Stellingen telefoonverbod

stellingen telefoonverbod

Ouders slaan de handen ineen en bestrijden via het platform ‘Smartphonevrije Generatie’ de collectieve smartphoneverslaving. Het gebruik van de smartphone is verslavend en schadelijk voor het mentale welzijn van veel jongeren. Ouders kunnen een ”Smartphonevrij Opgroeien ‘WhatsApp groep‘ starten voor de school van hun kind en het gesprek openen met mede-ouders. Dit verlaagt de sociale druk: hun kind is dan niet langer de enige zonder smartphone. De site heeft hiervoor een simpele toolkit gemaakt.
Steeds meer scholen gaan met ouders het gesprek aan en bieden ondersteuning.

Gebruik van mobiele telefoons is al een tijdje verboden in de klas. Ook in het mbo ontstaat steeds meer de neiging om telefoons in de klas te verbieden. Scholen moeten zelf regelen met leraren, leerlingen/studenten en ouders hoe dit er op hun school uitziet. Dit leidt natuurlijk tot discussies. Hoe leerlingen/studenten dit verbod ervaren op dit moment kun je onderzoeken met deze werkvormen.

Doel:

  • Bespreken ervaringen met bet telefoonverbod
  • Solidair leren zijn met anderen
  • Bewust worden van verschillen in de groep
  • Bewust worden van eigen en andermans (voor)oordelen
  • Respectvol om leren gaan met elkaar
  • Positieve groepsvorming

Voor wie

  • Bovenbouw po
  • vo
  • mbo

Werkwijze 1:

  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen/studenten.
  • Print voor ieder groepje de stellingen uit: KLIK HIER
  • Elk groepje krijgt de stellingen en een rood, groen en wit vel papier.
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen. De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
  • Leerlingen/studenten bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.

Nabespreking
Bespreek met de groep de opbrengsten. Leg (of hang) daarvoor eerst alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar. Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan. Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.

Mogelijke vragen:
– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?
– Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
– Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?

Werkwijze 2:

  • Alle leerlingen/studenten krijgen een rood en een groen kaartje.
  • Voor het downloaden van de PowerPoint: KLIK HIER
  • De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen/studenten geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
  • Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
  • De begeleider leidt de discussie.

Verder lezen

Spelpakketten met werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Reflecteren en vooruitkijken

reflectief kaartje aan jezelf

In het onderwijs zijn er twee natuurlijke momenten voor een nieuwe start. Het begin van het schooljaar en Nieuwjaar. Deze twee momenten lenen zich om leerlingen/studenten te laten terugblikken op het schooljaar tot nu toe en te laten vooruitkijken op de rest van het schooljaar. Hier vind je twee verschillende kaartjes die leerlingen/studenten aan hun toekomstige zelf kunnen sturen. Een kaartje is vooral reflectief gericht het andere kaartje is gericht het op oplossingsgerichte wijze vooruitblikken.
Op een later tijdstip, bv rondom de krokusvakantie, kunnen de kaartjes teruggegeven worden en krijgen leerlingen/studenten inzicht in het al dan niet behalen van doelen. Napraten kan in kleine groepjes, tijdens een klassengesprek of in een individueel mentorgesprek.


Terugblikken

  • Het is mij gelukt om….
  • Ik ben veel beter geworden in …
  • Wat ik hoopte is gebeurd: ik….
  • Ik ben blij met…..
  • Ik heb de afgelopen tijd veel ….
  • Ik kan nu heel goed….
  • Ik weet nu een heleboel meer over…
  • Ik ben sterk in….
  • Ik ben dichterbij mijn doel gekomen om …
  • Ik heb geleerd om….


Toekomstgericht doelen stellen

  • Ik hoop dat:
  • Mijn doelen zijn:
  • Die ga ik bereiken door:
  • Het eerste kleine stapje dat ik meteen al kan zetten is:
  • Ik kan hulp zoeken bij:
  • Ik ben tevreden wanneer:

Kies welke kaartjes je leerlingen wil laten invullen.

Doel:

  • Op een positieve (oplossingsgerichte manier) terugkijken op de afgelopen periode
  • Bewust maken van wat goed gaat
  • Bewust maken van wat er al geleerd is
  • Reflecteren op eigen proces
  • Doelen stellen voor komende periode
  • Doelen praktisch en concreet leren formuleren

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze: ‘Kaart aan je toekomstige zelf’:

  • Download het kaartje dat vooral terugblikt via deze link
  • Download het kaartje dat vooral doelen leert concretiseren via  deze link
  • Geef leerlingen/studenten het uitgeprinte format.
  • Leerlingen/studenten knippen dit uit en vouwen er een ‘ansichtkaart’ van.
  • Ze beantwoorden de vragen, vullen hun adres gegevens in en wanneer ze tijd over hebben kunnen ze een tekening of wens schrijven in het blanco vakje.
  • Laat leerlingen/studenten de kaarten inleveren en bezorg ze op een later moment bv na de krokusvakantie weer terug.
  • Bespreek na óf klassikaal óf in kleine groepjes.

