Odd socks day

Odd socks day wordt gevierd op 12 november. De dag is in het leven geroepen om te vieren dat we allemaal uniek zijn. Door op die dag twee verschillende of hele rare sokken te dragen laat je zien dat het oké is om anders te zijn en dat je tegen buitensluiten, pesten en discriminatie bent.

Je kunt op school iedereen stimuleren om twee verschillende sokken te dragen zo weer even aandacht te hebben voor het recht dat iedereen heeft om anders te zijn. Mooi moment om in de klas stil te staan bij sociale, culturele en persoonlijke diversiteit.

Je kunt ook aan de slag met een werkvorm die juist gaat over uniek-zijn en het bewust worden van ieders uniciteit.
Wat is identiteit, wat is imago en wat zijn daar de verschillen tussen. Zien anderen jou zoals je jezelf ziet? Met deze werkvorm ga je rondom deze vragen aan de slag met behulp van de ‘Identiteitscirkel’ (Abram, 2008)

Laat leerlingen/studenten de gemaakte identiteitscirkel inleveren: het vormt wellicht een mooi ingang voor een begeleidings- of mentorgesprek.

Doel

  • Op een positieve manier ieders uniek-zijn bekijken
  • Accepteren van verschillen in de groep
  • Stilstaan bij de begrippen identiteit en imago
  • Zelfvertrouwen over eigen ideeën te vergroten
  • Luisteren naar ideeën van een ander
  • Dingen te bekijken vanuit een ander perspectief
  • Reflecteren op eigen proces
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten het werkblad uit KLIK HIER
  • Geef een korte uitleg over wat identiteit is en wat imago is en deel de werkbladen uit
  • Iedereen vult de vragen in en maakt vervolgend de identiteitscirkel
  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier personen
  • De groepjes leggen aan elkaar uit hoe hun identiteitcirkel eruit ziet
  • Bespreek de opbrengsten klassikaal na

Verder lezen

Abram Ido (2008) Artikel “Het Arenamodel ” KLIK HIER
Stevens Jan : Artikel “Ben jij Uniek?” KLIK HIER
Biesta Gert: Longread KLIK HIER





Werken aan pestpreventie?

Met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Werkvormen om aan de sociale veiligheid in groepen werken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Sociale veiligheid op school? Volg met je team een workshop

Complimenteren

Na elke vakantie is het goed om met de groep een positieve gezellige sfeer te creeëren. Na de zomervakantie zijn er de ‘Gouden weken’, na de kerstvakantie heb je de ‘Zilveren weken’. Het zijn periodes waarin positieve groepsvorming centraal staat. Na de meivakantie is het misschien wel extra belangrijk om de groepsdynamiek in de gaten te houden. De zogenaamde ‘Bronzen’ weken zijn aangebroken. Het laatste gedeelte van het schooljaar waarin de sfeer soms omslaat. Leerlingen/studenten kunnen extra hun best gaan doen om het schooljaar positief af te sluiten maar soms kunnen leerlingen/studenten ook de moed opgeven. Dit heeft effect op de groepsprocessen.
Elkaar bewust complimenteren kan helpen de groepsband te versterken. Een werkvorm die de nadruk legt op positiviteit en aandacht vraagt voor het zien en herkennen van goede eigenschappen en vaardigheden van klasgenoten. Complimenteren kun je leren.

Doel

  • (opnieuw) kennismaken
  • Leren complimenteren
  • (H)erkennen van eigenschappen
  • Inzicht krijgen in eigen en andermans kwaliteiten
  • Leren delen van kwaliteiten met de groep
  • Anderen helpen kwaliteiten te (h)erkennen
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

Voor deze werkvorm zijn veel (ongeveer 50) verschillende kaartjes nodig met daarop eigenschappen en vaardigheden die leerlingen mogelijkerwijs bezitten of willen verwerven. Het is fijn wanneer er veel kaartjes zijn, er mogen ook dubbele kaartjes tussen zitten: Leerlingen/studenten hebben dan wat te kiezen wanneer ze klasgenoten willen complimenteren en soms zal een kaartje geschikt zijn voor meer dan één leerling/student. Je kunt deze kaartjes zelf maken maar je zou ook ‘Complimentenmemory’ kunnen aanschaffen waarin zo’n 100 stevige kaarten zitten op A5-formaat die voor deze werkvorm heel geschikt zijn.
Voor meer informatie KLIK HIER.
Voor bestellen KLIK HIER.
Wil je de kaartjes zelf maken denk dan aan vaardigheden zoals ‘samenwerken’, ‘luisteren’, ‘geconcentreerd kunnen werken’ enzovoort.

