In de eerste periode van het schooljaar worden de normen bepaald in de groep en humor kan daarbij helpen. Toch is het ook glad ijs: want wanneer gaat een grapje te ver. Wanneer wordt lachen uitlachen. De grenzen zijn vaak diffuus. ‘Wanneer is een grapje grappig?’ is een vraag die haast niet te beantwoorden is. Wanneer is iets grappig en wanneer grensoverschrijdend? Een grapje in de ene context kan prima zijn terwijl in een andere context dezelfde grap echt niet kan.
Humor en grappen stellen een toehoorder vaak ook voor een dilemma. Als je niet lacht zul je de grap wel niet snappen of een ‘zeikerd’ zijn of iemand zonder gevoel voor humor.
Door te lachen om een grap help je om de norm in een groep te bepalen. Door te lachen accepteer je een grens.
Een grap kan ook bedoeld zijn om een spiegel voor te houden en daardoor kunnen mensen aan het denken gezet worden over de (uitvergrote) werkelijkheid.
Soms is het heel duidelijk: er wordt een grap gemaakt ten koste van een ander. Wanneer dat herhaaldelijk gebeurt en de ‘grappenmaker’ niet wordt terug gefloten kan dit ontaarden is pestgedrag wat schadelijk is niet alleen voor het slachtoffer maar voor de hele groep.
Daarom is het goed om dit thema in de klas met elkaar te bespreken. Lees vooraf de stellingen goed door en kies die stellingen die passen bij jouw groep.
Doel
- Bewust-worden van gevolgen van schijnbaar onschuldige grapjes
- Grenzen van humor verkennen
- Leerlingen/studenten laten nadenken over hoe te handelen wanneer grenzen overschreden worden
- Leren van elkaars inzichten
- Bevorderen positief groepsgevoel
Voor wie
- Bovenbouw PO
- VO
- MBO
Werkwijze:
- Kies de stellingen die passen bij de groep
- Print de kaartjes met stellingen uit KLIK HIER
- Download eventueel ook de PowerPoint KLIK HIER
- Maak voor iedere leerling een groen en een rood kaartje.
- Laat vervolgens de door jou uitgekozen stellingen van de PowerPoint zien.
- Leerlingen/studenten geven hun mening over de stelling door een van beide kaartjes omhoog houden. Groen als ze het eens zijn met de stelling en rood wanneer ze er tegen zijn.
- Geef verschillende leerlingen/studenten de beurt om argumenten voor of tegen de stelling te geven.
- Kijk na het bespreken van de stelling of er leerlingen/studenten zijn die van gedachten zijn veranderd.
Verder lezen:
- Op de site ‘De Week tegen pesten’ van de Stichting School en Veiligheid vind je bij meer informatie, literatuur en werkvormen.
- Caspar Hulshof schreef een lezenswaardig artikel over het gebruik van humor in de klas. Zie: ‘Humor in de klas’
- Op de site van de Universiteit van Gent vind je het artikel: ‘Humor in de les? Geen lachertje!’
Werken aan pestpreventie?
Met het stellingen-pakket ‘GroepsGedoe’ leren leerlingen/studenten elkaar beter kennen en leren ze vooral hoe ze zelf invoed kunnen hebben op de dynamiek in de groep.