Nabespreken (wanneer je later in het jaar de kaartjes terug bezorgt)

  • Wat wist je niet meer?
  • Welke doelen heb je ook echt bereikt?
  • Heb je je inderdaad bezig gehouden met dat wat op de kaart stond?
  • Wat vind je nu belangrijker?
  • Wat zou je op een nieuwe kaart opnieuw opschrijven?

Verder lezen:

  • Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER
  • Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Na de kerstvakantie ‘rommelt’ het vaak weer in de groep. Het lijkt of de sfeer helemaal verstoord is. Leerlingen/studenten hebben elkaar vrij lang niet gezien en in de vakantie is er van alles gebeurd dat de groepsdynamiek op scherp stelt. Het is belangrijk om opnieuw te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.

Ook met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Vapen

foto vapen

Het is weer volop in het nieuws: giftige metalen in vapen brengt niet alleen schade aan de luchtwegen; ook de hersenen en organen kunnen erdoor worden aangetast. Blootstelling aan zware metalen kan blijvende schade bij jongeren veroorzaken, niet alleen bij langdurig gebruik, maar ook op de korte termijn, waarschuwen de onderzoekers.
Net als roken is het gebruik van e-sigaretten of ‘vapes’ verboden op school. Toch: stiekem op het toilet, in het fietsenhok, net buiten het schoolplein roken leerlingen/studenten. De meeste scholen hebben een strikte aanpak wanneer leerlingen/studenten betrapt worden op vapen. De leerling/student krijgt straf, de vape wordt ingenomen, de ouders worden gebeld en deze moeten de vape op school komen ophalen.
Vapen is net zo verslavend als het roken van sigaretten. Toch denken leerlingen/studenten niet snel dat het schadelijk is. Vapes met en zonder nicotine zijn schadelijk. Het inademen van de schadelijke stoffen in de damp kan de luchtwegen irriteren of beschadigen. Het kan hartkloppingen, duizeligheid, een hoge bloeddruk en zelfs epileptische aanvallen veroorzaken.
Met deze werkvorm kun je met de klas in gesprek gaan.

Doel

  • Bespreekbaar maken van het thema roken/vapen
  • Informatie overbrengen over roken/vapen
  • Bewustwording van foutieve aannames rondom roken/vapen
  • Bewustwording (groeps)gedrag
  • Effecten zien van groepsgedrag
  • Leren van elkaars inzichten
  • Verschillen (h)erkennen in elkaars visie

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze

Dit keer twee werkvormen. Met de eerste ga je in gesprek met leerlingen/studenten met behulp van stellingen al dan niet met gebruik van de PowerPoint-presentatie. Met de tweede gaan leerlingen/studenten kleine scenes maken met behulp van de stellingen. Je kunt er ook voor kiezen om een van de twee werkvormen te doen.

  • Print de stellingen uit: KLIK HIER
  • En /of download de PowerPointpresentatie met de stellingen KLIK HIER
  • Kies de stellingen uit die je wilt gebruiken

Werkvorm met rode of groene kaart

  • Maak voor iedere leerling/student een groen en een rood kaartje.
  • Laat de door jou uitgekozen stellingen van de PowerPoint zien.
  • Vervolgens moeten ze na het zien van de stelling een van beide kaartjes omhooghouden. Groen als ze het eens zijn met de stelling en Rood wanneer ze ertegen zijn.
  • Geef verschillende leerlingen/studenten de beurt om argumenten voor of tegen de stelling te geven.
  • Vul aan met relevante en correcte informatie
  • Kijk na het bespreken van de stelling of er leerlingen/studenten zijn die van gedachten zijn veranderd.

Werkvorm met scenes

  • Laat leerlingen/studenten in tweetallen of kleine groepjes twee of drie stellingen uitkiezen.
  • Ze moeten nu met behulp van de stelling een klein verhaaltje bedenken en dat ook uitspelen.
  • Een van de gekozen stellingen is de begin-zin van de scene.
  • Leg uit: Iedere scene heeft een begin, een midden en een duidelijk einde.
  • Geef leerlingen/studenten te lang de tijd om te bedenken en te repeteren: ervaring leert dat vijf tot tien minuten voldoende is.
  • Vertel leerlingen/studenten dat in een theatervoorstelling eindeloos geoefend wordt. Dus als het resultaat minder geslaagd is dan kinderen vooraf hoopten, ligt het vooral daaraan.
  • Dit maakt de presentatie achteraf ‘veiliger’.

Meer informatie

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Soms ‘rommelt’ het in de groep. Het lijkt of de sfeer helemaal verstoord is. Er gebeurt van alles dat de groepsdynamiek op scherp stelt. Het is belangrijk om te blijven investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.