  • Laat de leerlingen/studenten in een grote kring zitten.
  • Bespreek:
    • Hoe geef je een compliment op een goede manier?
    • Wat maakt of een compliment ook goed ‘aankomt’?
    • Hoe neem je een compliment in ontvangst?
  • Deel alle complimentenkaarten uit in de groep zodat iedereen nu minstens drie of meer kaarten heeft.
  • Leerlingen/studenten die een ‘dubbele’ kaart hebben mogen ruilen.
  • Om de beurt gaan leerlingen nu een kaart ‘cadeau’ geven aan een medeleerling/medestudenten waaraan ze meteen moesten denken toen ze de kaart kregen.
  • Als een leerling/student de kaart aan een medeleerling/medestudenten geeft wordt de volgende zin afgemaakt: “Ik geef je deze kaart omdat….”
  • Vertel in de instructie dat het de bedoeling is dat iedereen aan het eind van de les complimenten-kaarten heeft gekregen en niet dat een leerling/student tien kaarten heeft en een ander geen.

    Tip
  • Vraag na iedere uitgedeelde kaart verduidelijking waarom deze leerling/student juist deze kaart krijgt. Leerlingen/studenten zijn geneigd de motivatie erg kort of algemeen te houden.
  • Wanneer een leerling/student een van de kaarten zelf willen houden omdat ze vinden dat ze zelf deze eigenschap of vaardigheid hebben dan mag dat maar dan moeten ze wel uitleggen waarom.

Verder lezen

  • Effectief leren complimenteren, Coert Visser KLIK HIER
  • Welk effect hebben complimenten van de leerkracht op het zelfvertrouwen van leerlingen in de bovenbouw van de basisschool? Wij-leren KLIK HIER
  • Feedback om leren zichtbaar te maken. John Hattie & Shirley Clarke KLIK HIER

Werk aan de sociale veiligheid met:

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Assertiviteit: Nee-zeggen

invullen formulier
invullen formulier

Assertiviteit kan leerlingen/studenten helpen in sociaal onveilige situaties. We willen graag dat leerlingen/studenten op een goede manier voor zichzelf kunnen opkomen, dat ze weerbaar zijn. In de praktijk blijkt dat leerlingen/studenten het moeilijk vinden om ‘Nee’ te zeggen. Met deze werkvorm oefenen ze dit op een speelse. laagdrempelige manier.

Doel

  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Leerlingen/studenten bewust maken van de eigen manier van handelen
  • Leerlingen/studenten bewust maken van de mate waarin ze voor zichzelf op kunnen komen
  • Leerlingen/studenten laten ervaren hoe moeilijk het kan zijn om ‘nee’ te zeggen
  • Leerlingen/studenten zien dat ook klasgenoten het moelijk kunnen vinden om ‘Nee’ te zeggen
  • Leerlingen/studenten durven zichzelf te laten zien

