Een nieuwe groep, een nieuwe omgeving kan erg spannend zijn voor leerlingen/studenten. Aan het begin van het schooljaar zijn kennismakingsspellen cruciaal om van een klas een positieve groep te maken. Een groep waarin iedereen zich thuis voelt, zichzelf kan zijn en zich veilig voelt. Hoe beter klasgenoten elkaar kennen hoe makkelijker het wordt om een fijn pedagogisch en veilig klimaat te creëren. Met deze werkvorm ontdekken leerlingen/studenten dat ze welliswaar uniek zijn maar ook veel gemeen hebben met klasgenoten.
Doel
- Kennismaken met elkaar en de docent
- Aandacht richten op elkaar en op de groep
- Versterken onderlinge band
- Creëren van een veilige gezellige sfeer
- Persoonlijke zaken durven delen
Voor wie
- Bovenbouw PO
- VO
- Mbo
- HBO
Werkwijze
- Laat leerlingen/studenten in een grote kring zitten.
- Stel de groep allerlei algemene vragen zoals:
- Ben je thuis de jongste, oudste, middelste
- Heb je een huisdieren
- Doe je aan sport
- Speel je een instrument
- Wanneer het antwoord ja is moeten leerlingen/studenten gaan staan
- Vervolgens vraag je of leerlingen/studenten iets willen vragen aan de groep.
- Dan komt de stelling die iedere leerling moet aanvullen: “Ik ben uniek want…”
- Wanneer een leerling/student ‘niets’ weet zullen klasgenoten helpen: “Jij bent uniek want jij bent heel goed in…”
Bron:
Met dank aan creatieve duizendpoot Bregje van Goethem: docent, expert ondermijning in het onderwijs en sociale veiligheid.
Gedoe in groepen vóór zijn ?
Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld:
Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:
Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen/studenten kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.