Ook met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Grip op de groep krijgen? Volg met je team een workshop

Huiswerk onzin?

huiswerk bingokaarten

Huiswerk maken gaat bij de start van het schooljaar goed maar dan komt er vaak de klad in. Het opgeven van huiswerk heeft voordelen en nadelen. Wat is de zin of onzin van huiswerk? Dit keer een werkvorm om het met een klas te hebben over huiswerk maken. Door het spelen van de bingo krijgen leerlingen/studenten zicht op hoe klasgenoten tegen huiswerk maken aankijken. Ook krijg jij als docent/mentor zicht op hoe leerlingen/studenten denken over huiswerk en hoe ze ermee omgaan.
Hierdoor kun je met leerlingen/studenten in gesprek gaan over de zin en onzin van huiswerk en mogelijk tot nieuwe/andere afspraken komen.

Belangrijk om niet alleen de bingo te spelen maar juist na iedere stelling te vragen aan leerlingen/studenten waarom ze het eens of oneens zijn met de stelling. Of waarom juist deze stelling bij hun manier van ‘huiswerken’ past. Omdat leerlingen/studenten stellingen op hun bingokaart doorstrepen of markeren kun je wanneer je de kaarten ingeleverd worden zien wat leerlingen/studentenvinden van huiswerk. Tijdens een (mentor)gesprek zou je daar op terug kunnen komen.

Ook interessant is om deze bingo een keer met het team te spelen. Het woordje ‘ik’ moet dan gelezen worden als ‘mijn leerlingen/studenten’. Hierop zou een gesprek kunnen plaats vinden over de zin of onzin van huiswerk. Wellicht ook een manier om huiswerk tijdens een ouderavond bespreekbaar te maken.

Doel:

  • Op een speelse manier huiswerkperikelen bespreekbaar maken
  • Elkaar beter leren kennen
  • Bewust worden van de manier waarop leerlingen/studenten met huiswerk omgaan
  • Zien dat anderen een andere keuze maken
  • Nadenken over de zin en onzin van huiswerk.

Voor wie

  • Bovenbouw PO
  • VO
  • Mbo

Werkwijze:

  • Print de bingokaartbladen en knip of snijd ze over de helft (of laat leerlingen/studenten dit doen). Er zijn 46 verschillende bingokaarten gemaakt. Print uit wat je nodig hebt om leerlingen 1 of 2 kaarten te geven. Printbare versie KLIK HIER
  • Print ook de lijst met stellingen die op de kaarten staan uit: KLIK HIER
  • Geef iedere leerling/student een (of twee) bingokaart(en)
  • Laat leerlingen/studenten hun naam op het bingoblaadje zetten en leg uit dat het de bedoeling is dat ze de kaarten weer inleveren.
  • Lees de stellingen een voor een voor.
  • Laat de leerlingen/studenten een hand opsteken als ze het er niet mee eens zijn of omdat het niet bij ze past. Ze zetten dan een kruis door de stelling.
  • Vervolgens vraag je leerlingen/studenten hun hand op te steken wanneer ze het er wel mee eens zijn of wanneer de stelling op hen van toepassing is. Ze highlighten dan de stelling met een markeerstift
  • Vraag na iedere stelling een paar leerlingen/studenten waarom ze de stelling afwijzen of omarmen.
  • De eerste leerling/student die een ‘volle kaart’ heeft roept bingo en krijgt een prijsje (huiswerkvrij?)
  • Speel door tot alle kaarten gevuld zijn. Je kunt ook een tweede of derde prijs verzinnen.
  • Bij een valse bingo volgt een sanctie (liedje zingen?)
  • Laat leerlingen/studenten de kaarten inleveren. Bij een mentor gesprek kun je hierop eventueel terugkomen

Verder lezen:

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Soms ‘rommelt’ het in de groep. Het lijkt of de sfeer helemaal verstoord is. Er gebeurt van alles dat de groepsdynamiek op scherp stelt. Het is belangrijk om te blijven investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.

Ook met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Valentijnsdag Verkering

Verkering? Fix? Relatie? Leerlingen/studenten zijn (net als volwassenen trouwens) onzeker wanneer het om liefde en relaties gaat. Hoe doe je dat, laten merken dat je verliefd bent? Wat moet je zeggen of vragen? Moet je een vriend of vriendin inschakelen? Doe je het ‘live’ of via de telefoon? Valentijnsdag komt eraan dus een goed moment om het over de liefde te hebben.