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Print het werkblad uit en geef alle leerlingen/studenten een blad KLIK HIER
  • Leerlingen vullen dit in
  • Bespreek na met de hele groep. Begin met voorbeelden geven waarin jij het als volwassene ook moeilijk vindt om “Nee”te zeggen. Hou het luchtig door zaken te noemen als ‘Wanneer iemand in een winkel voordringt’, ‘Wanneer je gevraagd wordt om ergens mee naar toe te gaan maar je hebt eigenlijk geen zin’, ‘Iemand vraagt je te helpen maar je hebt al met iemand anders afgesproken’. ‘Iemand wil dat je iets doet wat je niet wil maar diegene is belangrijk voor jou’.
    Eventuele vragen:
    • Welke situaties zijn voor meer leerlingen/studenten herkenbaar?
    • Wat kun je doen/zeggen in zo’n situatie?
    • Stel: iemand zegt ‘Nee’ maar niet zo heel erg overtuigend. Bedoelt diegene dan ‘Ja’? Hoe ga je hiermee om?
  • Maak ruimte in het lokaal
  • Leerlingen/studenten gaan in twee rijen tegenover elkaar staan, waarbij ze zelf kiezen tegenover wie ze gaan staan
  • Om de beurt zeggen leerlingen/studenten uit een rij duidelijk en overtuigd ‘Nee’ tegen degene aan de overkant.
  • Ze moeten dat doen op verschillende manieren:
    • Fluisterend
    • Twijfelend
    • Vragend
    • Heel stellig
    • Kwaad
    • Woedend
    • Heel hard
    • Niet hard maar wel heel duidelijk
  • Bespreken de dingen die helpend is om overtuigend te klinken (stevig rechtop staan, oogcontact, rust en duidelijkheid)
  • Dan zetten leerlingen/studenten in tweetallen een stapje naar voren en zeggen om de beurt ‘nee’ op zo’n manier dat iedereen dit gelooft.
  • Wie van de twee is het meest overtuigend en waarom?
  • Nu gaan drie leerlingen/studenten die in de ene rij achteraan staan vooraan staan: nu heeft iedereen iemand tegenover zich waarvoor die níet zelf heeft gekozen. Het ‘nee-zeggen’ kan daardoor veel moeilijker zijn.
  • Oefening herhalen
  • Nabespreken
  • Laat leerlingen/studenten het werkblad inleveren: het bevat info die wellicht in een een-op-een gesprek besproken kan worden

Verder lezen:

Haeck, N. W. (2015). No prob, ik kom voor mezelf op! Amsterdam: Boom uitgevers.
https://mentaalbeter.nl/artikelen/9-tips-om-je-assertiviteit-te-vergroten/

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn en om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe GroepsGedoe 2.0 ontwikkeld:

Werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Persoonlijke ruimte

werkblad persoonlijke ruimte

De afstand die we bewaren wanneer we b.v. met iemand praten zegt veel over de relatie die we met diegene hebben en het contact dat we willen. Meestal gaat dat onbewust. Wanneer iemand te dichtbij komt ga je als het ware vanzelf een stukje achteruit omdat je je dan een beetje ongemakkelijk voelt.

Of je je ongemakkelijk voelt heeft met verschillende dingen te maken. Iemand met wie je een goede band hebt kan (letterlijk) dichter bij je komen als een vreemde. Wanneer iemand iets wil vertellen dat heel persoonlijk is, zal de afstand wat kleiner zijn.
In tijden van corona was de afstand heel duidelijk. Iedereen moest anderhalve meter afstand bewaren. Langzaam werd dat weer ‘normaler’. Maar wat is eigenlijk normaal?
Een armlengte afstand wanneer je met iemand praat wordt vaak als ‘normaal’ ervaren. Maar niet altijd. Als je bij voorbeeld naast iemand staat, mag deze dichterbij komen dan wanneer iemand recht voor je neus staat. Ook zijn er culturele verschillen: in sommige landen gaan mensen dichter bij elkaar staan dan in andere landen.

Wanneer iemand te dichtbij komt kan dat soms ook vervelende of zelfs agressieve reacties oproepen.

Doel

  • Leerlingen/studenten bewust maken van de eigen en andermans persoonlijke ruimte
  • Leerlingen/studenten laten ervaren wat effecten zijn wanneer de persoonlijke ruimte geschonden wordt.
  • Leerlingen/studenten handvatten geven om te reageren bij overschrijden van persoonlijke ruimte

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)
  • MBO

Werkwijze:

