Livestreamlessen voegen een dimensie toe, ik leer heel veel. Ik maak video’s van verhalen die ik verzin en voorlees en om ze aantrekkelijk te maken monteer ik er afbeeldingen in en geluidsfragmenten. Ik leer monteren met een programma waar ik voorheen al zenuwachtig werd door het open te klikken. Leerlingen moeten een tekening maken bij het verhaal. De mooiste tekeningen worden aan het eind van het jaar, wanneer ik van de verhalen een boekje maak, afgedrukt bij de verschillende hoofdstukken. Het worden filmpjes die langzaam zijn. Zoals voorlezen ook langzaam en mindful kan zijn. Zie daarvoor https://www.kieresoe.nl/videos-voorleesverhalen/
Ik blijf leerlingen volgen en plaats voor elke les opdrachten in Teams. Ik ben wel aan het nadenken over hoe het zal zijn wanneer leerlingen weer terugkomen. Dan heb ik het niet over leerachterstanden en wat en hoe, wie wat, moet inhalen. Ik denk daarbij vooral over het sociaal-emotionele stuk en het oppakken van de groepsdynamiek gedurende het laatste stukje schooljaar.
Leerlingen hebben elkaar een lange tijd niet gezien. Alle leerlingen (en docenten) hebben een vreemde periode achter zich met wellicht veel stress en angst, hier moeten we rekening mee houden. Signaleren blijft belangrijk.
De eerste weken was ieders aandacht vooral gefocust op de technisch/instrumentele kant van het onderwijs: Hoe krijgen we onderwijs op afstand voor elkaar. Langzaam kwam er aandacht voor de sociaal-emotionele kant. Leerlingen in een problematische thuissituatie, leerlingen die thuis niet veilig zijn, kwetsbare leerlingen met of zonder diagnose. Hoe die te bereiken zijn blijft moeilijk.
Ouders zijn niet snel geneigd om spontaan te melden dat het niet goed gaat. Hun kinderen ook niet. Signalen pikken docenten in de normale situatie vaak zijdelings op. Er zijn gezinnen waarvan de school op de hoogte is van mogelijke problemen maar een veel grotere groep is niet bekend.
Ook groot is de groep gezinnen waar het normaal best prima gaat maar die door het veel met elkaar opgescheept zitten het nu moeilijk krijgen. Ouders die in conflict gaan met elkaar, kinderen die elkaar (helaas soms ook haast letterlijk) de hersens inslaan, een vervelende gespannen sfeer in huis. En daarbij vaak nog angst voor de gezondheid van (groot)ouders en verwanten.
Op social media zien we gezinnen vreedzaam werken en leren aan de keukentafel. Prachtige dagschema’s komen voorbij. Ontroerende filmpjes van kinderen die een challenge krijgen en er helemaal voor gaan. Ook leerlingen zien al dat leuks voorbij komen terwijl ze zelf in een heel andere situatie zitten. Misschien niet onveilig of bedreigend maar gewoon supervervelend en met het vooruitzicht dat het nog lang gaat duren.
Als de leerlingen weer terugkomen op school staan we opnieuw voor een uitdaging: Hoe zorgen we voor een veilig, gezellig klimaat, hoe zorgen we voor een mooi laatste stukje schooljaar?
Net als na de zomervakantie zal de groep zich opnieuw gaan formeren. Nu hebben we als docenten en vooral als mentoren het voordeel dat we de leerlingen al kennen en weten hoe de groep voor de corona-break draaide. Was de groep al positief, dan is het ook belangrijk om even pas op de plaats te maken. Stil staan bij afgelopen periode en opnieuw samen afspraken maken.
Voor groepen die problematisch zijn staan voor een nieuwe uitdaging. Dit is de kans om opnieuw te beginnen. Door aandacht te geven aan groepsvormende activiteiten, door ‘oude’ patronen direct te herkennen, deze benoemen en omvormen, door veel samenwerkingsopdrachten en kennismakingsspelletjes te doen. Het gevoel van ‘samen sterk’ dat door het hele land waaide ook de klas in te halen.
Daarnaast is het belangrijk voor docenten om gezamenlijk op te trekken, van en met elkaar te leren. Dat kan door werkvormen uit te wisselen, in gesprek te gaan met elkaar en bij elkaar te kijken.
Lucy Reijnen
31 maart 2020