Doel

  • Onzekerheden over verliefdheid en relatie bespreekbaar maken
  • Nadenken over eigen ideeën en vragen over verliefdheid en relaties
  • Delen van eigen vragen en onzekerheden in de groep
  • Ervaren dat iedereen onzeker kan zijn

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)

Werkwijze

  • Verdeel de klas in groepjes van drie of vier leerlingen/studenten.
  • Print voor elk groepje stellingen uit, liefst op roze papier. KLIK HIER
  • Ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en een rood, een groen en een wit vel papier
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen.
  • De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
  • Leerlingen/studenten bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.
  • Bespreek de gemaakte keuzes klassikaal
  • Deel daarna de lege stellingenkaartjes uit
  • Leerlingen/studenten vullen daarop hun eigen ideeën voor vragen en opmerkingen in
  • Vervolgens vullen ze in wat je zeker niet moet zeggen of doen.

Nabespreking:

– Bespreek met de groep de opbrengsten.
– Leg/hang daarvoor alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar.
– Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
– Selecteer de vijf vragen en opmerkingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan.
– Kies vervolgens de vijf vragen en opmerkingen waarvoor het minst draagvlak is.

Mogelijke vragen:

– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?

Meer info

Leerlingen/studenten en docenten kunnen meer vragen hebben rondom dit onderwerp Hier vind je meer informatie:

Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? 
Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

De groepsdynamiek positief beïnvloeden?
Dat kan met ‘Complimentenmemory’

Preventief aan de slag om pestgedrag in de groep vóór te zijn?
Dat kan met het ‘Kwartetspel GroepsGedoe’

Wat past bij welk beroep?

Hoe kies je een passende vervolgopleiding of een baan? Voor leerlingen/studenten lijken de keuzes oneindig wat kiezen moeilijk maakt. Voor verschillende taken en bij bepaalde beroepen zijn soms specifieke eigenschappen belangrijk. Met deze LOB werkvorm denken leerlingen/studenten na over welke vaardigheden en eigenschappen bij verschillende beroepen passen.

Wat past bij welk beroep?

Doel

  • Bewust worden van kwaliteiten/vaardigheden die nodig zijn voor bepaalde beroepen
  • Nadenken over eigen kwaliteiten en vaardigheden
  • Bewust worden van eigen (arbeids)competenties
  • Bewust worden van eigen mogelijkheden, kansen en wensen

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Voortgezet onderwijs (VO)
  • MBO

Werkwijze

Voor deze werkvorm zijn verschillende kaartjes nodig met daarop vaardigheden die leerlingen/studenten mogelijkerwijs bezitten of willen verwerven. Het is fijn wanneer er veel kaartjes zijn. Je kunt deze kaartjes zelf maken maar je zou ook ‘Complimentenmemory’ kunnen aanschaffen waarin zo’n 100 stevige kaarten zitten op A5-formaat die voor deze werkvorm heel geschikt zijn. Voor meer informatie KLIK HIER. Voor bestellen KLIK HIER
Wil je de kaartjes zelf maken denk dan aan vaardigheden zoals ‘samenwerken’, ‘luisteren’, ‘is precies’, ‘heeft veel ideeën’ enzovoort.

  • Print de beroepenkaartjes op A4-formaat voor alle leerlingen uit: KLIK HIER
  • Verdeel de groep in tweetallen.
  • Maak kaarten met vaardigheden of gebruik de kaarten van ‘Complimentenmemory’.
  • Leg de kaarten open op aan elkaar geschoven tafels centraal in het lokaal.
  • De leerlingen/studenten krijgen een blaadje met daarop 30 verschillende beroepenkaartjes die ze gaan uitknippen.
  • Vervolgens gaan leerlingen/studenten in tweetallen overleggen welke twee eigenschappen het best bij een beroep horen.
  • Vervolgens mogen leerlingen/studenten de beroepenkaartjes op de complimentenkaarten leggen.

Nabespreking
Bespreek na aan de hand van de volgende vragen:

  • Over welk beroep hebben jullie het langst gediscussieerd?
  • Wat valt op wanneer je naar het resultaat kijkt?
  • Welke complimentenkaart heeft het meeste beroepenkaartjes? Welke het minst?
  • Wie weet welk beroep hij/zij gaat kiezen?
  • Wie weet welk beroep hij/zij zeker niet gaat kiezen? 

Verder lezen:

https://wij-leren.nl/loopbaanorientatie-begeleiding-loopbanen-vo-leerlingen.php
https://www.nro.nl/sites/nro/files/media-files/effectieve-loopbaanorientatie-en-loopbaanbegeleiding-in-het-vmbo.pdf

Extra werkvormen om het groepsgevoel te versterken:

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:

Met je team aan de slag rondom groepsdynamische processen

Seksuele intimidatie

foto stellingen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar maken in de klas is niet altijd gemakkelijk. Niet elke leerkracht voelt zich capabel om dit met leerlingen/studenten te bespreken en voelt zich ongemakkelijk bij dit toch precaire onderwerp. Bovendien weet je niet altijd of dergelijke problematiek speelt bij leerlingen in je klas.
Toch is het belangrijk om met leerlingen/studenten te bespreken wat wel of niet grensoverschrijdend is. En wat ze dan kunnen doen. Hier is geen duidelijk eenduidig recept voor te geven: iedere situatie is weer anders.
Hierbij werkvormen met stellingen om het praten over grensoverschrijdend gedrag gemakkelijker te maken.
In de eerste werkvorm gaan leerlingen/studenten eerst in groepjes aan de slag met stellingen op papier gevolgd door een plenaire bespreking van de opbrengsten.
De tweede werkvorm is een klassikaal gesprek met behulp van een PowerPointpresentatie

Doel:

  • Bespreekbaar maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag
  • Respecteren van eigen en andermans grenzen
  • Respectvol om leren gaan met elkaar
  • Bewust worden van eigen en andermans (voor)oordelen
  • Bewust worden van diversiteit in de groep
  • Positieve groepsvorming

Voor wie

  • VO
  • MBO

Werkwijze 1:

  • Print voor elk groepje stellingen uit. KLIK HIER
  • ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en een rood, een groen en een wit vel papier (A3).
  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen/studenten
  • Leerlingen/studenten knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen.
  • De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
  • Leerlingen/studenten bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.

Nabespreking
– Bespreek met de groep de opbrengsten. 
– Leg/hang daarvoor alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar.
– Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
– Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen/studenten blijkbaar achter staan.
– Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.

Mogelijke vragen:
– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?
– Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
– Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?

Werkwijze 2:

  • Download de PowerPointpresentatie met de stellingen KLIK HIER
  • Geef alle leerlingen/studenten een rood en een groen kaartje.
  • De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen/studenten geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
  • Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
  • De begeleider leidt de discussie.

Meer informatie en tips:

Meer werkvormen om de onderlinge verbondenheid in een groep te versterken:

Werkblad Nieuwjaar

foto werkblad nieuwjaar 2024

Een korte werkvorm om het nieuwe jaar in te luiden. Het is een werkblad dat leerlingen/studenten kunnen invullen tijdens een mentorles maar wat ook gebruikt kan worden voor een specifiek vak. Leerlingen/studenten gaan daardoor reflecteren en heel praktische doelen stellen voor zichzelf. Wanneer ze dit blad inleveren bij de docent heeft deze een mooi aanknopingspunt voor een begeleidingsgesprek.

Doel:

  • Terugkijken op de afgelopen periode
  • Bewust maken van wat goed gaat
  • Bewust maken van wat er al geleerd is
  • Reflecteren op eigen proces
  • Doelen stellen voor komende periode
  • Doelen praktisch en concreet leren formuleren

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze

  • Download het werkblad: KLIK HIER
  • Laat leerlingen/studenten het werkblad invullen.
  • Leerlingen/studenten leveren het werkblad in zodat het op een later tijdstip een leidraad kan zijn voor een gesprek met de mentor of de vakdocent.

Verder lezen

Literatuur en bronnen

Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER

Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021 Artikel “Doelen stellen met behulp van Covey”

Cor Verbeek CPS KLIK HIER

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Na de kerstvakantie ‘rommelt’ het vaak weer in de groep. Het lijkt of de sfeer helemaal verstoord is. Leerlingen/studenten hebben elkaar vrij lang niet gezien en in de vakantie is er van alles gebeurd dat de groepsdynamiek op scherp stelt. Het is belangrijk om opnieuw te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’.

Ook met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.

Kerstles

Kerstles

De laatste les voor de kerstvakantie wordt een ‘kerstles’ die een mooie invulling kan krijgen door terug te blikken op het jaar en evalueren op een positieve, constructieve manier.
Het onderwijs tijdschrift ‘Van 12 tot 18’ koos deze les uit om te publiceren in het decembernummer.


Met deze werkvorm gaan leerlingen/studenten eerst kijken naar wat goed gaat binnen de klas, de sfeer in de groep duiden. Het kan zinvol zijn om de opbrengsten hiervan te delen met anderen die met deze groep werken. Daarna maken leerlingen/studenten een persoonlijke evaluatie op een oplossingsgerichte wijze. Laat leerlingen/studenten de evaluatie inleveren: in een individueel gesprek geeft het handvatten om de voortgang te bespreken.