  • Print voor alle leerlingen/studenten het werkblad uit: KLIK HIER
  • Geef een korte uitleg over persoonlijke ruimte: gebruik hiervoor eventueel deze achtergrondinformatie: KLIK HIER
  • Laat ter introductie vervolgens eventueel filmpjes zien:
  • Haal een vrijwilliger voor de klas om het ongemak te demonstreren: Leerling/student staat naast je, je vraagt of de afstand oké is zo. Dan tel je af en moeten de leerling/student en jijzelf zich naar elkaar toedraaien. De leerling/student zal terugdeinzen. Meerdere leerlingen/studenten zullen dit willen ervaren.
  • Oefening: Zet de leerlingen/studenten in twee rijen tegenover elkaar. De leerlingen/studenten lopen na een teken langzaam in stilte naar elkaar toe en moeten proberen aan te voelen hoe dichtbij ze bij de overbuur kunnen komen.
  • Instructie:
    • Rij één blijft staan en reageert niet (niet praten, lachen, gebaren, wél oogcontact)
    • Rij twee gaat na een teken heel langzaam naar de overkant lopen en stopt op het moment vlák voor het ongemakkelijk wordt
  • Vragen of het klopt: is de afstand goed?
  • Vervolgens sluiten twee leerlingen/studenten die vooraan in de rij staan achteraan. Nu staan andere leerlingen/studenten tegenover elkaar. Oefening herhalen. Bevraag leerlingen /studentenover de verschillen.
  • Leerlingen/studenten gaan in stilte het werkblad invullen.
  • Leerlingen/studenten gaan in tweetallen of in kleine groepjes de antwoorden die ze hebben opgeschreven met elkaar bespreken.
  • Klassikaal nabespreken, leg daarbij de focus op wat overeenkomsten zijn in de groepjes.
  • Les afsluiten met korte rollenspelletjes:
    • Zet drie stoelen naast elkaar voor de klas: dit is een bankje in het park
    • Laat een leerling plaatsnemen en vraag een ander om er (al dan niet) te dicht bij te komen tijdens een gesprekje. Laat verschillende scenes spelen.
    • Na elke scene vragen stellen:
      • Wat hebben deze spelers goed laten zien?
      • Op welk moment werd het ongemakkelijk?
      • Waaraan merkte je dat?

Bronnen

Hall, Edward T. (1966). The Hidden Dimension. Anchor Books.
Argyle, M., & Dean, J. (1965). Eye-contact, distance and affiliation. Sociometry28(3), 289-304
Gifford, R. (2007). The consequences of living in high-rise buildings. Architectural Science Review, 50(1), 2-17.

Verder lezen

https://carolineheijmans-psycholoog.nl/carolineheijmans-psycholoog.nl/2017/05/07/hoe-dichtbij-mag-je-komen/
https://www.omgevingspsycholoog.nl/persoonlijke-ruimte/
https://www.bnnvara.nl/artikelen/waarom-hebben-we-persoonlijke-ruimte

Werkvormen om de sociale veiligheid een boost te geven

Om te zorgen voor een positieve groep, om pestgedrag te voorkomen en om een veilig pedagogisch klimaat te bestendigen heeft Kieresoe (spel)materiaal ontwikkeld.
Er is de keus uit drie spellen met elk een heleboel werkvormen om de groepsdynamiek in je klas op een positieve manier te versterken:

Pakket werkvormen om te komen tot een sociaal veilig klimaat

Pakket werkvormen om de groepscohesie te versterken:

Spel om pestegedrag te voorkomen

Omgaan met complimenten

formulier omgaan met complimenten

Het geven van positieve feedback en complimenten door leerlingen/studenten aan elkaar versterkt relaties en kan zorgen voor een goede sfeer in de klas. Het bevordert de onderlinge betrokkenheid. Het beïnvloedt de groepsdynamiek op een positieve manier.
Maar hoe geef je nu precies complimenten en hoe ontvang je ze. Met behulp van het werkblad gaan leerlingen/studenten eerst individueel en daarna in een klein groepje nadenken over complimenten geven en ontvangen. Daarna volgt een klassikale nabespreking.

Doelen

  • Elkaar beter leren kennen
  • Het leren geven en ontvangen van complimenten
  • Bewust worden van eigen manier van omgaan met complimenten
  • Aandacht richten op positieve eigenschappen van klasgenoten
  • Anderen helpen kwaliteiten te (h)erkennen
  • Inzicht krijgen in eigen en andermans kwaliteiten
  • Inzicht krijgen in het beeld dat leerlingen/studenten hebben over klasgenoten
  • Samenwerkingsvaardigheden bevorderen
  • Versterken van onderlinge betrokkenheid
  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Bevorderen positief groepsgevoel

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • MBO

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten een werblad uit KLIK HIER
  • Verdeel de klas in drietallen.
  • Leerlingen/studenten vullen eerst in stilte het eerste gedeelte van de werkblad in.
  • In drietallen bespreken wat iedereen in het groepje heeft ingevuld
  • Individueel het tweede gedeelte invullen
  • Laat leerlingen/studenten het formulier inleveren: de informatie kan een aanleiding zijn om er in een individueel (begeleidings)gesprek op terug te komen.
  • Bespreek de bevindingen klassikaal na:

Niet voor iedereen is het gemakkelijk om complimenten te ontvangen. Een enkeling vindt het moeilijk om een compliment in ontvangst te nemen. Iemand die een compliment krijgt staat even in het middelpunt van de belangstelling. Niet iedereen vindt dat fijn. Mensen kunnen het moeilijk vinden om zich een houding te geven wanneer ze een compliment krijgen. Zo wordt een compliment wel eens weggelachen of voelt iemand zich verplicht om een complimentje terug te geven.
In de nabespreking kunnen verder de volgende aandachtspunten meegenomen worden.

Tips om een compliment op een goede manier te geven:

  • Doe het persoonlijk
  • Gebruik de ik-vorm
  • Maak het specifiek
  • Maak het zo concreet mogelijk
  • Licht eventueel je compliment toe met een voorbeeld

Tips om een compliment op een goede manier te ontvangen:

  • Maak oogcontact
  • Bedank de ander
  • Twijfel niet aan de goede bedoeling
  • Geniet van het moment

Verder lezen

  • Effectief leren complimenteren, Coert Visser KLIK HIER
  • Welk effect hebben complimenten van de leerkracht op het zelfvertrouwen van leerlingen in de bovenbouw van de basisschool? Wij-leren KLIK HIER
  • Feedback om leren zichtbaar te maken. John Hattie & Shirley Clarke KLIK HIER

De groepsdynamiek positief beïnvloeden?
Dat kan met ‘Complimentenmemory’





Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? 
Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

Preventief aan de slag om pestgedrag in de groep vóór te zijn?
Dat kan met het ‘Kwartetspel GroepsGedoe’

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Reflecteren en vooruitkijken

reflectief kaartje aan jezelf

In het onderwijs zijn er twee natuurlijke momenten voor een nieuwe start. Het begin van het schooljaar en Nieuwjaar. Deze twee momenten lenen zich om leerlingen/studenten te laten terugblikken op het schooljaar tot nu toe en te laten vooruitkijken op de rest van het schooljaar. Hier vind je twee verschillende kaartjes die leerlingen/studenten aan hun toekomstige zelf kunnen sturen. Een kaartje is vooral reflectief gericht het andere kaartje is gericht het op oplossingsgerichte wijze vooruitblikken.
Op een later tijdstip, bv rondom de krokusvakantie, kunnen de kaartjes teruggegeven worden en krijgen leerlingen/studenten inzicht in het al dan niet behalen van doelen. Napraten kan in kleine groepjes, tijdens een klassengesprek of in een individueel mentorgesprek.


Terugblikken

  • Het is mij gelukt om….
  • Ik ben veel beter geworden in …
  • Wat ik hoopte is gebeurd: ik….
  • Ik ben blij met…..
  • Ik heb de afgelopen tijd veel ….
  • Ik kan nu heel goed….
  • Ik weet nu een heleboel meer over…
  • Ik ben sterk in….
  • Ik ben dichterbij mijn doel gekomen om …
  • Ik heb geleerd om….


Toekomstgericht doelen stellen

  • Ik hoop dat:
  • Mijn doelen zijn:
  • Die ga ik bereiken door:
  • Het eerste kleine stapje dat ik meteen al kan zetten is:
  • Ik kan hulp zoeken bij:
  • Ik ben tevreden wanneer:

Kies welke kaartjes je leerlingen wil laten invullen.

Doel:

  • Op een positieve (oplossingsgerichte manier) terugkijken op de afgelopen periode
  • Bewust maken van wat goed gaat
  • Bewust maken van wat er al geleerd is
  • Reflecteren op eigen proces
  • Doelen stellen voor komende periode
  • Doelen praktisch en concreet leren formuleren

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze: ‘Kaart aan je toekomstige zelf’:

  • Download het kaartje dat vooral terugblikt via deze link
  • Download het kaartje dat vooral doelen leert concretiseren via  deze link
  • Geef leerlingen/studenten het uitgeprinte format.
  • Leerlingen/studenten knippen dit uit en vouwen er een ‘ansichtkaart’ van.
  • Ze beantwoorden de vragen, vullen hun adres gegevens in en wanneer ze tijd over hebben kunnen ze een tekening of wens schrijven in het blanco vakje.
  • Laat leerlingen/studenten de kaarten inleveren en bezorg ze op een later moment bv na de krokusvakantie weer terug.
  • Bespreek na óf klassikaal óf in kleine groepjes.

