiswerk onzin?

huiswerk bingokaarten

Huiswerk maken gaat bij de start van het schooljaar goed maar dan komt er vaak de klad in. Het opgeven van huiswerk heeft voordelen en nadelen. Wat is de zin of onzin van huiswerk? Dit keer een werkvorm om het met een klas te hebben over huiswerk maken. Door het spelen van de bingo krijgen leerlingen/studenten zicht op hoe klasgenoten tegen huiswerk maken aankijken. Ook krijg jij als docent/mentor zicht op hoe leerlingen/studenten denken over huiswerk en hoe ze ermee omgaan.
Hierdoor kun je met leerlingen/studenten in gesprek gaan over de zin en onzin van huiswerk en mogelijk tot nieuwe/andere afspraken komen.

Belangrijk om niet alleen de bingo te spelen maar juist na iedere stelling te vragen aan leerlingen/studenten waarom ze het eens of oneens zijn met de stelling. Of waarom juist deze stelling bij hun manier van ‘huiswerken’ past. Omdat leerlingen/studenten stellingen op hun bingokaart doorstrepen of markeren kun je wanneer je de kaarten ingeleverd worden zien wat leerlingen/studentenvinden van huiswerk. Tijdens een (mentor)gesprek zou je daar op terug kunnen komen.

Ook interessant is om deze bingo een keer met het team te spelen. Het woordje ‘ik’ moet dan gelezen worden als ‘mijn leerlingen/studenten’. Hierop zou een gesprek kunnen plaats vinden over de zin of onzin van huiswerk. Wellicht ook een manier om huiswerk tijdens een ouderavond bespreekbaar te maken.

Doel:

  • Op een speelse manier huiswerkperikelen bespreekbaar maken
  • Elkaar beter leren kennen
  • Bewust worden van de manier waarop leerlingen/studenten met huiswerk omgaan
  • Zien dat anderen een andere keuze maken
  • Nadenken over de zin en onzin van huiswerk.

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze:

  • Print de bingokaartbladen en knip of snijd ze over de helft (of laat leerlingen/studenten dit doen). Er zijn 46 verschillende bingokaarten gemaakt. Print uit wat je nodig hebt om leerlingen 1 of 2 kaarten te geven. Printbare versie KLIK HIER
  • Print ook de lijst met stellingen die op de kaarten staan uit: KLIK HIER
  • Geef iedere leerling/student een (of twee) bingokaart(en)
  • Laat leerlingen/studenten hun naam op het bingoblaadje zetten en leg uit dat het de bedoeling is dat ze de kaarten weer inleveren.
  • Lees de stellingen een voor een voor.
  • Laat de leerlingen/studenten een hand opsteken als ze het er niet mee eens zijn of omdat het niet bij ze past. Ze zetten dan een kruis door de stelling.
  • Vervolgens vraag je leerlingen/studenten hun hand op te steken wanneer ze het er wel mee eens zijn of wanneer de stelling op hen van toepassing is. Ze highlighten dan de stelling met een markeerstift
  • Vraag na iedere stelling een paar leerlingen/studenten waarom ze de stelling afwijzen of omarmen.
  • De eerste leerling/student die een ‘volle kaart’ heeft roept bingo en krijgt een prijsje (huiswerkvrij?)
  • Speel door tot alle kaarten gevuld zijn. Je kunt ook een tweede of derde prijs verzinnen.
  • Bij een valse bingo volgt een sanctie (liedje zingen?)
  • Laat leerlingen/studenten de kaarten inleveren. Bij een mentor gesprek kun je hierop eventueel terugkomen

Verder lezen:

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Soms ‘rommelt’ het in de groep. Het lijkt of de sfeer helemaal verstoord is. Er gebeurt van alles dat de groepsdynamiek op scherp stelt. Het is belangrijk om te blijven investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.

Ook met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Humor, lachen en uitlachen

In de eerste periode van het schooljaar worden de normen bepaald in de groep en humor kan daarbij helpen. Toch is het ook glad ijs: want wanneer gaat een grapje te ver. Wanneer wordt lachen uitlachen. De grenzen zijn vaak diffuus. ‘Wanneer is een grapje grappig?’ is een vraag die haast niet te beantwoorden is. Wanneer is iets grappig en wanneer grensoverschrijdend? Een grapje in de ene context kan prima zijn terwijl in een andere context dezelfde grap echt niet kan.

Humor en grappen stellen een toehoorder vaak ook voor een dilemma. Als je niet lacht zul je de grap wel niet snappen of een ‘zeikerd’ zijn of iemand zonder gevoel voor humor.
Door te lachen om een grap help je om de norm in een groep te bepalen. Door te lachen accepteer je een grens.
Een grap kan ook bedoeld zijn om een spiegel voor te houden en daardoor kunnen mensen aan het denken gezet worden over de (uitvergrote) werkelijkheid.

Soms is het heel duidelijk: er wordt een grap gemaakt ten koste van een ander. Wanneer dat herhaaldelijk gebeurt en de ‘grappenmaker’ niet wordt terug gefloten kan dit ontaarden is pestgedrag wat schadelijk is niet alleen voor het slachtoffer maar voor de hele groep.

Daarom is het goed om dit thema in de klas met elkaar te bespreken. Lees vooraf de stellingen goed door en kies die stellingen die passen bij jouw groep.

Doel

  • Bewust-worden van gevolgen van schijnbaar onschuldige grapjes
  • Grenzen van humor verkennen
  • Leerlingen/studenten laten nadenken over hoe te handelen wanneer grenzen overschreden worden
  • Leren van elkaars inzichten
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze:

  • Kies de stellingen die passen bij de groep
  • Print de kaartjes met stellingen uit KLIK HIER
  • Download eventueel ook de PowerPoint KLIK HIER
  • Maak voor iedere leerling een groen en een rood kaartje.
  • Laat vervolgens de door jou uitgekozen stellingen van de PowerPoint zien.
  • Leerlingen/studenten geven hun mening over de stelling door een van beide kaartjes omhoog houden. Groen als ze het eens zijn met de stelling en rood wanneer ze er tegen zijn.
  • Geef verschillende leerlingen/studenten de beurt om argumenten voor of tegen de stelling te geven.
  • Kijk na het bespreken van de stelling of er leerlingen/studenten zijn die van gedachten zijn veranderd.

Verder lezen:

Werken aan pestpreventie?

Met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.