Doel:

  • Op een positieve (oplossingsgerichte manier) terugkijken op de afgelopen periode
  • Bewust maken van wat goed gaat in de groep
  • Bewust maken van wat er al geleerd is
  • Reflecteren op eigen proces
  • Doelen stellen voor komende periode

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijze:

  • Tijdens deze kerstles gaan leerlingen/studenten evalueren en terugkijken op het schooljaar tot nu toe.
  • Verdeel de leerlingen/studenten in groepjes van drie of vier leerlingen.
  • Laat ze in groepjes steeds evaluatieve vragen bespreken en beantwoorden. Geef ze daarbij de opdracht om een positieve insteek te kiezen: het moet geen klachtenuurtje worden.
  • Kies uit deze evaluatievragen de vragen die bij je groep passen of maak eigen vragen. Voor een printbare versie van de evaluatievragen KLIK HIER

Vragen

  • Wat is het meest positieve aan deze groep?
  • Op welke momenten is het fijn in deze groep?
  • Waar is deze groep goed in?
  • Wat heeft deze groep nodig om goed te kunnen samenwerken?
  • Wanneer kunnen wij het beste werken in de klas?
  • Wat zijn sterke eigenschappen van deze klas?
  • Welke drie woorden zou je gebruiken om deze klas te omschrijven?
  • Noem drie dingen die een nieuwe docent zou moeten weten over deze klas?
  • Noem drie dingen die een nieuwe leerling/student zou moeten weten over deze klas?
  • Op welk moment of tijdens welke les waren wij als klas supergoed bezig?
  • Welke les of welke werkvorm of oefening moeten we zeker nog een keer doen?
  • Bespreek de opbrengsten klassikaal en maak bij iedere vraag een top drie van antwoorden en noteer die op het (digi)bord.
  • Welke vaardigheid of compliment past hierbij voor deze groep? Laat hierbij óf leerlingen/studenten zelf complimenten/vaardigheden bedenken of laat leerlingen/studenten kiezen uit complimentenkaarten van het spel ‘Complimentenmemory’ (KLIK HIER voor meer info).
  • Laat leerlingen/studenten tot slot van de les het sterren formulier invullen. Voor een printbare versie van het sterrenformulier KLIK HIER
Sterrenformulier dat leerlingen individueel invullen

Verder lezen:

  • Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER
  • Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021

Meer werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

Werken aan een veilig pedagogisch klimaat? Dat kan met ‘GroepsGedoe 2.0’

Vuurwerk

Vuurwerk

Op veel leerlingen/studenten heeft vuurwerk afsteken een enorme aantrekkingskracht. Ze zijn zich echt wel bewust van de gevaren maar denken van zichzelf dat ze veilig en verantwoord te werk gaan. Daarnaast staan ze er niet bij stil dat ze slachtoffer kunnen worden door fouten van anderen. Zeker in een groep wanneer risico’s bewust worden opgezocht. Verder is het ‘not done’ om een veiligheidsbril te dragen.
Jongeren zijn zich vaak niet bewust van de strafmaat wanneer ze gepakt worden. Ze denken dat ze toch niet gepakt worden en áls ze betrapt worden denken ze ten onrechte dat ze met een waarschuwing of een lichte taakstraf weg komen.
Vuurwerk afsteken is niet alleen spannend het heeft ook een sociaal aspect: Lekker samen grenzen opzoeken. Het nemen van risico’s, het overwinnen van de eigen angst geeft een adrenaline kick. Het bewust overtreden van de wet, door het afsteken van illegaal vuurwerk, maakt het nog spannender.
Ook zijn jongeren geneigd te experimenteren met vuurwerk door combinaties te maken, door kruit uit vuurpijlen te halen, door meerdere stuks tegelijk af te steken of door het vuurwerk ergens in te stoppen. Hierdoor is het effect onvoorspelbaar en nog gevaarlijker.
Belangrijk om met leerlingen hierover in gesprek te gaan.

Doel

  • Bespreekbaar maken van thema’s rondom vuurwerk afsteken
  • Bewustwording (groeps)gedrag
  • Effecten zien van groepsgedrag
  • Bewust worden van eigen verantwoordelijkheid
  • Leren van elkaars inzichten
  • Verschillen (h)erkennen in elkaars visie
  • Gesprek aangaan over verschillen in normen en waarden

Voor wie

Bovenbouw PO
VO
MBO

Werkwijzen

  • Kies een werkwijze die jij prettig vindt werken. De eerste twee zijn actief en activerend en ga je met de hele groep actief aan de slag. Bij de derde werkvorm werken leerlingen/studenten in groepjes aan hun tafel en sluit je af met een groepsgesprek. Meer werkvormen die je kunt gebruiken bij het werken met stellingen vind je HIER
  • Start de les met:
  • Print de stellingen uit. Voor een printbare download KLIK HIER.
  • Dezelfde stellingen zijn ook te zien in een PowerPoint
  • Bekijk alle stellingen zorgvuldig en kies die stellingen uit die voor jouw groep passend zijn.

Werkwijze: Argumenteren

  • Leg de stellingen die je wil bespreken op grote A3 vellen voor de klas.
  • Verdeel de groep in twee- of drietallen en geef elk groepje een stapeltje post-its.
  • De stellingen worden voorgelezen (stellingen kunnen ook getoond worden met de PowerPoint via het Smartbord).
  • Leerlingen/studenten gaan in hun groepje overleggen en vervolgens naar aanleiding van de stellingen een argument voor of tegen bedenken. Dit wordt op een Post-it genoteerd. De Post-its worden op de gezamenlijke flap geplakt die bij de stelling hoort. Bespreek na afloop opvallende uitspraken in de groep: Zijn er overeenkomsten, verschillen? Welke thema’s keren steeds weer terug in het groepsgesprek?