Nabespreken (wanneer je later in het jaar de kaartjes terug bezorgt)

  • Wat wist je niet meer?
  • Welke doelen heb je ook echt bereikt?
  • Heb je je inderdaad bezig gehouden met dat wat op de kaart stond?
  • Wat vind je nu belangrijker?
  • Wat zou je op een nieuwe kaart opnieuw opschrijven?

Verder lezen:

  • Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER
  • Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Na de kerstvakantie ‘rommelt’ het vaak weer in de groep. Het lijkt of de sfeer helemaal verstoord is. Leerlingen/studenten hebben elkaar vrij lang niet gezien en in de vakantie is er van alles gebeurd dat de groepsdynamiek op scherp stelt. Het is belangrijk om opnieuw te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.

Ook met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Respect

rood en groen kaartje
rood en groen kaartje
rood en groen kaartje

Lessen die verstoord worden, leerlingen die door elkaar praten, de sfeer die verziekt wordt door ruzietjes: het komt regelmatig voor. Is dat een teken van gebrek aan respect? Tijd om hierover het gesprek aan te gaan in de groep.

Mensen respecteren betekent: Je aanvaardt en waardeert de ander volledig, ongeacht zijn culturele identiteit, gedachtegoed en overtuigingen, afkomst of religie. Je accepteert iemands normen en waarden, behoeften en gevoelens en overschrijdt niet de redelijke grenzen die hij of zij stelt.

Erg belangrijk is het besef dat je respect krijgt door het te geven, niet door het te eisen. Te vaak vloeit (schijn)respect voort uit plichtsgevoel, het proberen te voorkomen van straf, opzien tegen de plek in de hiërarchie, de status en macht die iemand heeft. In al deze gevallen komt het niet van binnenuit.

Respect betekent aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor (of ontvangt van) iemand of iets vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden. Het woord betekent oorspronkelijk omzien naar, en vandaar rekening houden met.

“Gebrek aan respect kan, hoewel niet zo agressief, net zo kwetsend zijn als een belediging. ” zegt de Amerikaanse arbeidssocioloog Richard Sennett in zijn boek ‘Respect in een tijd van sociale ongelijkheid’: De ander wordt weliswaar niet beledigd maar krijgt ook geen erkenning. Hij of zij wordt niet gezien als een volwaardig mens die ertoe doet.

“Respect!” roepen jongeren naar elkaar bij wijze van begroeting of als compliment. Respect is juist in de jongerencultuur erg belangrijk. Maar of ze dat ook vertalen naar gedrag in de klas is maar de vraag. Een werkvorm om het gesprek aan te gaan.

Doel

  • Bespreekbaar maken van het thema respect
  • Informatie overbrengen
  • Bewustwording van eigen aannames
  • Bewustwording (groeps)gedrag
  • Effecten zien van groepsgedrag
  • Leren van elkaars inzichten
  • Verschillen (h)erkennen in elkaars visie

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze 1:

  • Print voor elk groepje de stellingen uit. KLIK HIER
  • Print voor iedere leerling/student een werkblad uit KLIK HIER
  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen/studenten, ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en iedere leerling/student een werkblad
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en vullen het werkblad in
  • Leerlingen/studenten bespreken de antwoorden die ze gegeven hebben in hun groepje.
  • Bespreek klassikaal na
    • Wat valt op?
    • Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
    • Waar zijn de groepsleden het over eens?
    • Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan.
    • Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.
    • Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
    • Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?
  • Laat leerlingen/studenten het werkblad inleveren: het kan een thema vormen tijdens een individueel (mentor)gesprek. Ook kun je na bv een half jaar de leerlingen het werkblad terug geven en laten kijken of ze van gedachten zijn veranderd.

Werkwijze 2:

  • Download de PowerPointpresentatie met de stellingen KLIK HIER
  • Geef alle leerlingen/studenten een rood en een groen kaartje.
  • De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen/studenten geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
  • Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
  • De begeleider leidt de discussie.