Werkwijze:Over de streep light’

  • Voor deze werkwijze is veel ruimte nodig want hierbij komen ze letterlijk in beweging.
  • Er worden steeds stellingen voorgelezen (stellingen kunnen ook tegelijk getoond worden met de PowerPoint via het Smartbord). Groepsleden die het eens zijn met de stelling gaan naar rechts ,degenen die het er niet eens zijn gaan links staan. In het midden mag (nog) niet.
  • Dan gaan groepsleden proberen met argumenten leerlingen/studenten laten wisselen van kant.
  • Wanneer iemand een nuance aanbrengt mag iedereen die dit goed vindt een stap naar het midden zetten.
  • Hou vaart in het ‘spel’ en zorg ervoor dat iedereen een inbreng heeft.
  • Leg uit aan leerlingen/studenten dat de keuze voor of tegen een stelling vaak moeilijk kan zijn. Zeg dat het niet erg is om van gedachten te veranderen. Nadenken is in essentie van gedachten veranderen…
  • TIP:
    Soms hebben jongeren de neiging om aan één kant te blijven staan. Laat leerlingen/studenten bij de eerste stelling kiezen voor links of rechts gaan staan. Wanneer de volgende stelling aan de beurt is moeten ze niet rechts of links gaan staan maar aan voor- of achterzijde van de ruimte. Er zijn dan niet twee maar vier kanten waar leerlingen naar toe kunnen lopen. Ervaring leert dat wanneer leerlingen/studenten sowieso in beweging moeten komen ze ook eerder geneigd zijn ècht te kiezen.

Variatie ‘Over de streep light

  • Werk op dezelfde manier als bij variatie 1, alleen laat je nu leerlingen/studenten niet zelf voor of tegen een stelling kiezen maar je verdeelt ze in twee groepen. Een groep is vóór en de andere groep is tegen de stelling.
  • Laat leerlingen/studenten argumenten bedenken voor een stelling waar ze wellicht helemaal niet achter staan. Zo worden ze bewust van het feit dat je een stelling van twee kanten kunt bekijken.
  • Maak de groepen steeds anders van samenstelling en zorg voor inbreng van iedereen.

Voorleesverhaal Vuurwerk

“Je hebt dit niet van mij” had Wouts oom Ben vorig jaar gezegd. “En je wacht tot volgend jaar met afsteken!” Wout was eigenlijk het plastic tasje met strijkers helemaal vergeten. Nu loopt hij met Soufiane langs het kanaal. Het is vijf uur en al bijna helemaal donker. Ze zijn  alle twee een beetje zenuwachtig en proberen dat niet aan elkaar te laten merken.
“We doen eerst die groene, dat zijn Pirats” Soufiane knikt, die kent hij wel.
“Daarna doen we die harde die Weco Corsairs. Die zijn vet!” Wout schept op terwijl hij die groene ook kent, maar die andere eigenlijk helemaal niet.

Onder het viaduct zien ze dat ze niet de enigen zijn die vuurwerk afsteken. Er is best een streng verbod, je riskeert een fikse boete. Toch liggen er een heleboel allemaal gekleurde en vooral rode papiertjes en resten van vuurpijlen en knallers. Om de beurt steken ze strijkers af. Het knalt lekker en het ruikt meteen naar oudjaar. Er komt een man op de fiets aan. Hij schreeuwt iets onverstaanbaars. Wout en Soufiane rennen direct keihard weg een smal weggetje in dat langs de snelweg loopt. Wout stopt pas wanneer hij steken in zijn zij krijgt. Hij kijkt om. Ook Soufiane komt aanhollen.

Op een hekje rusten ze uit. De groene strijkers zijn bijna op. Ze hebben alleen nog de Corsairs over.
“Die zijn echt illegaal” zegt Wout. Soufiane haalt zijn schouders op.
“Volgens mij zijn alle strijkers illegaal. Ik hoop niet dat die vent de politie gebeld heeft. Dan zijn we de Sjaak.” Wout kijkt richting het viaduct, gelukkig niemand te zien.
“Mijn oom heeft gewoon weer vuurwerk gekocht, volgens mij, in België. Daar is het niet verboden. Hij gaat, denk ik, met oud en nieuw gewoon in België vuurwerk afsteken. Ik hoop dat ik mee mag.” Hij weet allang dat zijn ouders dat never-nooit-niet goed vinden. Hij weet ook niet zeker wat er in België wel of niet mag. Maar hij is nu eenmaal helemaal gek van vuurwerk. Niet alleen knallers maar ook siervuurwerk en mooie tolletjes en Gillende
Keukenmeiden.
“Ik vind het stom dat het niet mag. Het is toch geen Corona meer! We mogen niks meer” moppert hij.
“Nee” antwoordt Soufiane al kan hij niet zou gauw bedenken wat allemaal niet meer mag.
“Daar verderop is een fietstunneltje, dat wordt niet meer gebruikt. Dat is een goede plek” Wout staat op. Soufiane twijfelt. Hij moet om zes uur thuis zijn.
“Kom op” zegt Wout ongeduldig.

In het fietstunneltje ligt nog meer vuurwerktroep, het stinkt naar pies. Ze lopen onder het tunneltje door en komen bij een smal paadje. Wat verderop staat een verlaten bouwvallig hok, aan een kant is het open. Een soort stal of schapenhok lijkt het. Als ze erheen willen lopen horen ze ineens iemand praten in het hok. Verschrikt trekt Soufiane Wout van het pad af en ze verschuilen zich achter de bosjes.
“Nee, man. Perfect hier. D’r komt hier nooit iemand. Nee. Ja. Goed. Morgenavond en jij zorgt voor drank” horen ze.  Wout houdt zijn adem in. Soufiane zit met zijn hoofd tussen zijn knieën diep weggedoken in een struik. Een lange dunne jongen met rood haar in een knotje loopt rakelings langs hen heen.

“Ja, Dat is een goeie!” de jongen schaterlacht, “Later!” zegt hij nog wanneer hij het tunneltje uitloopt. Wout en Soufiane wachten gruwelijk lang voor ze tevoorschijn durven komen. Ze lopen zachtjes stap voor stap richting het tunneltje, sluipen erdoor en wanneer ze richting viaduct kijken zien ze de jongen in de verte net de hoek omgaan.
“Kom. Kijken” zegt Wout en draait zich om.
“Wat als er nog iemand daar zit?” vraagt Soufiane.
“Daar zit niemand. Weet ik zeker” bluft Wout.

In de stal ligt nog meer troep en de resten van een kampvuurtje. Ook liggen er lege bierblikjes en kapotte flessen. Achter een oude, roestige bak die denkelijk een drinkbak geweest is voor dieren liggen planken opgestapeld en een berg takken.
“Daarmee maken ze vuur” weet Soufiane. Wout loopt er heen, kijkt, kijkt nog eens goed, verschuift wat aan de planken en dan zegt hij:
“Dit is… Nee”

Soufiane loopt er ook heen en ziet drie draagtassen diep onder een paar planken verscholen. Wanneer ze in de ene tas kijken zien ze zakken chips en cola maar in de andere twee tassen zit vuurwerk. Niet zomaar vuurwerk, een heleboel vuurwerk. Echt veel verstand heeft Wout er niet van maar dit is gevaarlijk illegaal vuurwerk. Wat nu?
“We bellen de politie” vindt Soufiane. Ja, maar ja. Wat dan. Wat als ze vragen wat ze hier doen? Dan komt hun eigen vuurwerkgedoe ook uit. Laten liggen? Nee, dat is ook stom. “Anoniem bellen?” vraagt Wout. Maar dan bedenken ze dat de politie dat misschien toch kan nagaan en dan zijn ze alsnog de sigaar.

Als ze langs het kanaal weer terug naar huis lopen weten ze nog steeds niet wat ze moeten doen. Ze hebben ieder een tas vuurwerk in hun rugzak gedaan.
“We zien wel” besluit Wout. Soufiane zegt dat hij het vuurwerk echt niet thuis op zijn kamer kan bewaren, als zijn moeder het vindt…
“Morgen maar meenemen naar school” bedenkt Wout. “Er zit niks anders op.”
Nee, er zit niks anders op.

Meer info:

  • Onderzoeksrapport over vuurwerk veiligheid onder jongeren KLIK HIER
  • Vuurwerkregels 2024-2025 KLIK HIER
  • Rijksoverheid en regelgeving KLIK HIER

Werkvormen om pestgedrag in de groep bespreekbaar te maken:

Deze tijd van het jaar is een goed moment om bezig te zijn met de groepsdynamiek en te werken aan een positief pedagogisch klimaat in de klas. Een fijne laagdrempelige manier is het werken met GroepdGedoe 2.0.

Werkvormen om de saamhorigheid in een groep te versterken:

‘Complimentenmemory’ is een kaarten-set met veel verschillende spellen en werkvormen waarmee je de sociale cohesie in een groep kunt verbeteren.
Door het werken met ‘Complimentenmemory’ leren leerlingen/studenten complimenten te geven, te ontvangen en te internaliseren. Het kan het zelfvertrouwen en het zelfinzicht vergroten. Het is een activerende, actieve manier om jongeren te laten reflecteren op zichzelf en op elkaar. Als leerkracht geeft het werken met deze kaarten ook inzicht in hoe leerlingen/studenten elkaar zien.