Meer informatie en bronnen:

  • Jong, J. (2007). Kapot moeilijk. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • Sennett, R. (2003). Respect In Een Tijd Van Sociale Ongelijkheid. Amsterdam: Byblos.
  • Steenhuis, P. H. (2013, april 18). Wat is dat, respect? Trouw.

Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

De groepsdynamiek positief beïnvloeden? Dat kan met ‘Complimentenmemory’

Persoonlijke doelen

vragen start schooljaar

Planmatig en doelgericht werken is niet een van de meest in het oog springende kwaliteiten van mijn leerlingen/studenten. Met deze werkvorm staan leerlingen/studenten stil bij wat ze nu eigenlijk belangrijk vinden en hoe ze hun doelen kunnen bereiken. Ze staan bewust stil en formuleren concrete doelen.
Waar willen ze aan werken dit schooljaar en waarom is dat voor hen belangrijk? Het ingevulde werkblad geeft je als docent inzicht en een mooi houvast voor een (mentor)gesprek.

Doel

  • Op een positieve (oplossingsgerichte manier) vooruitkijken naar de komende periode
  • Bewust maken van wat goed gaat
  • Reflecteren op eigen proces
  • Doelen stellen voor komende periode
  • Doelen praktisch en concreet leren formuleren

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten het vragenlijstje uit: KLIK HIER
  • Maak kaarten met daarop positieve eigenschappen en vaardigheden zoals bijvoorbeeld: ‘kan goed samenwerken’, ‘kan netjes werken’, ‘stelt vaak vragen’ of ‘kan goed luisteren’. Zorg voor véél kaarten zodat leerlingen/studenten wat te kiezen hebben, het is niet erg om meerdere kaarten met dezelfde eigenschap of vaardigheid te gebruiken. Je kunt ook de kaarten uit ‘Complimentenmemory’ gebruiken . Meer info daarover: KLIK HIER.
  • Leg de kaarten goed zichtbaar in het lokaal en laat leerlingen/studenten een kaart uitkiezen.
  • Leerlingen/studenten vullen het vragenlijstje in. Het is de bedoeling dat ze bij de gekozen kaart een heel praktisch doel formuleren.
  • Laat leerlingen/studenten in tweetallen of in een klein groepje in gesprek gaan over wat ze hebben ingevuld om elkaar te helpen om een zo goed en concreet mogelijk beeld te krijgen van wat ze willen bereiken.
  • Er mogen verbeteringen of aanvullingen gedaan worden op wat al is opgeschreven naar aanleiding van dit gesprekje.
  • Bespreek klassikaal de opbrengsten. Leg daarbij de nadruk op vragen als:
    • Zijn er gezamenlijke doelen?
    • Wat kunnen we doen om hieraan te werken?
    • Hoe kunnen we elkaar helpen doelen te bereiken?
  • Laat leerlingen/studenten het lijstje inleveren. Het ingevulde vragenlijstje kan een mooi gespreksonderwerp zijn voor een coaching- of mentorgesprek.
  • Kom op een later moment in het jaar terug op wat leerlingen/studenten hebben ingevuld en kijk of dat nog actueel is.

Verder lezen

Artikel “Doelen stellen met behulp van Covey” Cor Verbeek CPS KLIK HIER

Kaartenset met positieve eigenschappen en vaardigheden

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat kun je met behulp van GroepsGedoe 2.0 het gesprek aangaan op een laagdrempelige manier. Het spel bevat een handleiding met meerdere actieve en activerende werkvormen.

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Kennismaken Happertje

happertje

Veel leerlingen/studenten vinden de start van het nieuwe schooljaar spannend. Leerlingen/studenten hebben elkaar vaak de hele lange zomervakantie niet gezien en kunnen onzeker zijn. Zeker wanneer ze in een nieuwe groep starten of beginnen in de brugklas of een nieuwe school. Veel kennismakingsspelletjes helpen om ervoor te zorgen dat leerlingen/studenten zich prettig gaan voelen in de groep. In een klein groepje een ‘happertje’ maken is een leuke activiteit waarbij ze elkaar helpen bij het vouwen en daarna met het happertje met elkaar in gesprek gaan. Over wat ze willen, hopen en verwachten bij voorbeeld.
Mijn ervaring is dat leerlingen/studenten in de pauze vaak doorgaan met het anderen bevragen met behulp van het Happertje.

De vragen/zinnen die aangevuld moeten worden, die op het Happertje staan, zijn:

  • Een nieuwe klas is leuk want…
  • Als ik iets niet weet vraag ik het aan…
  • De fijnste plek op school is…
  • Het leukste schoolvak is…
  • Wat ik dit schooljaar zeker ga doen is….
  • Ik hoop vooral dat.…
  • Ik ben dol op…
  • Wat je over mij moet weten is…


Ik kreeg vragen of ik ook een versie kon maken voor gebruik in de Franse les . Deze versie vind je HIER. Er is ook een variant in het Engels klik daarvoor HIER.

De ‘gewone’Nederlandse versie vind je HIER

Ook collega’s kunnen elkaar beter leren kennen met een happertje. Die versie vind je HIER.

Doel

  • Creëren van een veilige gezellige sfeer
  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • (opnieuw) kennismaken
  • Delen van verwachtingen
  • Delen van persoonlijke zaken
  • Op een positieve vooruitkijken naar het nieuwe schooljaar

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo
  • Hbo

Werkwijze

  • Verdeel de groep in tweetallen of kleine groepjes
  • Print voor alle leerlingen/studenten het werkblad uit: KLIK HIER
  • Laat leerlingen/studenten het Happertje uitknippen en vouwen.
  • Sommige leerlingen/studenten kennen dit al en kunnen anderen helpen
  • Leerlingen/studenten gaan vervolgens elkaar bevragen en in gesprek over die vragen
  • Bespreek klassikaal de opbrengsten na.

BRON
Het ‘Happertje’ kende ik uit mijn jeugd. Deze werkvorm heb ik hierop gebaseerd en vorm gegeven zodat het paste bij mijn praktijksituatie. Ik heb naar de oorspronkelijke bron gezocht maar niet gevonden.

Dit schooljaar positief beginnen met leerlingen?

Goed voorbereiden op de Gouden Weken na de vakantie?

Meer weten over groepsdynamiek en de eerste weken van het schooljaar? Ga met je team aan de slag tijdens een actieve, praktijkgerichte workshop:

Kaartje volgend schooljaar

kaart aan je toekomstige zelf in het nieuwe schooljaar

In het onderwijs zijn er twee natuurlijke momenten waarop je met leerlingen/studenten een nieuwe start maakt. De jaarwisseling na de kerstvakantie en het nieuwe schooljaar na de zomer. Er wordt dan terug gekeken en er worden nieuwe voornemens gemaakt. Met deze werkvorm ‘kaartje volgend schooljaar’ kijken leerlingen/studenten vooral vooruit. Ze sturen een kaartje aan zichzelf dat ze inleveren bij hun mentor. De mentor geeft dit kaartje aan de nieuwe mentor van de leerling. De nieuwe mentor geeft ze in de beginweken van het nieuwe schooljaar weer terug aan de leerling/student. Leerlingen/studenten kunnen zo kijken of hun goede voornemens en plannen nog steeds hetzelfde zijn. Voor de ‘oude’ mentor is het een hulpmiddel bij de overdracht en de nieuwe mentor kan het kaartje wellicht gebruiken bij het eerste mentorgesprek.

Doel

  • Op een positieve vooruitkijken naar het nieuwe schooljaar
  • Bewust maken van wat goed gaat
  • Bewust stilstaan bij wat belangrijk is
  • Doelen stellen voor het nieuwe schooljaar
  • Kort, praktisch en concreet formuleren van voornemens

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze

  • Print voor alle leerlingen/studenten het werkblad met het kaartje uit. KLIK HIER
  • Leerlingen/studenten knippen de kaart uit en vouwen er een ‘ansichtkaart’ van.
  • Ze beantwoorden de vragen, vullen hun adres gegevens in en wanneer ze tijd over hebben kunnen ze een tekening of wens schrijven in het blanco vakje.
  • Laat de kaarten inleveren en bezorg ze via de nieuwe mentor weer teug na de zomervakantie
  • Bespreek na óf klassikaal óf in kleine groepjes.

Verder lezen

  • Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER
  • Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021
  • Artikel “Doelen stellen met behulp van Covey” Cor Verbeek CPS KLIK HIER

Dit school jaar positief afsluiten met leerlingen/studenten?

Goed voorbereiden op de Gouden Weken na de vakantie?